peter horsman en rené spork E-depot Rotterdam 1 waarheen? aanbod Jarenlang konden archiefinstellingen en bibliotheken volstaan met (klimaat)bevei- ligde depots voor de opslag van kilometers papier. Nu komt er het E-depot voor de opslag van digitale informatie, terabyte op terabyte. Een ontspannen avondje televisie wordt plotseling onderbroken voor een rechtsreeks verslag van een gebeurtenis van groot historisch belang. Een politicus ligt vermoord op straat, getuigen vertellen wat ze hebben gezien en voorbijgangers geven de eerste geschokte reacties. Eigenlijk zouden deze beelden moeten worden bewaard voor het nageslacht. U start uw dvd-recorder (nog niet zo lang geleden had u een videorecorder met VHS of Betamax of Video 2000 banden) maar op een gegeven moment zet u de recorder weer uit. Er zal - zo denkt u niet ten onrechte - wel een of ander omroeparchief zijn dat zorg draagt voor de goede bewaring van dit materiaal. De partij van de politicus stelt haar website open voor reacties van burgers. Dagenlang komen er niet alleen condoleances binnen, maar ook allerlei uitingen van onvrede over de maatschappij. De website ontwikkelt zich zelfs tot het forum voor dergelijke uitingen. Steeds minder mensen schrijven brieven, maar e-mailen direct en daardoor is de toon wellicht ongenuan ceerder dan per brief. Andere politieke partijen zijn behalve geschokt door de moord, verbijsterd door de hoeveelheid felle reacties die dagelijks op internet worden gezet. De maatschappelijke onvrede blijkt groter dan men had gedacht. Ook deze partijen besluiten hun websites open te stellen voor discussies met hun achterban door middel van forums. De historicus die jaren later onderzoek doet naar de gebeurtenissen komt dankzij het raadplegen van (digitale) kranten, archieven, beeld- en geluidmateriaal en het houden van interviews redelijk, maar niet volledig, aan zijn trekken. Een van de ondervraag den: 'die maatschappelijke onrust, dat kun je je nu niet meer voorstellen. Wat er toen op internet verscheen, onze website was soms uren niet raadpleegbaar, zoveel belang stelling... Onze huidige site, ik geloof de vierde alweer, is lang zo populair niet'. Tja, had iemand er toen maar aan gedacht om die ene website te bewaren, in een elektro nisch depot, het E-depot. Ruimere blik "Vroeg of laat krijgt elke archiefdienst er direct mee te maken: de inrichting van een digitaal depot", zo opende Ivo Zandhuis zijn eerste artikel in mei 2005 in het Archievenblad. Het project was toen nog maar net gestart, met een ogenschijnlijk eenvoudige opdracht: de realisatie van een voorziening voor het veilig bewaren van digitaal archief. De voorziening kreeg de naam E-depot en het project een bijna typisch Rotterdams motto: E-depot. Doen! Maar wat was dat, een E-depot? Eigenlijk werd in het eerste jaar vooral een antwoord op die vraag gezocht. Was het E-depot niet meer dan veilige opslagruimte, zoals een fysiek depot - een depot zonder stellingen, of ging het om een e-archief, dat wil zeggen de hele organisatie? Het werken met een prototype van een E-depot gaf enige duidelijkheid, in elk geval het inzicht dat het antwoord noch het één noch het ander was. Immers, ook bij de opvat ting dat het E-depot 'slechts' een digitale equivalent van een depot met stellingen is, moet er het nodige rondom gebeuren. De documenten moeten opgenomen worden in het depot, en daarvoor is software nodig. De documenten moeten geplaatst en gevonden kunnen worden, daarvoor zijn metadata nodig - het onderwerp van het tweede artikel van Ivo Zandhuis. Maar opnemen, registreren, beschrijven en beschik baarstellen zijn ook kernactiviteiten van gewoon archiefbeheer en de projectgroep leden vonden het ongewenst dat de software voor de beheersfuncties rond het de artikelenreeks in het archievenblad van 2008 en de definitie van het e-depot

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Archiefschoolschrift | 2010 | | pagina 17