en gij zult vinden Hoe zelfredzaam is onze klant? Onderschatten we niet veel te vaak wat mensen tegenwoordig kunnen? We leven tenslotte in een (digitale) informatiemaatschappij. Mensen zijn gewend aan een stroom van informatie die over hen wordt uitgestort. Denk alleen al aan de hoeveelheid e-mails en nieuwsbrieven die je dagelijks in je mailbox ontvangt. Het is niet zo gek dat velen van ons daarom zijn geprogrammeerd om naar die relevante informatie te zoeken en daarin te kunnen filteren. De een heeft alleen een wat dynamischer zoekfilter dan de ander. Dit geldt ook voor de digitale archiefbezoeker. Hoe dan ook, feit is dat binnen ons vakgebied sinds mensenheugenis wordt gespit en gegraven in onze schatten. Maar digitaal spit- en graafwerk, dat is andere koek. Dat is materie die voor ons nogal weerbarstig Sandy Marijnissen Column l\ I De digitale achiefbezoeker: wat weten we daar eigenlijk van? Weten we bijvoorbeeld hoe de digitale archief bezoeker informatie zoekt en filtert? En kunnen wij daarbij op de goede manier hulp bieden? Zoals ik onlangs in een presentatie stelde: 'De (digitale) archiefbezoeker is niet op zoek naar hulp, maar naar informatie.' Wij zullen en kunnen niet langer alles voor de klant uitzoeken. Daarom doen we juist een beroep op de zelfredzaam heid van de archiefbezoeker: 'Alstublieft, uw gereedschap om onze collecties en archieven door te spitten!' Ik vraag me af of we daarvoor een schepje moeten aanreiken of een graafmachine moeten laten aanrukken. Wat zou Paul Bessems hierover zeggen? Onlangs tijdens het SOD jaarcongres heeft hij een uitspraak gedaan die mij toch wel aan het denken heeft gezet. In zijn presentatie over onze informatiemaatschappij stelde hij: 'Internet maakt de mens steeds dommer, daarom maakt de mens internet steeds slimmer.' Zou hij vinden dat de digitale archiefbezoeker dom is? Een neanderthaler die hoopt dat het digitaal zoeken in archief collecties zo geweldig werkt dat alles met een paar drukken op de knop tevoorschijn komt? Is dat niet wat we tegenwoordig verwachten, omdat we verwend zijn door zoekmachines als Google die deze belofte waarmaken? Bessems zal misschien zeggen dat we onze digitale archiefbezoekers niet eens een schepje moeten aanbieden om te kunnen graven, omdat men daar niet slimmer van wordt. Maar is het klantvriendelijk om dat te doen? En is het niet zo dat hier ook goed moet worden gekeken naar de informatiebronnen waarin wordt gezocht? Is het realistisch om te denken dat de digitale archief bezoeker zelf zijn weg kan vinden in complexe archiefcollecties? Ik denk van niet. Welke hulp we moeten bieden en op welke manier, dat is een kwestie van trial and error. lijkt te zijn. Om te kunnen bepalen in welke mate en hoe we hulp kunnen bieden (schepje of graafmachine) aan de digitale archiefbezoeker, om hem de rijke archiefschatten te laten vinden die bij ons liggen te wachten, is het belangrijk dat wij inzicht krijgen in het zoekgedrag. Het zou fijn zijn als er een simpele profielschets te maken valt, maar zo eenvoudig is het niet. De uitdaging is om ervoor te zorgen dat we zoveel mogelijk digitale archiefbezoekers met al hun diverse zoekvragen de goede richting op sturen. Een soort TomTom voor archiefbezoekers: 'Na zoeken op Coolsingel slaat u na 300 meter linksaf richting Stadhuis. Na 2 meter ziet u het bordje ontwerptekeningen glas-in-lood-ramen Stadhuis. U heeft uw bestemming bereikt.' Als expert digitale dienstverlening ga ik graag met grof geschut de uitdaging aan om een zo optimaal mogelijk navigatiesysteem te creëren. Neanderthaler, gemakzuchtige Google- gebruiker of zelfredzame klant: het profiel dat wordt gegeven aan de digitale archiefbezoeker is niet het belangrijkste. Zolang die digitale archiefbezoeker maar kan vinden wat hij zoekt. Daarom wil ik een lans breken voor digitale hulpmiddelen voor hen die zoekende zijn. Zoek het maar zelf uit.... wij helpen u wel! Sandy Marijnissen expert Digitale Dienstverlening, Stadsarchief Rotterdam. 26 2014 nummer 2

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Archievenblad | 2014 | | pagina 26