V Zowel voor onderwijs als onderzoek liggen er nog steeds prachtige mogelijkheden. Al begint de tijd wel te dringen. Profetische woorden Na overbrenging zijn het burgers en onderzoekers die met de vorming van die archieven niets van doen hebben gehad. Op dit scharnierpunt van overbrenging komen beide werelden, die verder vrijwel autonoom opereren, kortstondig bij elkaar in de vorm van het opstellen en toepassen van een selectielijst en het maken van een voor secundair gebruik geschikte toegang (inventaris), die ervoor moet zorgen dat de over te brengen archiefbescheiden in hun administratieve context kunnen worden gekend en het stellen van openbaarheidsbeperkingen. De harde cesuur van de overbrenging is in tal van maatregelen en instrumenten terug te zien en leidt tot steeds grotere aansluitproblemen bij de feitelijke overbrenging van archieven. De cesuur draagt ook bepaald niet bij aan een integrale benadering van overheidsinformatie waarbij alle belangen gelijktijdig in plaats van volgtijdelijk worden gediend. Om een paar problemen te noemen: het openbaarheidsregime van de WOB (informatiestelsel) dat van toepassing is vóór de overbren ging en het openbaarheidsregime van de Archiefwet (docu mentstelsel) van na de overbrenging, schuren steeds meer. Het gevolg kan soms zijn dat een burger vanwege beperkingen die bij overbrenging aan de openbaarheid worden gesteld, minder toegang heeft tot overheidsinformatie dan toen diezelfde informatie nog niet was overgebracht en met een beroep op de WOB kon worden opgevraagd. Veel van de eisen die in de Archiefregeling worden gesteld zijn slechts van toepassing op de te bewaren archiefbescheiden, waardoor een integrale benadering van de informatiehuishouding geen juridische basis heeft. Actieve openbaarheid en open data beleid kunnen grote gevolgen hebben voor de systematiek van waardering en selectie van archieven. Indien die mechanismen - die nu volstrekt naast elkaar worden georganiseerd - niet vanuit een integrale invalshoek en visie worden ingericht, kan het zomaar gebeuren dat data als open data beschikbaar worden gesteld terwijl diezelfde gegevens als vernietigbaar in de selectielijst te boek kunnen staan. De sterke gerichtheid op het scharnierpunt van de over brenging laat de afstand van het openbare archiefwezen tot de primaire processen intact. Dat leidt tot een grote afhankelijkheid van wat in eerdere fasen van informatiebeheer gebeurt en maakt de sturingsmogelijkheden op de kwaliteit ervan erg klein. Het is nu bijna 65 jaar geleden dat de toenmalige algemene rijksarchivaris Graswinckel de onder vakgenoten legendarisch geworden lezing 'Hercules op de Tweesprong' gaf. Daarin hield hij een krachtig pleidooi voor nauwe samenwerking met de registratuur. Nog steeds lezenswaardige kost! Volgens Gras winckel was het wenselijk dat de archivaris 'ten opzichte van de ordening der stukken in de registratuur een stem in het kapittel had, want hij toch is degene die later, als de stukken zijn Ton Elias, voorzitter Kamercommissie ICT: 'De commissie heeft informatie regelmatig ontijdig, incompleet en in sommige gevallen zelfs incorrect ontvangen' (foto Nick van Ormondt, Wikimedia Commons). informatie- en archiefketen wordt gesproken, wordt meestal gedoeld op de verschillende spelers die betrokken zijn bij het beheer van overheidsinformatie. Archiefinstellingen als het Nationaal Archief, maar dat geldt evenzeer voor de gemeente archieven, zitten van oudsher achteraan in de keten: ze staan ver af van de primaire processen werkprocessen) die informatie genereren. Bovendien beheren ze hoofdzakelijk procesgebonden informatie die geen directe relevantie meer heeft voor de primaire processen. In weerwil van de theorie van het records continuum is het businessmodel van het openbaar archiefwezen nog steeds gebaseerd op en ingericht volgens het idee van het levenscyclusmodel; alsof de archiefbescheiden het vaststaande stramien volgen van creatie, gebruik ten behoeve van het primaire proces (waarvan de intensiteit met de loop der jaren sterk afneemt), selectie, vernietiging en gedeeltelijk behoud vanwege historische en erfgoedwaarde. Het koppelvlak tussen gebruik door en beheer van de informatie ten behoeve van het primaire proces en beheer en beschikbaarstelling ten behoeve van het secundaire gebruik, is georganiseerd in de figuur van de overbrenging. Overbrenging is in essentie een formele handeling met een rechtsgevolg: met de overbrenging van archiefbescheiden van overheidsorganen naar een archiefbewaarplaats worden de bepalingen over openbaarheid van de Archiefwet 1995 van toepassing. Maar overbrenging vormt ook een belangrijke cesuur in het archivistisch handelen. De gebruikers van informatie van vóór overbrenging zijn overwegend ambtenaren. nummer 6 201 5 19

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Archievenblad | 2015 | | pagina 19