'Eind 1976 kon ik als burger bij de marine aan de slag, als hoofd Secretarie en Archief bij een soort Welzijnszorg, met aan het hoofd van de dienst een marinier. Een kleine organisatie waar zowel burgers als militairen werkten en iedereen multi-inzetbaar moest zijn. Een geweldige tijd waarbij veel gepionierd werd op het gebied van video-opnamen voor militairen op en overzee, het thuis front steeds meer sociale en maatschap pelijke aandacht kreeg, met geringe budgetten nationale en internationale militaire sportevenementen werden georganiseerd en de restitutie van studiekosten voor de militair nog moei zaam verliep. Na negen jaar tegen de duintoppen van Huisduinen te hebben aangekeken, werd het in 1985 tijd voor iets nieuws. Ik maakte de overstap naar een centrum voor automatisering van wapen- en commandosystemen. Als senior mede werker DIV ruilde ik mijn elektronische typemachine in voor een computer met een databaseprogramma voor de registratie van poststukken en onderging 'mijn archief' een inspectie door een archiefinspecteur van Defensie. Zijn werk maakte enorm veel indruk. Hij adviseerde me een archiefopleiding te volgen. Ik ben direct begonnen met de opleiding SOD-I. Bij dit centrum werkten 14 vrouwelijke en 136 mannelijke burger- en militaire collega's. Hier ontmoette ik mijn echt genoot, die militair was en zou gaan varen. Ik was eraan gewend dat militairen na drie jaar een andere plaatsing kregen en zoals dat vaak gebeurt bij een afscheid, beloof je elkaar nog eens te zien en een borrel te drinken. In de praktijk komt daar vaak weinig van terecht, maar met Wil Louwerse was het anders: inmiddels zijn we bijna 25 jaar getrouwd.' 'Ja, en ik had me net aangemeld voor de opleiding SOD-II toen ik vanwege de overplaatsing van mijn man naar Brussel mijn baan moest opzeggen. Een moeilijk moment want na ruim zestien jaar met plezier in Den Helder te hebben gewoond, moest er eind augustus 1990 worden verhuisd. In oktober van dat jaar werd onze dochter geboren. De eerste twee lessen van SOD-II moest ik daarom verstek laten gaan, maar daarna reed ik elke twee of drie weken in de ochtend spits van Brussel naar Den Haag voor de studiebijeenkomsten. Medio 1991 deed ik mondeling examen in Amersfoort en bracht Belgische bonbons mee voor de docent die niet geloofde dat ik het zou halen. Brussel was een fantastische ervaring die ik voor geen goud had willen missen.' Marva Maria, december 1974. interesse voor het behoud van oude documenten en voorwerpen gewekt. De conservator doceerde militaire geschie denis aan het opleidingsinstituut tot officieren en vond het geweldig dat ik belangstelling toonde voor zijn vak. Als militair leer je gedisciplineerd en in teamverband werken, en dat is me vaak goed van pas gekomen. In die tijd was varen voor vrouwelijke militairen nog een zee te ver, anders was ik zeker bij de marine gebleven.' Hoe ging het verder na je Marva-tijd? Grootvader Willem Lodewijk Zimmerman met vader Johannes Adriaan, Batavia, 1922. In het huwelijksbootje, Huisduinen 1989. Intussen had je SOD-I in je zak? Maar toen gingen jullie gingen opnieuw verhuizen... 'Ja, weer terug naar Nederland. Ik vond het tijd worden om weer aan het werk te gaan. Een baan was snel gevonden bij een internationale organisatie in oprichting: de OPCW (Organisation for Prohobition of Chemical Weapons). Ik werd aangenomen om een postkamer en een archief op te zetten en de bezetting daarvan in te vullen. Veel ging al langs de digitale weg. De postkamer en het archief waren aanvankelijk onderdeel van Facilitaire Zaken, later werd archief ondergebracht bij ICT en dat had zeker voordelen. Door de op richtingsfase van de organisatie deed je 34 2014 nummer 2

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Archievenblad | 2014 | | pagina 34