Amsterdam 'Maar goed, ik trok naar Amsterdam om middeleeuwse geschiedenis te studeren, want voor de middeleeuwen moest je daar bij de 'school' van professor Niemeijer zijn. Mijn belangstelling voor de middeleeuwen heb ik opgedaan op de lagere en de middelbare school dankzij de verhalen van uitstekende docenten. Mijn moeder was weduwe en had mijn gehandicapte zus nog thuis. Ik moest werken naast mijn studie. Zo deed ik onder meer deeltijdwerk bij het Stadsarchief Amsterdam, iets met een notarieel project. In mijn derde jaar volgde ik archiefwetenschappen en oud schrift bij professor J.L. van der Gouw, en via hem ben ik in het archiefwezen terechtgekomen.' Van der Gouw liet studenten notulen boeken indiceren en kwam ook met een bundeltje brieven op de proppen uit de jaren 1580-1590, de tijd van de Tachtigjarige Oorlog. Daar werden onder meer Roelof en studiegenoot Joël Cahen (nu directeur Joods Historisch Museum) mee belast. Van der Gouw bracht ze de beginselen van oud schrift bij. Roelof studeerde cum laude af en kwam via Van der Gouw als stagiair archiefamb tenaar bij de Gemeente Wassenaar terecht. Van der Gouw liet zich door de gemeenteraad van Wassenaar voor één dag benoemen (en meteen ontslaan) als onbezoldigd gemeentear chivaris van Wassenaar, enkel om een wettelijke stageverklaring voor Roelof te kunnen tekenen. Van der Gouw, die Sinterklaas speelde voor de kinderen van Roelof (Zwarte Piet blijft in dit verhaal buiten beschouwing), schreef een aanbevelingsbrief aan rijksarchivaris Ton Ribberink. Roelof belandde in 1979 op het rijksarchief Gelderland, volgde de opleiding hoger archiefambtenaar en was weer thuis, zij het voor even. Een verzoek van de jonge en pas benoemde Zeeuwse rijksarchi varis, Roelof Koops, kon hij niet weerstaan en hij vestigde zich als adjunct-rijksarchivaris in Middelburg. Volgens zijn moeder was hij de eerste in de familie sinds 300 jaar die zijn geboortestreek verliet. Het was een tijd van vernieuwing in het archiefwezen en Roelof werkte in Zeeland met veel plezier. In 1984 werd Roelof gevraagd om naar de Centrale Directie van de Rijksarchiefdienst Den Haag te komen, als opvolger van Eric Ketelaar. Hij werd er onder meer belast met de ontwikke ling van het automatiseringsprogramma ABS Archeion. Ketelaar was toen nog druk in de weer met het laten verschijnen van gedrukte archievenoverzichten per provincie. De uniforme rubrieksindeling was noodzakelijk voor de latere auto matisering, al besefte dat toen bijna niemand. Roelof reisde met collega's als Peter Horsman met een Commodore 64 PC ('om de mensen te laten wennen') in de achterbak naar de rijksarchieven in de provincie, waar menig collega nog dacht dat het zijn of haar tijd wel zou duren. PIVOT Roelof werd ook secretaris van het Convent van Rijksarchivarissen en in 1991 gaf hij mede leiding aan het archiefselectieproject PIVOT. Het overheidshandelen moest op hoofd lijnen worden bewaard. Er was een enorme behoefte aan criteria voor functionele macroselectie in plaats van micro-onderzoek per doos. Er kwam stevige kritiek uit de hoek van onder zoekers en van gemeentearchieven. Roelof: 'We kregen 17 miljoen gulden voor 10 jaar. Met Max Beekhuis ging ik de ministeries af. Voor het aanpakken van de problematiek deden we een beroep op jonge mensen, niet altijd archivarissen, maar bijvoorbeeld afgestudeerde historici. 'Archivarissen' droegen nogal wat oude ballast met zich Convent van rijksarchivarissen, jaren '90. Disneyland, familiefoto uit 1995. nummer 10 2013 55

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Archievenblad | 2013 | | pagina 55