fMi\ töJüllfr 8 office ®:ii' Jfl UHll ü»lSS™ records ra i vernietigen stukken. Vervroegde over brenging geeft ook problemen bij het beperken van de openbaarheid; er mag alleen worden getoetst aan de beper kingen van artikel 15 van de Archiefwet, en niet aan de ruimere beperkingen van Wob of Woo, zoals persoonlijke beleids opvattingen, opsporing van strafbare feiten of toezicht en inspectie; kenmer kende belangen voor de administratieve fase. Ten slotte lijkt het niet praktisch om de actieve openbaarmaking over twee partijen te verdelen: de archief instelling voor de 'producten' van de administratie en de archiefvormer voor het informatieregister. Samenvattend kunnen we stellen dat de wetgever de archiefvormers een belangrijke rol geeft in het openbaar maken van overheidsinformatie, waarbij nog tal van uitdagingen in het verschiet liggen. Infrastructuur overvii 9™ engagement Q/ J development Zfl - crlfcrtg-y offices u M a ^,e,n i rt n. cducnti community on directive a 2 frflj 3*^3 1 "i «KtWIIv» M S within "g WorkfIow tnnls include inwerkingtreding moeten nog volgen na vaststelling van de wet, maar de archief vormers zullen hier een hele kluif aan gaan krijgen. Ze moeten openbaarheid by design gaan inrichten in hun registratie- en informatiesystemen en daarbij per document (of per proces c.q. zaaktype?) afwegen of er uitzonderingsgronden van toepassing zijn. Er zijn veel vragen te stellen bij dit register: hoe kunnen informatiesystemen erop worden ingericht?; hoe actueel moet het register zijn? (ook van lopende zaken?); hoe moet de toegang eruitzien?; hoe wordt de context (van bijvoorbeeld zaken en taken) aangegeven?; moet de interne logica en jargon worden 'vertaald' voor buitenstaanders? (en zo ja, hoe dan?); wordt het geen overkill voor de burgers?; worden er geen documenten buiten het register gehouden? Nederlandse over heden zouden kunnen kijken naar buitenlandse voorbeelden; in verschillende Noord-Europese landen bestaan al dergelijke registers. Feitelijk moet hetzelfde gebeuren als bij het beperken van de openbaarheid bij overbrenging: beoordeling van openbaarheid vooraf en niet pas wanneer de informatie wordt gevraagd. Vanwege rechtsgelijkheid en efficiency moet dit dan ook nog by design worden ingericht en niet per geval apart worden beoordeeld. De indieners van het wetsvoorstel gaan ervan uit dat het aantal Wob-verzoeken zal afnemen, maar dat is natuurlijk niet zeker. Het opvragen moet wel gemakkelijker worden gemaakt; het voorkeurskanaal is elektronisch, bijvoorbeeld met een web formulier, verbonden aan het informatie register. Naast het informatieregister betekent de eis dat informatie actueel, nauwkeurig en vergelijkbaar is, dat de archiefvormer zijn informatie op orde moet brengen en houden. Dit is zo mogelijk een nog grotere uitdaging, want wie kent niet de informatiesystemen die incomplete, onjuiste of verouderde gegevens bevatten? 'Informatie op orde' is ook basisvoorwaarde voor efficiënte en effectieve beschikbaarstelling van open data. Voor de actieve en passieve openbaarheid moet de archiefvormer zich goed gaan verdiepen in de uitzonderingsgronden; het ruime openbaarheidsregime van de Archiefwet gaat immers al grotendeels gelden bij de archiefvormer. De archief vormer kan beter niet vervroegd over brengen, omdat er dan (nog meer dan nu) twee openbaarheidsregimes worden gehanteerd over hetzelfde tijdvak en dezelfde onderwerpen, alleen door het - in dit verband niet relevante - onder scheid tussen te bewaren en te De klassieke infrastructuur voor actieve openbaarheid van overheidsinformatie was (is) de website van het overheids orgaan en de websites van archief instellingen. Daarnaast zijn er inmiddels al veel thematische sites, zoals wiewaswie.nl, risicokaart.nl, overheid.nl en vanAnaarBeter.nl. Overal worden pogingen gedaan het aanbod van 16 2014 nummer 8

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Archievenblad | 2014 | | pagina 16