r r J Inspectie Risicobeheersing Overheid en bedrijfsleven hebben gemeen dat de meeste informatie op termijn kan worden vernietigd. Zowel bij de overheid (selectie en vernietiging) als bij het bedrijfsleven (bewaar termijnen) gaat het om risicobeheersing. Informatiestromen zijn daarbij van cruciaalbelang. Bij de overheid is er het risico van informatieverlies met schade voor de burger en de overheid zelf; bij het bedrijfsleven ligt het accent op het te lang bewaren van bijvoorbeeld privacygevoelige documenten als sollicitatiebrieven, met kans op boetes en reputatieschade vanwege de verscherpte privacywetgeving in Europa. Er wordt uiteraard ook gerept van stijgende 'archief- en opslagkosten'. Bij de overheid is geregeld dat 'het informatieresidu' (de al dan niet digitale archieven) terechtkomt in openbare archiefbewaarplaatsen. De Wet openbaarheid van bestuur, de Wet bescherming persoonsgegevens en de Archiefwet 1995, schrijven voor hoe de overheid moet omgaan met gegevens die door haar zijn opgemaakt en ontvangen. Het bedrijfsleven heeft veel minder verplichtingen op dit gebied. Zonder een gezamenlijke methodiek is een samen hangende waardering van keteninformatie vrijwel onmogelijk te realiseren, terwijl de keteninformatisering bij de overheid zich juist voortdurend uitbreidt. Selectie bij de overheid De overheid moet rekenschap en verantwoording kunnen afleggen en het overheidshandelen moet transparant zijn. Met informatie moet dus zorgvuldig worden omgegaan. Vernietiging van voor de recht- en bewijszoekende burger relevante informatie tast de rechtszekerheid en het vertrouwen in de overheid aan. Hoe is het nu gesteld met het opstellen van ontwerpselectielijsten? Met de wijziging van de archiefwet geving per 1 januari 2013 kwam er een einde aan de advisering (bijna 45 jaar De raad signaleert zowel positieve ontwikkelingen als tekortkomingen en adviseert over noodzakelijke en wenselijke verbeteringen. Hij is positief over de productie van selectielijsten, en vooral over het feit dat veel zelfstandige bestuursorganen op dat gebied een grote inhaalslag hebben gemaakt. De raad plaatst wel een aantal procedu rele, methodische en inhoudelijke kanttekeningen bij de, in de genoemde periode, voorgelegde lijsten en doet aanbevelingen ter verbetering.1 De overheid denkt volgens de raad niet goed na over het bewaren en vernietigen van informatie. Dat kan het vertrouwen van de burger schaden en de overheid zelf voor grote problemen stellen. Getraumatiseerde ex-militairen die deel uitmaakten van de VN-vredesmacht in Srebrenica (Dutchbat). Veluwse boeren van wie de bedrijven zijn geruimd tijdens de MKZ-crisis. Volwassen ex-cliënten van Jeugdzorg. Zij en vele anderen zochten de afgelopen jaren houvast en bewijs in overheids archieven, omdat ze moesten weten hoe hun problemen waren ontstaan en of daarbij fouten waren gemaakt. De gegevens die de antwoorden op hun vragen bevatten, zijn echter niet altijd meer aanwezig. Dat kan de rechtszeker heid van burgers en hun vertrouwen in de overheid schaden. Onvoldoende doordachte vernietiging kost de overheid bovendien tijd en geld. Nonchalant Het ontbreekt middelgrote bedrijven in Europa aan kennis hoe lang zij hun bedrijfsinformatie minimaal móéten, maar ook maximaal mógen bewaren. De instelling van dit zogeheten Strategisch Informatieoverleg (SIO) heeft een aantal voordelen. Het is goed dat er een permanent overleg is over selectie en, in samenhang daarmee, over aanverwante kwesties zoals digitale vervanging. De verantwoordelijkheid van de zorgdrager wordt sterker aangezet dan voorheen, doordat hij de verantwoordelijkheid krijgt om het SIO in te stellen en hier invulling aan te geven. De rol van de archivaris in het SIO is onder meer om de historische waarde van informatie te duiden. Bij gemeenten en waterschappen zonder archivaris ontbreekt die deskundigheid. Nu de wettelijke adviestaak van de Raad voor Cultuur op dit gebied per 1 januari 2013 is beëindigd, is er geen enkele instantie meer die deze rol vervult. De raad pleit ervoor de nieuwe werkwijze de komende jaren goed te lang) van de Raad voor Cultuur en zijn taakvoorgangers over ontwerpselectie- lijsten. In het onlangs gepubliceerde verzameladvies Selectie: een kwestie van waardering, kijkt de raad terug op de periode 2009-2012 en blikt vooruit op de toekomst van waardering en selectie van overheidsarchieven. Onvoldoende doordachte vernietiging speelt ook de overheid zelf parten. In het geval van de trillende kantoortoren van Rijkswaterstaat moesten, bij gebrek aan constructietekeningen en technische gegevens, allerlei bouwkundige berekeningen opnieuw worden gedaan. Een overheid die doelmatig wil werken en miljarden moet bezuinigen, bewijst zichzelf daarmee een slechte dienst. Overheden zijn verplicht selectielijsten op te stellen aan de hand waarvan zij hun archieven kunnen opschonen. Overheidsinformatie is belangrijk met het oog op de democratische controle, de belangen van individuele burgers en organisaties en het goed functioneren van de overheid zelf. Daarom worden er hoge eisen gesteld aan selectielijsten. De vernietiging van informatie is immers onomkeerbaar en verkeerde beslis singen kunnen grote gevolgen hebben. De raad constateert dat overheden nonchalant omgaan met deze verant woordelijkheid. Zij hebben weinig oog voor de maatschappelijke, wetenschap pelijke en historische waarde van archieven. De recente wetswijziging van 1 januari 2013 geeft overheden juist een grotere eigen verantwoordelijkheid bij het opstellen van selectielijsten. Bestuurders worden geacht zelf een overleg te organiseren met de verant woordelijke voor de informatiehuishou ding binnen hun eigen organisatie, de betrokken archivaris (indien benoemd) en een deskundige op het terrein van de relatie tussen burger en overheid en de betekenis van overheidsinformatie voor die relatie. 18 2013 nummer 8

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Archievenblad | 2013 | | pagina 18