(1) Er bestaat eigenlijk nog geen goed woord voor het eerste proces, dat we met opnemen aanduiden. De Engelse term is capture. Het is het proces dat alle procesgebonden documenten onder controle brengt van het systeem. In de praktijk van de Nederlandse overheid (en ook van veel grotere particuliere organisaties) gebeurt opnemen door middel van registratie, maar er zijn ook andere mogelijkheden, bijvoorbeeld door documenten direct in een ordner of dossiermap te bergen. Opnemen is niet hetzelfde als het vastleggen van gege vens of registreren in ruimere zin.28 (2) Het tweede proces, het opslaan van het document, ligt in het directe verleng de van opnemen. Bij papieren documenten betekent dat meestal berging in een map, bij digitale documenten in een computerbestand. Opslag moet er voor zorgen dat het document niet meer kwijt kan raken, door onbevoegden kan worden ingezien, of veranderd worden. (3) Ordenen, het derde proces, maakt de relaties tussen documenten onderling en vooral tussen documenten en processen of zaken zichtbaar. Het is wat Duranti met archival bond aanduidt, maar wat eigenlijk meer is. Immers, het meest wezenlijke is de binding van de documenten met de bedrijfsprocessen. Op het laagste niveau zijn dossiers een voorbeeld van die binding: alle docu menten ontvangen of opgemaakt bij de afhandeling van een zaak. Andere voorbeelden zijn series (alle dossiers gevormd in het kader van een functie). Ook boekhoudsystemen zijn zichtbaar aan een proces gebonden. In veel gevallen biedt een classificatieschema een overzicht van de relaties tussen documenten en processen, maar er zijn ook classificaties die geen afspiege ling van de bedrijfsprocessen zijn. Papieren documenten zijn dikwijls ook fysiek geordend volgens de processen die ze genereerden; bij digitale docu menten is dat niet het geval. (4) Beschrijven is het maken van een 'afbeelding' (representatie) van documen ten of groepen van documenten (bestanddelen). Wanneer een archiverings systeem voor het opnemen gebruikmaakt van de methode van registratie, begint beschrijving al op dat moment. Het systeem legt dan een aantal gege vens vast, zoals onderwerp, datum ontvangst of verzending, afzender of geadresseerde en classificatienummer. Op niveau van aggregaties worden dos sierbeschrijvingen en seriebeschrijvingen gemaakt. Beschrijven leidt tot de vastlegging van contextgegevens. (5) Het vijfde proces is selecteren (Engels: appraisal), de waardering van de docu menten en de bepaling van bewaartermijnen. Het systeem maakt daarvoor gebruik van kennis van de context en regels die de organisatie of de omgeving van de organisatie stelt. Het gaat niet alleen om de bepaling of documenten voor langdurige bewaring in aanmerking komen, maar ook hoelang docu menten van tijdelijke waarde bewaard moeten blijven. (6) Het bijna logische vervolg op selectie is verwijderen. Vernietigen is een moge lijkheid, maar ook overbrengen naar een archiefbewaarplaats. De Engelstalige archivistiek spreekt van disposal of disposition. Een archiveringssysteem bewaart in beginsel de documenten slechts zolang als de organisatie ze moge lijk nodig heeft. Daarna hebben ze voor de organisatie geen betekenis meer en kunnen ze derhalve verwijderd worden. Wanneer de documenten echter nog wel een maatschappelijke waarde hebben (bijvoorbeeld cultuurhistorisch), kan de maatschappij besluiten het beheer over te nemen en toe te vertrouwen aan speciaal daartoe in het leven geroepen organisaties: archiefdiensten. Overigens zijn er organisaties die zelf het maatschappelijk belang van een deel van hun archief inzien en de bewaring zelf blijven uitvoeren. (7) Het proces bewaren bestaat uit berging, conservering en eventueel restaura tie. Bewaren begint vanzelfsprekend al bij het opnemen. Voor digitale docu menten is het bewaarproces veel dynamischer dan voor papieren documenten. Voor de laatste volstaan goed verpakkingsmateriaal en goede bewaaromstandigheden om ze langdurig in goede conditie te houden. Digitale documenten eisen echter een regelmatige conversie (overzetting van de ene drager naar de andere) en migratie (van het ene softwaresysteem naar een ander). Migratie gaat vrijwel altijd met verlies van eigenschappen gepaard. Het vaststellen welk verlies acceptabel is, is een belangrijk onderdeel van een migratiestrategie.29 (8) Wellicht is beschikbaarstellen de belangrijkste functie van een archiverings systeem. Dankzij het bewaarproces blijven documenten in bruikbare conditie bestaan; mede dankzij beschrijven en ordenen kunnen ze gevonden en in samenhang begrepen worden; dankzij selectie en verwijdering is het onkruid gewied. Beschikbaarstelling zorgt er voor dat wie informatie uit het archief systeem nodig heeft de juiste documenten krijgt-tenminste als hij of zij tot raadpleging ervan bevoegd is. Archiefdienst als systeem Archiefdocumenten die het archiveringssysteem van een organisatie niet langer voor de eigen organisatie hoeft te bewaren en beschikbaar te houden, kunnen worden verwijderd. Wanneer ze een maatschappelijke (cultuurhistorische of andere) waarde hebben, komen ze in aanmerking voor overbrenging naar een archiefdienst. Voor overheidsarchieven is dat zelfs wettelijk geregeld. Overbrenging gaat zelden per document, maar in de regel per serie of hele archie ven. David Bearman stelt dan ook dat archiefdiensten zich moeten instellen op de overname van hele archiefsystemen.30 In feite gebeurt dat ook in de meerder heid van gevallen. Een archiveringssysteem een systeem dat een archiefsysteem beheert; een archiefdienst is een systeem dat meer dan één archiefsysteem beheert. Een archiefdienst neemt niet echter alleen het archiefsysteem over, maar tenminste ook informatie over wat het oorspronkelijke archiveringssys- DE KWALITEIT VAN HET ARCHIEF EN HET ARCHIEFBEHEER 28 Ik noem hier registreren in ruimere zin het in een register optekenen van feiten, zoals het maken van notulen, resoluties, het aanleggen van personenregistraties, vastgoedregistratie, of het bijhouden van de boekhouding. Registratie in engere zin is het registreren van documenten. 29 Ook papieren documenten kunnen gemigreerd worden, bijvoorbeeld door microverfilming of scannen; ook dan gaan er eigenschappen verloren. Zie voor migratiestrategieën: M. Hedström, "Research issues in 94 PETER HORSMAN ARCHIEFSYSTEMEN EN KWALITEIT migration and long-term preservation", Archives and Museum Informaties 11 (1997), pp. 287-291. Ook: C. Dollar, Long-term preservation for access of electronic records (Chicago, 1999). 30 In feite spreekt hij van overneming van recordkeeping systems, maar in het licht van het duidelijk onder scheid dat wij maken tussen archiefsystemen en archiveringssystemen, kan er slechts sprake zijn van het overnemen van archiefsystemen, niet van archiveringssystemen. 95

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Jaarboeken Stichting Archiefpublicaties | 1999 | | pagina 49