Uitgelezen
Geen regels
Drijvende kracht
Na de oorlog bleek dat het Algemeen Rijksarchief niet was
toegerust om in de oorlog gevormde archieven te beheren.
Direct na de bevrijding bestonden er eigenlijk geen regels voor
de bescherming van de nationaalsocialistische archieven. De
regering in Londen had hier eigenlijk niet over nagedacht.
Annemieke van Bockxmeer, De oorlog verzameld.
Het ontstaan van de collectie van het NIOD
De Bezige Bij (Amsterdam, 2014), ISBN 9789023489498, 256
pp., 24,90.
Afgelopen november promoveerde Annemieke van Bockxmeer
op een studie over de geschiedenis van de vorming van de
collectie van het NIOD tot circa 1950. Van 1989 tot 2011 was zij
werkzaam aan dit instituut, vanaf 1996 als archivaris. Ze raakte
vertrouwd met de collectie en haar eigenaardigheden. Het intri
geerde haar steeds meer hoe die documenten bij dit instituut
terecht waren gekomen. Ook de verhalen over hoe men met
een vrachtwagen naar Duitsland vertrok om daar archiefbestand
delen op te halen, zijn heroïsch. Van Boxkxmeer wil dit beeld
van een soort van Gideonsbende nuanceren. De vorming van
het NIOD-archief is volgens haar illustratief voor twee langjarige
processen. Ten eerste 'de leeszaalbeweging', ofwel het streven
naar voor iedereen bereikbare openbare bibliotheken. Daarnaast
was er de 'de hang naar het verleden'.
De voorbereiding voor de vorming van de collectie en het
oprichten van een instituut begonnen al tijdens de oorlog. Op
het door de Duitsers opgerichte departement van Opvoeding,
Wetenschap en Cultuur werkte J.K. (Jan Karel) van Haagen. Hij
was de drijvende kracht achter het culturele beleid dat ook
tijdens de bezetting de historische continuïteit als uitgangspunt
had. De overtuiging dat cultuur een volk tot een eenheid smeedt,
was sterk aanwezig tijdens het interbellum en kreeg nog een
extra impuls tijdens de bezetting. De bezetters gaven een
stimulans aan het denken over erfgoed. Tijdens de bezetting
werden ook diverse depots gebouwd en verbeterd, wat het
archiefbeheer ten goede kwam. Van Haagen stelde - samen
met onder andere N.W. Posthumus, grondlegger van onder
andere het IISG - een notitie op waarin hij pleitte voor een rijks
instituut waar het materiaal over deze bijzondere periode bewaard
moest worden. Uiteindelijk is het bij een illegale notitie gebleven,
maar de ideeën waren er al wel.
Gelijktijdig waren in Londen Lou de Jong en minister Gerrit
Bolkestein bezig met eenzelfde plan. Minister Bolkestein riep
tijdens de bezetting op om materiaal te verzamelen en dag
boeken bij te houden. Dit inspireerde Anne Frank om haar
dagboek te (her)schrijven.
34 2015 nummer 6