V
De archiefervaring van
Vincent Robijn
In deze rubriek gaat het doorgaans over
bijzondere archiefstukken en de (historische)
sensatie die deze oproepen. De archiefervaring
die ik hier beschrijf, is een geheel andere. Het
gaat over een archiefstuk waarvan ik weet
dat het bestaat, waarvan ik zelfs de exacte
vindplaats ken, maar dat ik nooit zal zien. Het
is een persoonlijk verhaal dat tegelijkertijd voor
mij als archivaris interessante ethische vragen
oproept.
'Mijn persoonlijke zoektocht
botste met mijn nieuw
gekweekte beroepsethiek.'
Natuurlijk kan ik geen 75 jaar wachten totdat de woningkaart
openbaar is. Uiteindelijk kreeg ik via een contactpersoon direct
toegang tot het collectieve geheugen van de Turkse gemeen
schap. Er kwamen vele verhalen los, er werd gebeld en
gewhatsappt naar dorpen diep in het Turkse binnenland. Terwijl
ik dit artikeltje schrijf, wacht ik op de resultaten van het
onderzoek in het meest complexe en oude archief waarover de
mensheid beschikt: het DNA.
Toen ik een jaar of twintig was, vertelde mijn moeder mij dat
mijn biologische vader een Turkse gastarbeider was. Voor een
jongen die op Ameland opgroeide, nooit in het buitenland was
geweest en er tamelijk Hollands uitziet, was dat op zijn zachtst
gezegd nogal een verrassing. Persoonlijke gegevens van de
man in kwestie had mijn moeder niet. Het enige 'harde feit'
waarvan zij zeker was, was dat mijn vader in een appartement
woonde boven het bakkerswinkeltje waar zij als winkeljuffrouw
werkte. Zonder naam is het natuurlijk vrijwel onmogelijk
zoeken. Toch heb ik urenlang oude telefoongidsen doorgebladerd,
zonder resultaat. Aanbellen in de bewuste straat leverde ook
niets op. Bewoners herinnerden zich de bakkerswinkel goed,
maar wisten niets over Turkse mannen die in de bovenwoning
zouden hebben gewoond.
Een aantal jaren later kreeg ik mijn eerste baan in het openbaar
archiefwezen. Bij het streekarchief in Heusden leerde ik de
woningkaarten kennen: losse kaarten waarop per adres
genoteerd werd wie er wanneer woonachtig was, waar deze
personen eerder hadden gewoond en waar ze naartoe waren
verhuisd. Dat was een openbaring: eindelijk kon mijn zoektocht
echt beginnen! Vol verwachting meldde ik mij op de studiezaal
van het archief van de bewuste gemeente. Daar kreeg ik echter
te maken met de soms weerbarstige archiefpraktijk. De woning-
kaarten waren onder de GBA geplaatst en bij overbrenging naar
de archiefbewaarplaats was bepaald dat deze pas na 75 jaar
openbaar werden. Hoewel er doorgaans weinig persoonlijke
gegevens op staan, begreep ik wel waarom de kaarten nog niet
openbaar waren: van bepaalde instellingen wil je niet dat de
namen van nog levende 'bewoners' op straat liggen. Voor mij
persoonlijk voelde het feit dat ik geen inzage kreeg echter
nogal oneerlijk. Als mijn vader in een gemeente had gewoond
waar de woningkaarten wel openbaar zijn (en die zijn er!), had
ik zijn naam wellicht zo gevonden.
Ondertussen was ik zelf gediplomeerd archivaris geworden en
merkte ik dat mijn persoonlijke zoektocht botste met mijn
nieuw gekweekte beroepsethiek. Zo haalde ik het niet in mijn
Vincent Robijn (foto Sebastiaan ter Burg).
hoofd om de studiezaalmedewerkers te vragen de dozen met
woningkaarten even onbeheerd op de balie achter te laten terwijl
zij 'even koffie gingen drinken', zoals vrienden suggereerden. Ik
kon als archivaris toch niet verlangen dat mijn vakgenoten voor
mij regelgeving negeerden? Ik vroeg mij af wat ik als professional
zelf in een dergelijke situatie zou doen. Zou ik de woningkaart
verstrekken, misschien in een achterafkamertje? Of overtrad ik
daarmee de ethische code? En stel nou dat ik zelf in het
bewuste archief werkte? Zou ik dan de verleiding kunnen
weerstaan? Wat betekent mijn persoonlijke zoektocht voor mijn
opvatting als archivaris over openbaarheid? Ga ik nu onbewust
soepeler met openbaarheidsbeperkingen om dan andere
collega's die geen persoonlijk belang hebben? Het zijn ethische
vraagstukken die zich pas echt - en letterlijk - doen voelen als
het om jou persoonlijk gaat.
Vincent Robijn gemeentearchivaris bij Archief Eemland.
nummer 7 201 5 5