Open overheid en archieven Actieve openbaarheid bij de archiefvormer Overheid reno Roland Bisscheroux schreef in het Archievenblad van mei 2014 over de rol van archiefinstellingen in de 'open overheid', in het bijzonder over actieve openbaarheid door vervroegde overbrenging. De relatie 'openbaarheid van overheidsinformatie' en 'archieven' is echter veel breder dan vervroegde overbrenging en beperkt zich niet tot de archiefinstellingen. OPEN Wetgeving Archiefwet Tineke Rouschop I OVERHEID Juist de archiefvormers zullen in de nabije toekomst een belangrijke rol krijgen in het openbaar maken van overheidsinformatie. Dit overzichtsartikel geeft de huidige stand van zaken ten aanzien van de relatie tussen openbaar heid en archieven weer en biedt een doorkijk naar enkele ontwikkelingen in de nabije toekomst.1 De meest in het oog springende verandering is de verschuiving van passieve openbaarheid (op verzoek) naar de actieve openbaar heid (zonder verzoek). Veel overheids rapporten, onder meer de kabinetsvisie en het 'Actieplan open overheid', gaan uit van de aanname dat wanneer een overheidsorgaan zijn 'informatie op orde' heeft, het eenvoudig mogelijk is om informatie openbaar te maken, als het ware 'by design'. Maar is die aanname wel correct, is het wel zo eenvoudig?2 Net als Bisscheroux, groepeer ik de beschrijving van de ontwikkelingen naar de drie 'instrumenten' die de 'Visie open overheid' noemt, namelijk wetgeving, infrastructuur en cultuur. Wetgeving geef ik het meeste aandacht, omdat hierin het recht voor de burger op openbaarheid van overheidsinformatie is verwoord. De overheidsorganen kunnen dit niet vrijblijvend opvatten. De belangrijkste huidige wetten voor openbaarheid van overheidsinformatie zijn de Archiefwet (Aw) en de Wet open baarheid van bestuur (Wob). Bij de Tweede Kamer ligt een initiatiefvoorstel voor een nieuwe openbaarheidswet: de Wet open overheid (Woo)3, die de Wob moet gaan vervangen. Het is nog niet zeker dat dit wetsvoorstel ongewijzigd wordt aangenomen, maar de bepalingen zijn wel een vertaling van de huidige beleidsopvattingen en -uitgangspunten, zoals het open data-beleid. De openbaarheid volgens de Archiefwet geldt voor alle organen en personen, die krachtens publiekrecht zijn ingesteld en/of met openbaar gezag zijn bekleed. De openbaarheid geldt alleen voor de overgebrachte (te bewaren) archieven, die bij de archiefvormer4 of bij een archiefinstelling verblijven. Overbrenging is een rechtshandeling die volgens de wet moet plaatsvinden na twintig jaar, maar in de praktijk komt vervroegde of - vooral - verlate overbrenging geregeld voor. Bij overbrenging kunnen beperkingen aan de openbaarheid worden gesteld, op een bepaald aantal gronden en voor bepaalde tijd.5 De Archiefwet kent openbaarheid volgens het documentstelsel, in tegenstelling tot het informatiestelsel. Anders dan vaak gesteld, hebben deze stelsels betrekking op de 'vraagzijde' van informatie, niet op de 'aanbodzijde'. In het documentstelsel moet men bij 14 2014 nummer 8

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Archievenblad | 2014 | | pagina 14