EEN
NIEUWE
WERELD
Auke van der Woud
Selectiebeleid
De discussie over het belang van historisch
onderzoek in de samenleving komt wederom
ter sprake als we het hebben over selectie
beleid, door Van der Woud bewust 'weggooi-
beleid' genoemd. Archivarissen zullen hun
positie in dit debat moeten bepalen en die
goed moeten kunnen verwoorden. Door
simpelweg te verwijzen naar selectielijsten zet
je jezelf op termijn buitenspel. Die discussie
over de maatschappelijke relevantie van
historisch onderzoek zou overigens veel breder gevoerd moeten
worden. Niet alleen in archieven en musea. 'Kijk maar naar die
huidige discussie over een Grexit. Die gaat in de kern helemaal
niet over economie maar over moraal. En het verleden, de
geschiedenis, speelt een hoofdrol.' Intussen is er volgens Van der
Woud een enorme intellectuele vervuiling gaande als geschiedenis
bij politieke standpunten wordt ingezet. Meningen worden
gepresenteerd als historische feiten. 'Het is de taak van historici om
de discussie over ons verleden zuiver te houden. Archieven spelen
hierbij een cruciale rol.'
Samenwerking met historici
Duurzame toegankelijkheid
Aanbod schept vraag
Het gesprek komt op een van de paradoxen van digitaliserings
projecten in het openbaar archiefwezen. De gemiddelde
archiefdienst in Nederland heeft zo'n 5 procent van de totale
archiefcollectie gedigitaliseerd. Dat is mooi, maar de keerzijde is dat
onderzoekers de resterende (nog niet gedigitaliseerde) 95 procent
onbenut dreigen te laten. Van der Woud herkent het fenomeen,
maar ziet het niet alleen als problematisch. 'Aan de ene kant is de
concentratie op die 5 procent efficiënt en tijdbesparend, zowel voor
onderzoekers als voor de archieven. Natuurlijk
is het jammer dat die overige 95 procent
minder aandacht krijgt, maar er zullen altijd
onderzoekers zijn die buiten de gebaande
wegen aan de slag gaan en daar thema's
ontwikkelen die bredere belangstelling krijgen.
Die zullen vervolgens dan ook voor een breder
publiek toegankelijk worden gemaakt, en zo
zal die 5 procent steeds verder uitgroeien.
De archiefdiensten kunnen ook zelf nieuwe
thema's op de agenda zetten. Musea hebben
hun oorspronkelijke conserverende taak
eveneens uitgebreid om hun maatschappelijke
positie te verstevigen.'
Tot slot bespreken we de verbinding tussen de professionele
historici en archivarissen. Als voorbeeld wordt de Rijksuniversiteit
Groningen (RuG) aangehaald, de laatste werkgever van Van der
Woud. Vanuit de RuG wordt een project gecoördineerd om de
Sonttolregisters 1487-1857 te digitaliseren en met behulp van
vrijwilligers te indexeren. Wetenschappers en archivarissen werken
hier intensief samen. Ook zijn er initiatieven met paleografische
tekstherkenningssoftware opgestart, die mede worden gefinan
cierd door leveranciers van archiefbeheersystemen. 'Of ik dit soort
contacten tussen historisch onderzoekers en archivarissen toejuich?
Ik durf het wel sterker te stellen. We moeten als historici vanuit al
onze vele historische subdisciplines alle zeilen bijzetten om de
maatschappelijke positie van archieven te versterken en voor de
toekomst veilig te stellen.' We leven in een samenleving waarin
historische kennis en historisch bewustzijn enorm onder druk staan.
Van der Woud noemt de canon van Nederland als voorbeeld.
'Die reduceert de 20e eeuw tot onderwerpen als Suriname,
aardgas, Drees en Anne Frank. Dat is toch een enorme vermage
ring van de historische rijkdom? Die canon is door de politiek
gepresenteerd als een oplossing, maar heeft het probleem
eigenlijk alleen maar verergerd.'
Cees Tromp Stadsarchief Deventer.
HET ONTSTAAN VAN
HET MODERNE
rol. Historici worden vooral getraind op de analyse en het
produceren van teksten, kunsthistorici zijn daarbij ook heel erg
beeldgeoriënteerd.'
We komen te spreken over digitale duurzaamheid en het probleem
van de duurzame digitale toegankelijkheid van archiefbescheiden,
zonder twijfel één van de grootste uitdagingen voor het archief
wezen in de 21e eeuw. 'Ja. Ik ben bekend met het probleem. Ik
heb er helaas geen oplossing voor. Het is ook niet goed om alleen
archivarissen ermee op te zadelen. Het gaat om een veel groter
vraagstuk, namelijk de betekenis van geschiedenis in de heden
daagse samenleving.' We zouden het daar eens wat vaker over
moeten hebben. Wat voor geschiedenis heeft onze samenleving
nodig? Wat bewaren we voor de historici van de 22e eeuw die
onderzoek naar de 21e eeuw gaan doen? Welke prijs zijn we als
samenleving bereid te betalen voor controleerbaarheid van
overheidshandelen in de afgelopen drie, vier decennia? Buiten het
archiefwezen leeft deze problematiek niet of nauwelijks. Van der
Woud is overigens optimistisch gestemd; hij is van mening dat we
de inventiviteit van historici niet moeten onderschatten. Zelfs al zou
het eerste kwart van de 21e eeuw de slechtst gedocumenteerde
periode sinds de uitvinding van de boekdrukkunst worden, dan nog
zullen historici wel een manier vinden om het verleden te kunnen
reconstrueren. 'Er komen ook steeds nieuwe bronnen bij.'
NEPERLANP
nummer 8 201 5 31