De digitale archivaris: een nieuwe wereld De invloed van informatietechnologie op het archiefvak Conclusion Building partnerships and collaborative work in all of the areas referenced above has and will contribute to: improving access through common user interfaces to records of action in networked environments for government, commercial, social accountability and cultural purposes, contemporaneously and over time underpinning government information goals relating to the visibility and accessibility of government information to support citizens' rights and entitlements, accountable public administration and democracy supporting electronic commerce assuring the authenticity, reliability, quality, and persistence of records in networked environments for as long as required resolving terms and conditions of access, and disposition for records in networked environments. Such action also enables us to share our expertise in relation to issues of infor mation resource integrity, authenticity, reliability, transparency and persistence with the broader information, corporate and democratic accountability and cultural heritage communities. Records continuum thinking supports the view that the realisation of the kind of visionary goals outlined above is dependent on us working together under the recordkeeping umbrella. In this way we can bring current, historical and regulatory perspectives to bear on the continuum of responsibility for recordkeeping in our society, building on yesterday and today towards a shared tomorrow. Inleiding De komst van computers heeft een diepgaande veranderingen veroorzaakt in de wijze waarop wij met elkaar communiceren. E-mail en Internet zijn in dit verband wel de meest sprekende voorbeelden. Het steeds verder in onze samenle ving doordringende gebruik van computer en communicatietechnologie heeft ook zijn invloed op het werk van de archivaris. In talloze publicaties wordt hieraan wereldwijd aandacht besteed. Deze variëren van heel theoretische beschouwingen tot min of meer praktische richtlijnen. Toch is nog steeds niet duidelijk op welke wijze de archiveringsfunctie in een digitale wereld het beste vorm gegeven kan worden en wat nu precies de rol of positie van de archivaris in ruime zin, dus inclusief documentaire informatievoorziening, moet zijn. Eigenlijk is het beter te spreken over het archiefvak of de archief discipline. Dat leidt vaak tot opmerkingen dat al dat gepraat en getheoretiseer over digi talisering en digitale duurzaamheid weinig zoden aan de dijk zet. Wat nodig is, aldus de critici, zijn oplossingen, handzame praktische richtlijnen, waarmee mensen direct aan de slag kunnen. Hoewel deze houding heel begrijpelijk is, ligt het echter niet zo simpel, helaas. De veranderingen die zich voordoen, zijn ingrij pend en hebben nog niet geleid tot een stabiele situatie. Hoe die nieuwe situatie zal zijn, is onbekend. Bovendien zijn ze zo complex en veelomvattend dat we de vele aspecten en onderlinge relaties nog nauwelijks onderkennen en begrijpen. Wel is duidelijk dat digitalisering en toepassing van informatie- en communica tietechnologie (ICT) vergeleken met wat we kennen, van een zodanige orde zijn, dat andere denkwijzen en concepten nodig zijn. Het begrip digitale duurzaamheid kent ook meerdere interpretaties. Sommigen (meestal bij overheidsorganisaties) zien in dit begrip vooral het langdurig bewaren van digitale archiefbescheiden en zien geen relatie met de dagelijkse gang van zaken. Daarmee wordt het vaak ook niet als een eigen probleem gezien. Daar ligt meteen ook één van de hindernissen voor een goed begrip. De bena ming van digitale duurzaamheid werkt dit overigens in de hand. De huidige 'orde', waarbij structuren en ook het denken zijn gebaseerd op traditionele tech nologieën, is niet geschikt voor het vinden van oplossingen voor een maatschap pij die vanwege ICT tot totaal andere structuren en werkwijzen zal leiden. Wat nodig is, is een radicaal andere benadering die wel gebaseerd is op bestaande DE PROFESSIE 210 HANS HOFMAN 211

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Jaarboeken Stichting Archiefpublicaties | 1999 | | pagina 107