dragen; dat is een van de motieven voor registratie en een reden de documenten zo snel mogelijk ook onder fysieke controle te krijgen. Verlies door onachtzaamheid of ontvreemding is een voortdurend risico. Een tweede voorwaarde is goede fysieke condities, ter bescherming tegen verval van de drager en de boodschap. Als papier te lang in een vochtige omgeving ligt, gaat het schimmelen, rot weg en daarmee verdwijnt de boodschap. Voor een langdurige bewa ring is een geconditioneerde ruimte noodzakelijk. Films en magnetische dragers stellen hun eigen specifieke eisen. Bovendien moet de ruimte afdoende tegen brand zijn beschermd. De gebruikte verpakkingsmaterialen, zoals dozen, mappen, omsla gen, moeten aan bepaalde kwaliteitseisen voldoen. Zo moeten ze vooral zuurvrij zijn. Onderhoud Naarmate archiefdocumenten ouder worden, behoeven ze meer onderhoud. Conserverende maatregelen hebben als doel verval tegen te gaan. Daartoe behoren onder meer ontzuring en herverpakking. Restauratie omvat het herstellen van bescha digingen, die soms zeer aanzienlijk kunnen zijn. Restauratie is werk voor specialisten Verzuring In de negentiende eeuw kwam de grootschalige, machinale productie van papier op gang. Als grondstof verdrong hout de traditionele lompen. De kwaliteit van dat papier is slecht, onder andere vanwege de hoge zuurgraad. Grote delen van de negentiende eeuwse archieven verzuren en behoeven thans daarom dringend conservering en restauratie (om het verval te vertragen). Hetzelfde geldt trouwens voor bibliotheken. Daarnaast is inktvraat een bedreiging voor oude documenten. Vanaf de middeleeuwen tot in de twintigste eeuw werden documenten geschreven met ijzergallusinkt. Deze zure inkt werkt in op de papiervezels en breekt deze af. Fotokopieën uit het laatste kwart van de twintigste eeuw verbleken snel. Digitaal Conservering van digitale informatie is nauwelijks vergelijkbaar met dat van papieren documenten. Richt de conservering van papieren documenten zich primair op de drager, de conservering van digitale documenten concentreert zich op de informatie zelf. De drager speelt een ondergeschikte rol, zoals hiervoor al gesteld. Verandering van drager doet de documenten niet wezenlijk veranderen. Inderdaad is één van de conserverende maatregelen die regelmatig uitgevoerd moet worden, het overzetten op preservering 71

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Archiefschoolschrift | 2011 | | pagina 73