Bij het ontwerp van dit proces kwamen in Rotterdam nogal wat verschillen tussen de afdelingen aan het licht. Het gemeenschappelijke doel: de realisatie van het E-depot, hielp de verschillende inzichten te overbruggen en een uniforme procedure op te stellen. Voor de zoekfunctionaliteit werd een datamodel ontworpen gebaseerd op internationale beschrijvingstandaards ISAD(G), ISAAR(CPF), te implementeren in XML volgens de standaards EAD en EAC. In dat model werden ook de beschrijvingen van de biblio theek en de historisch-topografische atlas opgenomen. Op de schermen blijft de specifieke archief-, bibliotheek- of atlasterminologie gehandhaafd; 'onder de motor kap' is het model gestandaardiseerd. De onderzoeker wordt zo min mogelijk lastig gevallen met vakjargon. De klant staat steeds voorop. Digitaal archief en de daarmee gepaard gaande digitali sering van de dienstverlening biedt nieuwe mogelijkheden voor de beschikbaarstel ling en raadpleging. Fysiek aanvragen van digitale documenten is niet nodig; wat uit het depot wordt gehaald, hoeft niet meer te worden teruggezet. Dit vergt wel aan passingen aan de functionaliteit en was voor Rotterdam de aanleiding de hele zoek en raadpleegfunctie opnieuw te ontwerpen: het concept van de Digitale Balie. De Digitale Balie biedt naast de integrale zoekfunctionaliteit ook de mogelijkheid digitale documenten met de bijbehorende metadata (dissemenation infornation packages) te raadplegen. Metadatamodel Het hart van het hele systeem zijn de metadata. Zonder metadata is de informatie onvindbaar, onleesbaar en niet of nauwelijks meer te begrijpen. Digitale documenten zelf zijn in feite onzichtbaar - bits en bytes, nullen en enen, putjes in een schijf. In het OAIS-model is datamanagement, te interpreteren als metadata-management, een van de centrale functies. Terecht stelt Boudrez dan ook dat de inhoud van het depot meer is dan de documenten: 'Een digitaal duurzame archiveringsoplossing moet ook de metadata en de vele complexe relatie(s) digitaal duurzaam archiveren. Een digitaal depot dat hier niet aan voldoet trapt in dezelfde valkuilen als veel van onze archiefvormers die met digitalisering bezig zijn.' En dat geldt ook voor de digitale metadata van en/of over de analoge archiefdocumenten. Of de metadata in of buiten het depot opgeslagen worden is daarbij van ondergeschikt belang. In de vorige paragraaf kwam het ontwerp van het model voor beschrijvende metadata al aan de orde. Maar het metadatasysteem bevat meer: ook administratieve en tech nische metadata maken er onderdeel van uit. Administratieve metadata zijn gegevens over de directe herkomst, rechtstitel, eventuele openbaarheidbeperkingen, copyright, gebruik en dergelijke; technische metadata betreffen bestandsformaten, benodigde software en hardware enzovoort. Het metadatamodel is de basis voor het definiëren van de archival information packages; van daaruit worden de dissemenation information packages vastgesteld en eisen gefor muleerd voor de submission information packages. Verderop komen we hierop terug. Een nieuwe ontwikkeling in het Rotterdams metadata model was de introductie van authority files, een database met gegevens over personen, families en organisaties die op verschillende wijzen in relatie staan tot de opgeslagen informatie: zoals archiefvormer, auteur, kunstenaar, afgebeelde en onderwerp. Authority files vormen de schakels tussen de informatie objecten in de onderscheiden collecties; ze doorbre ken zo te zeggen de muren die traditioneel tussen de collecties bestaan. De authority files werden gemodelleerd volgens de standaard ISAAR(CPF). De realisatie van één centraal metadatasysteem houdt in dat bestaande metadata zullen moeten worden geconverteerd en aangepast. Dat betekent veel retrowerk, maar ook de gelegenheid om de kwaliteit van de legacy databases eens goed te bekijken. In een aantal gevallen zullen nieuwe gegevens, die vroeger nooit werden vastgelegd, moeten worden opgenomen. Bij het opzetten van een E-depot project moet hiermee rekening gehouden worden in verband met doorlooptijd, inzet van medewerkers en kosten. Realisatie implementatie Na het ontwerp volgt de realisatie. In de paragrafen over het projectmanagement zullen we zien dat realisatie en ontwerp ook parallel kunnen plaats vinden. Het belangrijkste is de software. Specifiek voor archieven is inmiddels E-depot software beschikbaar. Rotterdam heeft geparticipeerd in de ontwikkeling van software voor Nederlandse archieven door het Nationaal Archief. Die software is ook beschikbaar voor andere archieven. Wat hardware betreft heeft een archiefdienst de keuze tussen uitbesteden van opslag of dit in eigen beheer nemen. In het laatste geval zal een speciale serverruimte moeten worden ingericht. Valt de keuze op uitbesteden dan zullen uiteraard strenge eisen aan de dienstverlener moeten worden gesteld. Deze zijn afhankelijk van welke diensten afgenomen worden. 116 archiefschoolschrift 2 het e-depot als avontuur veranderingen in het archieflandschap: de digitale revolutie 117

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Archiefschoolschrift | 2010 | | pagina 60