Vrijwilligers: bedankt! Het is helemaal niet vervelend als er over je gesproken wordt; het wordt wel nog fijner als er dan ook mét je gesproken wordt. Dat misten wij van het Regionaal Historisch Centrum Eindhoven (RHCe) toch wel in het septembernummer van het Archievenblad (2013/7) naar aanleiding van 'ons' vrijwilligersbeleid. Succes Illusie Maar diezelfde ontwikkeling legt ons ook de vraag voor hoe ver wij moeten gaan in het bedienen van het publiek. Hoeveel seriële reeksen ontsluiten we, hoeveel databases leggen we aan, hoe veel apps ontwikkelen we? Tien jaar geleden hadden we niet kunnen bedenken dat vrij toegankelijk en snel internet, smartphones en tablets zo'n stevig stempel op ons leven en de samenleving zouden gaan drukken. Mogelijkheden en toepassingen lijken oneindig en veel voorheen handmatig werk wordt nu al door slimme compu ters overgenomen. Het is een illusie te denken dat je hier als kleine zelfstandig opererende instelling nog iets in betekenen kunt. Microsoft en Google maken de dienst uit en ontwikkelen slimme technologie die taken over neemt, zoals het lokaliseren en be schrijven van foto's. Inmiddels kunnen kranten al digitaal worden doorgespit. Belang als bronbeheerder Focus, expertise en professionaliteit Scherpe keuzes Tegelijkertijd dwingt de huidige tijd van bezuinigingen ons tot scherpe keuzes, de franje moet eraf. Moeten wij ons bezinnen op de kosten van onze studie zalen, aangezien die niet meer in die mate benut worden waarvoor ze nog maar tien jaar geleden ontworpen zijn? Elke uitgave dient verantwoord te worden en daarmee is de tijd van vrijblijvend pionieren, exploreren, aanklungelen en theedrinken voorbij. In plaats daarvan buigen we ons over onze rol, onze betekenis en ons belang binnen het cultuurhistorisch ecosysteem en gaan we partnerschappen en taakverdelingen aan. Uitdaging Marcel Duijghuisen I Daarom voor alle helderheid: vrijwil ligers, bedankt! Jullie inzet is niet voor niets geweest, integendeel. Echter wij hebben wel degelijk redenen om de inzet van vrijwilligers op een lager pitje te zetten. De laatste decennia is door ons geïn vesteerd in publieksbereik. We hebben het publiek verwend met nadere toe gangen en onze bezoekcijfers zijn fors gestegen, zeker sinds de komst van internet. Nationaal, regionaal en (hyper) lokaal hebben we allerlei modules ont wikkeld om het geïnteresseerde publiek nog verder te bedienen. Vrijwilligers hebben daarbij veel en goed werk verricht en daar zijn we ze dankbaar voor. Ze hebben geholpen in het meer zichtbaar en vindbaar maken van ons gezamenlijk erfgoed. Dat werk is en blijft behouden en gaat dus niet verloren. Dat is enerzijds natuurlijk doodeng maar confronteert ons tevens met de vraag over ons belang als bronbeheerder. Integriteit en authenticiteit van digitale en gedigitaliseerde informatie blijvend garanderen binnen een setting van open data, dat is een hele uitdaging. Zijn wij voldoende voorbereid en opgewassen tegen deze taak? Kunnen onze inspec teurs een afdoende antwoord geven op het probleem van een zich alsmaar verder digitaliserende overheid? Hebben wij grip op de ontwikkeling van e-depots? Beschikken wij over voldoende en geschoold personeel om het gesprek met digitale archiefvormers en archief gebruikers aan te gaan? Back to basic en alle hens aan dek dus! En deze opgave vergt focus, expertise en professionaliteit. Het archief is nog maar net de fase ontgroeid dat wij in ruime mate voorzien werden met personeel zonder opleiding. Wij hielden iedereen aan het werk en aan de gang en namen een eventueel gebrek aan opleiding en professionaliteit op de koop toe. Maar welke andere zichzelf respecterende (overheids)instelling zou voor de uit voering van zijn kerntaken genoegen nemen met ongeschoold personeel of vrijwilligers? Laten we onszelf wel serieus blijven nemen, anders doen anderen dat zeker niet! Archieven hebben zonder meer een belang, ook en misschien wel juist in het digitale domein. De betrouwbaar heid en authenticiteit van (overheids) informatie zal een cruciale rol gaan vervullen binnen de zich verder en verder ontwikkelende informatiemaat schappij. Om die rol goed, adequaat en professioneel te kunnen vervullen, zullen niet zozeer onze taken en functies maar wel degelijk de uitvoering geher definieerd moeten worden. En dat daarbij vertrouwde praktijken sneuvelen, het zij zo... Marcel Duijghuisen directeur Regionaal Historisch Centrum Eindhoven (RHCe). 42 2013 nummer 10

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Archievenblad | 2013 | | pagina 42