Halverwege de jaren tachtig op de computer van vader gemaakte index van de verzameling sinaasappelpapiertjes. een paar jaar gevoetbald. Wat ik wel veel deed was lezen, lezen, lezen. Dat was ook de reden om Nederlandse taal- en letterkunde aan de VU te gaan studeren: gelegitimeerd vijf jaar lang lezen en over literatuur praten. In mijn derde jaar kwam Wium van Zyl van de Universiteit van Wes-Kaapland enkele gastcolleges verzorgen over moderne Afrikaanse literatuur. Die man was zo aardig en die boeken vond ik zo bijzonder dat ik toen besloten heb dat ik een half jaar in Zuid-Afrika wilde studeren. Uiteindelijk heb ik toen van juli tot en met december 1997 in Stellenbosch gewoond. Ik volgde colleges bij de vakgroep Afrikaans Nederlandse Letterkunde van de Universiteit van Stellenbosch en deed onderzoek naar een Nederlandse rederijkerskamer in Kaapstad aan het eind van de negentiende eeuw. Hierover heb ik eerder ook al eens een Archief ervaring geschreven.' Je hoort tot de eerste lichting studenten die de 'Archiefschool nieuwe stijl' in Amsterdam is gaan volgen. Wat heeft je op het idee gebracht om dat te gaan doen? Hoe waren die eerste jaren? Had je een pioniersgevoel? 'De tijd in Zuid-Afrika heeft me in zoverre gevormd, dat ik voor het onderzoek naar die rederijkers in allerlei archieven terechtkwam. Nadat ik mijn studie Nederlands had afgerond, wist ik eigenlijk niet wat ik moest gaan doen. Mijn vakkenpakket was helemaal niet praktisch, doordat ik alleen maar vakken letterkunde had gedaan en ook nog een 'historische' scriptie had geschreven. Ik kon voor de klas gaan staan, maar dat zag ik niet zo zitten. Niet omdat ik het lesgeven niet leuk vond. Integendeel: tijdens een snuffelstage op mijn oude middelbare school had ik gemerkt dat me dat wel beviel. Ik zag vooral op tegen alle rompslomp die docenten naast het lesgeven moeten doen. Tijdens het onderzoek voor mijn scriptie zei een vriendin van me dat de Archiefschool misschien wel interessant voor me zou zijn. Uiteindelijk heb ik me toen aan de UvA ingeschreven bij wat toen nog 'boek-, archief- en informatie wetenschap' heette. Ik zat toen in de tweede lichting van de nieuwe opleiding en dat was inderdaad pionieren. De opleiding was - naar mijn idee - van het ene op het andere moment overgegaan van een 90% praktische opleiding, naar een 99% theoretische opleiding. We zaten daar met mensen die eigenlijk nog nooit een archief gezien hadden, maar kregen wel in een van de eerste colleges het 'record keeping system' van Bearman voor de kiezen. Verder was het organisatorisch een beetje een zooitje. Dat lag deels aan de UvA en deels aan de onervaren heid van de mensen van de Archief- school. Uiteindelijk is het allemaal wel goed gekomen, vooral doordat wij regelmatig bij Hans Scheurkogel ons beklag gingen doen. En ik herinner me ook dat ik eens een keer nogal ongenuanceerd mijn hart heb gelucht tegen Theo Thomassen en dat ik er pas een dag later achter kwam dat hij de directeur van de Archiefschool was en dus het een en ander over de opleiding te zeggen had.' Hoe ben je de inspectie ingerold? 'Gewoon, door te solliciteren. In 1999, toen ik nog Archiefwetenschap studeerde, ben ik als consultant begonnen bij Van Bilsen Consultancy (VBC). De eerste anderhalf jaar ben ik toen alleen maar bezig geweest met modern archiefbeheer: ik heb bij zeker dertig gemeenten cursussen gegeven over het inrichten van hun post- en archiefsysteem, heb bij een Kamer van Koophandel meegewerkt aan het 'papieronafhankelijk werken' en ben jarenlang applicatiebeheerder geweest bij een groot energiebedrijf. Dat zijn voor mij heel waardevolle jaren geweest. Op deze manier kon ik de (theoretische) dingen die ik in Amsterdam leerde, meteen relateren aan de dagelijkse praktijk bij kleine en grotere organisaties. Na een jaar of zes bij VBC gewerkt te hebben, zag ik een advertentie voor de provinciale archiefinspectie in Noord Brabant. Ik had tot dat moment eigenlijk helemaal niet zo'n helder beeld van wat de archiefinspectie allemaal deed, maar heb gesolliciteerd en werd aange- Wat zie jij als je belangrijkste wapen feiten bij de inspectie? 'Ach, mijn belangrijkste wapenfeiten, dat klinkt zo opschepperig. Toch zijn er dingen waar ik wel trots op ben dat ik daar een belangrijke bijdrage aan heb geleverd. Laat ik er twee noemen. Als eerste de 'Beleidsregel vervanging archiefbescheiden' die we in 2007 vanuit de archiefinspectie in Den Bosch hebben opgesteld. Toen ik bij de inspectie begon, vond ik het vreemd dat Samen met collega Jorien Weterings voor het 'planbord' van de Archiefinspectie. In 1996 bij Kaap de Goede Hoop. nummer 8 2013 31

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Archievenblad | 2013 | | pagina 31