Driemaal gedonder in de auteursrecht glazen Archiefinstellingen en bibliotheken digitaliseren hun materiaal en voorzien zo in een grote maatschappelijke en wetenschappelijke behoefte. Vond raadpleging voor het digitale tijdperk alleen op de studiezalen plaats, nu is veel materiaal via het internet onafhankelijk van tijd en plaats in te zien. Dat deze nieuwe vorm van openbaarmaking botst met een verouderde auteurswetgeving is niet verwonderlijk. De uitkomst van deze botsing: mogelijk een systeem van Extended Collective Licensing. De huidige regering lijkt daarop aan te sturen. Vooraf versus achteraf Overeenkomsten Leiden Na jaren van gesprekken en een uitspraak van de Haagse rechter eind 2014, hebben de partijen overeenstemming bereikt over een collectieve regeling voor de duur van drie jaar. Met deze regeling verkrijgt de Leidse archiefinstelling toestemming om via internet toegang te bieden tot de artikelen en afbeeldingen van freelance makers die zijn opgenomen in het krantenarchief. Redactie Archievenblad Foto: Sjoerd Knibbeler. Archiefinstellingen zijn geen pakhuizen maar schatkamers, waarvan de overheid vindt dat de inhoud aan een zo breed mogelijk publiek moet worden getoond. Bewaren zonder benutting heeft weinig zin. De beeldbanken (online catalogi) van archieven voorzien in een enorme behoefte. Juist om de rechthebbenden te beschermen tegen ongeoorloofd gebruik worden beelden slechts in lage resolutie gepresenteerd. Bovendien wordt aan recht hebbenden - voor zover bekend - toestemming gevraagd. Met honderdduizenden beelden online is inbreuk op auteursrecht nooit volledig uit te sluiten. Archiefinstellingen kunnen bij inbreuken alsnog het beeld verwijderen dan wel een regeling treffen. Als collectieve beheerorganisatie van beeldmakers wil Pictoright geen regeling achteraf maar vooraf. Pictoright wil dat erfgoedinstel lingen commerciële licenties afnemen voor een vast bedrag per jaar voor een collectieve toestemming van de bij Pictoright aangesloten rechthebbenden. Voor andere rechthebbenden wil Pictoright een vrijwaring tot een bepaald bedrag afgeven. Dat komt neer op een verzekering die geen volledige zekerheid biedt. Het is bovendien de vraag hoeveel bij Pictoright aangesloten rechthebbenden deel uit maken van de beeldbank, met andere woorden: waar betaal je voor? Dat laatste is duidelijk: ter voorkoming van gedonder in de auteursrechtglazen. Individuele rechthebbenden zullen zich niet massaal bij archiefinstellingen melden. Organisaties als Pictoright zeggen, en dat klopt: wij zijn er om hun belangen te behartigen. En dus stapt Pictoright naar de rechter, die te maken heeft met de (verouderde) Nederlandse Auteurswet en verscherpte Europese wetgeving. Aanvankelijk begaf Pictoright zich, in de woorden van Paul Keller op de KVAN-dagen, 'nogal agressief op de markt'. Het Nationaal Archief heeft bijvoorbeeld met Pictoright eerder een overeenkomst gesloten, net als de Koninklijke Bibliotheek (met Lira en Pictoright, respectievelijk voor de beeldbank en voor gedigitaliseerde kranten). Daarna benaderde Pictoright andere instellingen. Archiefinstellingen zijn het openbare geheugen van de samen leving, zonder winstoogmerk, en dragen de zorg en kosten voor de zorgvuldige bewaring (in klimaatgecontroleerde depots) van archieven en collecties. Zij stellen iedereen in de gelegenheid om (historische) informatie te zoeken en te vinden. De kosten voor beschikbaarstelling zouden op korte termijn weleens flink op kunnen gaan lopen. Zie de (voorlopige) uitkomst van onderstaande drie zaken. Auteursrechtorganisaties Lira en Pictoright hebben in mei 2015, na overleg met de gemeentelijke archiefinstelling Erfgoed Leiden en Omstreken, een akkoord bereikt. Hiermee zullen freelance tekst en beeldmakers auteursrechtelijke vergoedingen ontvangen voor het online tonen van honderdduizenden krantenpagina's uit diverse Leidse dagbladen. 10 2015 nummer 7

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Archievenblad | 2015 | | pagina 10