v. <-..
t
/^TJ+t
^V;w
VjW* 1
y'
'jfJ? - - r V
t 1
JUU ''V,** -'
J J I.
KM*
7 ^9^ VW >jV r7^/
."■- - C" -*r
v»
fcM -AïsAa* #L
;/ïtf
t v
geopend of gelezen. Er zijn veel alle
daagse briefjes bij van 'gewone mensen',
briefjes die men in het algemeen net zo
gewoon weggooide. Als er correspon
dentie opduikt in archieven gaat het
(bijna) altijd om documenten en brieven
van personen die behoren tot de 'hogere'
klassen. Van huisvrouwen of het gewone
scheepsvolk rest bijna niets. Het feit dat
juist veel brieven en documenten van
groepen mensen die weinig schriftelijke
sporen hebben nagelaten te vinden zijn
in TNA, maakt deze Nederlandse erfgoed
collectie in het buitenland uiterst
waardevol.
Van processtuk tot archiefstuk
In de tijd van de Republiek der Zeven
Verenigde Nederlanden moesten
Hollanders en Zeeuwen de toegang tot
de wereld zwaar bevechten. Europese
concurrenten van de Nederlandse
zeemacht wilden, soms met geweld,
de Nederlandse concurrentie stoppen
of in ieder geval bemoeilijken. Spanje,
Portugal, Frankrijk en vooral Engeland
probeerden op verschillende tijdstippen
en soms in combinatie met elkaar de
Verenigde Oostindische Compagnie,
de Westindische Compagnie of de vele
particuliere Nederlandse schippers de
wind uit de zeilen te nemen. Met haar
grootste concurrent, Engeland, was de
Republiek maar liefst vijf maal in oorlog.
Die oorlogen duurden meestal een
aantal jaren (1652-1654, 1665-1667,
1672-1674, 1780-1784 en 1795-1813)
en werden vooral op zee uitgevochten.
Beide partijen zetten hun marines in
en waar nodig particuliere schepen die
kapers werden genoemd. In tegenstel
ling tot wat soms gedacht wordt: kapers
zijn geen piraten. Kaapvaart is een door
de staat geregelde en gesanctioneerde
vorm van particuliere oorlogsvaart. Een
kaper is een schipper die van overheids
wege het recht krijgt om vijandelijke
schepen buit te maken. De overheid
verstrekte daartoe in tijden van oorlog
kaperbrieven, ook wel commissiebrieven
genoemd. Daar stond nauwkeurig in
omschreven tegen wie, wanneer en
voor hoelang er mocht worden gevochten.
Piraten opereren echter - tot op de dag
van vandaag - geheel voor eigen risico.
Met een kaperbrief gewapend vertrok
de bemanning van een bewapend schip
om de vijand afbreuk te doen. Zodra
men een schip had prijsgemaakt, keerde
de kaper terug naar de haven van
Start van een project
dd^f /j'^ f'-
fj
i
k
'Het begint mij hier heftig te werden.Brief van Jacoba Gerardina van Assendelft, Curacao, 16 april
1758 (The National Archives, London, HCA 32/178).
vertrek. Vervolgens moest door een
rechtbank - in het Engelse geval het
High Court of Admiralty - worden
bepaald of de kaping was verlopen
volgens de in de kaperbrief omschreven
regels. Indien dit het geval was, werd
het schip tot 'goede prijs' verklaard en
kon de buit volgens een precieze reken-
sleutel worden verdeeld tussen de
overheid, de eigenaar van het schip en
de opvarenden. De procedures om de
rechtmatigheid van een kaping vast te
stellen, verliepen in de verschillende
landen min of meer hetzelfde. Zowel in
de Republiek als in Engeland werden
processen gevoerd om te bepalen of een
kaping 'rechtmatig' was verlopen. Het
waren processen die een aanzienlijke
hoeveelheid administratieve bescheiden
vergden. Processen-verbaal van zittingen,
getuigenverklaringen en bewijzen in de
vorm van scheepspapieren speelden
daarbij de hoofdrol. Daarnaast werd de
aan boord van de veroverde schepen
gevonden (particuliere) post soms
gebruikt als processtuk. Al die stukken
werden in Groot-Brittannië - vanwege
de bewijskracht - eeuwenlang bewaard
op en in de tochtige, stoffige en
lekkende zolders en kelder van de Tower
of London. Pas in de jaren zeventig van
de vorige eeuw verhuisden ze naar het
Public Record Office, dat later werd
omgedoopt tot TNA. Daar worden ze
bewaard onder het label HCA.
De KB stelde in 2005 een projectleider
aan en huurde historicus Roelof van
Gelder in om enkele maanden lang in
Kew - er zijn beslist ergere opdrachten -
archiefdozen te bekijken en te inventari
32 2013 nummer 10