Over het belang van historisch
onderzoek in de samenleving
In gesprek met Auke van der Woud
Op vrijdag 17 juli 2015 sprak het Archievenblad met Auke van der Woud, emeritus-hoogleraar
architectuur- en stedenbouwgeschiedenis aan de Rijksuniversiteit Groningen, winnaar van de Libris
Geschiedenisprijs 2007 en bestsellerauteur over de negentiende eeuw. Een gesprek over zijn jongste
boek De nieuwe mens - waarmee hij opnieuw werd genomineerd voor de Libris Geschiedenisprijs -
en over het verrichten van archiefonderzoek, de positie van het archiefwezen en de betekenis van
geschiedenis in de hedendaagse samenleving.
Publicaties
Digitale raadpleegbaarheid
Veel van de door Van der Woud gebruikte bronnen zijn recent
gedigitaliseerd en gepubliceerd, zoals de digitale tijdschriften
collectie van de Technische Universiteit Delft en de gedigitaliseerde
krantencollecties van de Koninklijke Bibliotheek. Door de
digitalisering is het bestuderen van tijdschriften en kranten enorm
veranderd. 'Ik zat twintig jaar geleden in het faculteitsbestuur van
de Vrije Universiteit in Amsterdam en verkeerde in de gelukkige
omstandigheid dat ik toen een onderzoeksassistent kreeg.
Die kopieerde aan de hand van mijn trefwoorden heel veel
artikelen uit voor mij relevante negentiende-eeuwse tijdschriften.'
Van der Woud maakt nog steeds dankbaar gebruik van die enorme
berg aan informatie, maar tegenwoordig gaat het verzamelen van
materiaal aanzienlijk sneller, zonder reistijd en -kosten en vaak
tegen lagere reproductiekosten. Deze ontwikkeling biedt onder
zoeksmogelijkheden die nog niet zo lang geleden ondenkbaar
waren. De publicaties van Van der Woud zijn voorzien van prachtig
beeldbankmateriaal. Vooral uit de fotocollecties over de late
negentiende en vroege twintigste eeuw van het Stadsarchief
Amsterdam, het Stadsarchief Rotterdam en het Gemeentearchief
Den Haag. Van der Woud geeft aan dat het verzamelen van de
illustraties in zijn boeken helemaal niet zo arbeidsintensief was.
'Fantastisch wat je met al die beeldatlassen op internet kunt doen.
Mijn achtergrond als kunsthistoricus speelt hier wellicht ook een
Van der Woud heeft zelf niet veel ervaring met het doen van
archiefonderzoek. 'Nee. Eigenlijk nooit. De laatste keer dat ik veel
in archieven zat was tijdens mijn doctoraalscriptie. Dat is dus al
heel lang geleden. Ik heb er ook wel een reden voor. Archief
onderzoek is tijdrovend, zeker als je een breed opgezet onderzoek
hebt. En het probleem is dat je met archiefwerk vooraf eigenlijk
nooit weet wat het oplevert. Je hebt daardoor de neiging om
vooral aandacht te besteden aan waar je veel van vindt.'
Het aanbod stuurt de vraag. Maar er is nog een belangrijker reden.
In de publicaties van Van der Woud vormt openbare meningsvor
ming een belangrijk thema. Een mooi voorbeeld is Een nieuwe
wereld (2006), over het ontstaan van het moderne Nederland. In
deze publicatie wordt veel aandacht besteed aan de grote
infrastructurele werken van de negentiende eeuw. Voor dit
onderzoek heeft Van der Woud veel gebruik gemaakt van
vaktijdschriften van beroepsgroepen als architecten, ingenieurs,
juristen en economen. Deze geven als geen ander de ontwikkeling
van de argumenten, de voor- en nadelen, de visies en de
perspectieven van ontwerpers en gebruikers weer. Gedrukte en
gepubliceerde bronnen worden door veel historici vaak wat minder
belangrijk ('secundair') gevonden, volgens hem ten onrechte. Elke
onbewerkte bron is in zijn beleving een primaire bron. 'Het kan ook
een krantenartikel van gisteren zijn', afhankelijk van het onderzoek
en de methode. 'Ik heb studenten altijd aangemoedigd om meer
met oude tijdschriften aan de slag te gaan.'
In Een nieuwe wereld (2006) beschrijft Van der Woud het ontstaan
van het moderne Nederland. In de negentiende eeuw ontstond
een ongeëvenaarde dynamiek op economisch, sociaal, politiek,
cultureel en wetenschappelijk terrein. De centrale stelling is dat die
veranderingen vanaf 1850 plaatsvonden als gevolg van de grote
infrastructurele projecten en de daarmee samenhangende
opkomst van massatransport en massacommunicatie. Zijn laatste
publicatie, De nieuwe mens (2015), kan worden gezien als een
vervolg op Een nieuwe wereld. Het beschrijft hoe en waarom die
enorme dynamiek ook de mentaliteit, de 'cultuur' in Nederland
in het laatste kwart van de negentiende eeuw veranderde.
Er ontstond een massacultuur die tegelijk heel individualistisch
en pluriform was, en die bol stond van de tegenstrijdigheden:
de bakermat van onze moderne, materialistische massacultuur.
Wie de geschiedenis van onze moderne cultuur wil bestuderen,
is aangewezen op de massamedia van de late negentiende en
twintigste eeuw. Voor het conserveren en ontsluiten van die media
zijn onze bibliotheken en het archiefwezen van vitaal belang.
30 2015 nummer 8