Uitgelezen Stichting Archiefpublicaties, jaarboek 12 ('s-Gravenhage, 2013), ISBN 978-90 71251-36-8, 183 pp., 45,00. De stand van het land Context Archiefpraktijk in Nederland Theo Vermeer, Petra Links en Justin Klein (red.), Particuliere Archieven. Fundamenten in beweging Tijdens de KVAN-studiedagen op 10 en 11 mei 2013 is het twaalfde jaarboek van de Stichting Archiefpublicaties (S@P) gepresenteerd, onder de titel Particuliere archieven. Fundamenten in beweging. Zoals in de traditie van de jaarboeken van de S@P past, wordt ook hier weer een 'stand van het land' genoteerd. Ditmaal is het jaarboek samengesteld door een relatief onervaren redactie, met wetenschappe lijke bijdragen afkomstig van veel jonge auteurs. In elf artikelen worden casussen besproken en tips trucs gegeven die aan moeten zetten tot verdere beleids ontwikkelingen. Het jaarboek is ingedeeld in drie katernen: 'Maat schappij en particulier archief', 'Digitaal particulier archief' en 'Archiefvormer en particulier archief'. Elk katern sluit af met de reflectie van een historicus op particuliere archieven. In het voorwoord zet Hans Berende, voorzitter van de uitgevende stichting, de term particuliere archieven in een historische context. Hij merkt op dat de discussie over overheidsarchief versus particulier archief al zo'n 100 jaar oud is, destijds gestart naar aanleiding van de oprichting van het Nederlandsch Economisch-Historisch Archief (NEHA). Een eeuw later is het aantal archief- beherende instanties flink uitgebreid, maar wordt de discussie nog altijd levendig gevoerd. En dat is volgens de redactie van dit jaarboek meer dan genoeg reden er een bundeling artikelen 'over prikkelende zaken' aan te wijden. Sinds het verschijnen van de rapporten Het tekort van het teveel (2005) en Gewaardeerd verleden (2007) staan de particuliere archieven in de schijnwer pers. Het pleidooi voor een integrale archiefselectie vond zijn weerklank in diverse andere publicaties, waaronder twee helder geschreven scripties van Caroline de Hart en Petra Links. Samenvattingen hiervan zijn nu terug te vinden in het jaarboek Particuliere Archieven. Links geeft een compacte weergave van de context van particu liere archieven, en gaat onder andere in op wetgeving en de internationale archiefpraktijk. Ze sluit af met de aanbevelingen meer nadruk te leggen op de verhouding met archiefvormers, door slim lobbywerk het draagvlak onder eigenaren te vergroten, en de verwerving van deze archieven vooral bottum-up te waarderen (vanuit de onderzoeksvraag). Het betrekken van de archiefvormer en het opbouwen van een relatie wordt ook behandeld in Filip Boudrez' artikel 'Iedereen digitale archivaris' en door Theun de Bruijn in 'Relatiebeheer: een must voor het verwerven van particu liere archieven?'. De eerste doet een oproep aan de professionele archivaris om digitale en gedigitaliseerde archieven als een uitdaging te zien, en zichzelf als proactieve speler in de (digitale) informatiemaatschappij op te werpen. Op zich een charmante gedachte: het gaat om kennisover dracht, niet per se om het binnenhalen van archiefmateriaal, in welke vorm dan ook. Boudrez wijst terecht op het verschil in duurzaam archiveringsbeleid bij overheidsinstellingen - waar de archivaris mogelijk een actieve rol in de digitale archiefvorming speelt - terwijl dat bij particuliere archieven geenszins het geval is. Daar is dus veel te winnen, een archiefinstelling zou zelfs 'services' met een zeker terugverdienmodel aan kunnen bieden. In het katern over digitale archieven ook een vlot geschreven stuk van Karin van der Heijden, tot 2008 verbonden aan het Nederlands Archief Grafisch Ontwerpers (NAGO). Zij doet verslag van haar onderzoek naar de digitalisering van grafisch ontwerpen en de duurzame toegang tot digitale archieven en collecties. In dertig jaar technologische ontwikkeling is er volgens haar nooit bewust nagedacht over het duurzaam bewaren van digitaal materiaal. Door het ontbreken van structurele maatre gelen om materiaal van Nederlandse ontwerpers veilig te stellen, is al veel verloren gegaan. De actieve houding van het NAGO heeft hier verandering in gebracht, en inmiddels wordt de omgang met vormgevingsarchieven als voorbeeld gesteld voor de behandeling van andere particuliere archieven. Van der Heijden pleit voor het breed en laagdrempelig verspreiden van basale informatie over digitale duurzaamheid, en heeft daar al een uitstekende start mee gemaakt door het (mede) opstellen van de publicatie Bewaar als: vuistregels voor digitaal archiveren (zie www.bewaarals.nl). De twee opgevoerde auteurs in het katern over digitale archieven brengen over het voetlicht dat het omgaan met digitale bestanden een van de grootste uitdagingen voor de hedendaagse archivaris betreft. Door het jaarboek heen klinkt de oproep dat archiefbehe- rende instellingen een voortdurende inspanning zouden moeten leveren een breed publiek 'op te leiden' en het voortouw te nemen in kennisvergaring en -verspreiding. Een aantal artikelen in het jaarboek gaat nummer 7 2013 39

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Archievenblad | 2013 | | pagina 39