r
V
KVAN
Nieuws
Tafelgesprekken samen
werking KVAN-BRAIN
Een belangrijk element in beide
tafelgesprekken was de vraag: wie
vertegenwoordigen we eigenlijk?
Noodzaak
Belangentegenstelling?
Waar liggen de grenzen van onze
branche? Aan welke kernwaarden
willen we vasthouden?
Deelnemers aan de KVAN-dagen in Amersfoort konden tijdens
zogenoemde 'tafelgesprekken' met elkaar van gedachten
wisselen over uiteenlopende thema's. KVAN en BRAIN hebben
deze tafelgesprekken benut om met hun leden te discussiëren
over de beoogde samenwerking tussen beroepsvereniging en
brancheorganisatie. Op maandag 8 juni waren er twee van
deze tafelgesprekken, telkens met zo'n tien
belangstellenden.
Beide tafelgesprekken werden kort ingeleid door KVAN-voorzitter
Hannie Kool-Blokland. Zij zette uiteen dat de besturen van KVAN
en BRAIN doordrongen zijn van de noodzaak om meer met elkaar
samen te werken. Belangrijke overwegingen daarbij zijn doel
matigheid (voor beide besturen geldt dat er veel werk verzet
moet worden, bovendien zorgt een krachtenbundeling mogelijk
voor reductie van kosten) en de zichtbaarheid van archiefinstellingen
en archivarissen naar buiten. De mogelijkheden tot samenwerking
worden sinds afgelopen voorjaar intensief verkend, waarbij KVAN
en BRAIN professioneel begeleid worden door Berenschot.
Vooralsnog heeft dit traject geresulteerd in een eerste nieuwsbrief
en de formulering van een stappenplan. In de zomermaanden
geven twee klankbordgroepen hun input en visie op de samen
werking. Daarna wordt in samenwerking met leden van beide
verenigingen een eerste visiedocument geschreven, dat naar
verwachting in oktober aan het veld voorgelegd wordt. Zo moet
dit najaar inzichtelijk worden wat beide verenigingen bindt en hoe
een gemeenschappelijke toekomst eruit zou kunnen zien. Later dit
jaar moet dit leiden tot een niet-vrijblijvende, intensieve
samenwerking. Om helder te krijgen welke vorm daarbij het beste
is, vinden KVAN en BRAIN het van belang dat alle leden kunnen
meedenken en meebeslissen. Met de tafelgesprekken werd de
achterban dan ook nadrukkelijk gevraagd naar meningen en
adviezen. Wat zijn de criteria waaraan de beoogde samenwerking
moet voldoen? Welk model past daarbij, welke elementen willen
de leden uiteindelijk terugzien? Op welke terreinen kunnen BRAIN
en KVAN probleemloos samen optrekken, en op welke niet?
Alle deelnemers aan de tafelgesprekken waren overtuigd van de
noodzaak tot samenwerking. Over de voordelen van samenwerking
waren de gehoorde opvattingen eensluidend. Eenieder ziet in dat
het bestaan van twee verenigingen nauwelijks meerwaarde
oplevert, en dat een bundeling van krachten beide organisaties in
praktisch opzicht meer armslag zou geven. Maar ook een hoger
belang werd algemeen onderkend: de zichtbaarheid van het
archiefwezen. Dat er nu twee organisaties naast elkaar bestaan, is
verwarrend voor zowel de sector zelf als voor buitenstaanders. De
archiefwereld zou veel baat hebben bij een verbeterde zichtbaar
heid, een grotere herkenbaarheid en een nadrukkelijkere
aanwezigheid in publieke debatten. Als de archiefsector een
duidelijker smoel zou hebben, was het eenvoudiger om succes
volle lobby's te voeren en afstemming te zoeken met verwante
sectoren zoals die van musea en bibliotheken. Nu kwesties rond
digitalisering en de daarmee samenhangende risico's steeds vaker
het openbare debat beheersen, is het moment daar om onze
sector beter te positioneren en onze positie te verstevigen.
Er klonken vele positief-kritische geluiden. Aanbevelingen werden
gegeven zoals de opmerking dat het een gemiste kans zou zijn
wanneer niet ook andere partners bij de ontwikkelingen
betrokken worden, bijvoorbeeld de vereniging SOD. Met name bij
mensen met een DIV-achtergrond is er behoefte aan een zo breed
mogelijke koepel, die als kenniscentrum kan dienen en zo een
vergelijkbare rol zou kunnen vervullen als DIVA in het verleden.
In de tafelgesprekken keerde ook een eerder gehoord bezwaar
terug: het wezenlijke verschil tussen een branchevereniging en
een beroepsvereniging. Wellicht zou dat een probleem kunnen
vormen op het moment dat zich een belangentegenstelling
voordoet tussen een beroepsbeoefenaar en zijn of haar werkgever.
Sommigen gaven aan dat dit nader onderzocht moet worden,
hoewel velen stelden dat dit een erg theoretische benadering is.
Uit het buitenland kennen we voorbeelden waarin die combinatie
goed werkt, maar wellicht zijn er ook problemen opgetreden. De
vraag is hoe je ervoor kunt zorgen dat de archivaris in zijn rol als
36 2015 nummer 7