r Het CBP geeft al jaren geen boetes meer voor niet-naleving. 'Right to be forgotten' Toezicht Welke ruimte blijft er over voor de nationale wetgever? Melden van verwerkingen Afsluiting De Leopoldruimte, zetel van het Europees Parlement In Brussel Het is nog niet duidelijk hoe de Europese regels voor de verwerking van persoonsgegevens gaan luiden. Wel is duidelijk dat er veel op het spel staat, ook voor de archiefsector Oscar Franzén, Wikimedia Commons). behandeling in het Europese Parlement een flinke weerstand tegen de rol die de Commissie zichzelf toebedeelt. Sommigen vinden dat de verordening alle wezenlijke elementen moet regelen, en dat er voor de Commissie slechts een taak ligt om ondergeschikte punten uit te werken. Er zijn ook bezwaren tegen de voorgenomen bijzondere positie voor verwerkingen met historische, statistische en wetenschappelijke doeleinden en die van onderzoeksinstellingen. Zo ligt er een amendement waarvan de toelichting zegt dat deze verwerkingen niet urgent genoeg zijn om zo'n uitzonderingspositie te rechtvaardigen. Een ander amendement schrapt de eerder genoemde zinsnede die instellingen de mogelijkheid gaf persoonsgegevens te publiceren na een belangenafweging. De consequentie zou kunnen zijn dat een en ander (weer) wordt overgelaten aan de nationale wetgever. Een veelbesproken onderdeel van het voorstel is het 'recht om vergeten te worden' (voorstel artikel 17). De betrok kene zou het recht krijgen van een verantwoordelijke (bijvoorbeeld een van de sociale media) te eisen dat alle per soonlijke gegevens worden gewist en dat verdere verspreiding wordt tegen gegaan. Aan zo'n verzoek hoeft overigens geen gevolg te worden gegeven als de gegevens van belang zijn voor de vrijheid van meningsuiting, of voor historische, statistische of wetenschappelijke onderzoeksdoelen. Het voorstel stelt hoge eisen aan de onafhankelijkheid van de toezichthouder ten opzichte van de overheid, en aan een adequate financiering. Toezichthouders krijgen ook meer sanctiemogelijkheden met hoge maximumboetes, oplopend tot één miljoen euro of 2% van de wereldwijde omzet. De aanstelling van een functionaris voor de gegevens verwerking (FG) wordt in een aantal gevallen verplicht. De figuur van de FG bestaat nu al, maar organisaties lijken terug te deinzen voor het aanstellen van een FG - mogelijk omdat de wet zegt dat deze bij de uitoefening van zijn taken onafhankelijk moet zijn. Het voorstel verplicht overheidsorganisa ties om een FG aan te stellen, en ook onder nemingen die 250 of meer werknemers hebben. Op dit laatste is kritiek gekomen: het zou niet zozeer gaan om de omvang van de onderneming in termen van personeel, maar meer om de aard en de invloed van de verwerkingen door een onderneming. We kennen nu de wettelijke plicht om sommige verwerkingen van persoons gegevens te melden, waarna ze in een openbaar register komen. Deze regel is destijds in de richtlijn opgenomen om de transparantie te bevorderen. Inmiddels is dit een dode letter; het CBP geeft al jaren geen boetes meer voor niet-naleving. Het is duidelijk dat de meldingen onvoldoende hebben bij gedragen aan het vergroten van de transparantie. De meldingsplicht staat dan ook niet in het commissievoorstel. Er komt wel iets voor in de plaats: degene die persoonsgegevens verwerkt, krijgt een zwaardere verantwoordings plicht opgelegd. Hij moet beleid ontwik kelen om ervoor te zorgen dat de regels worden toegepast, en moet een en ander ook kunnen aantonen. Andere elementen zijn het opstellen van een 'privacy impact assessment', en de al genoemde aanstelling van een functio naris voor persoonsgegevens. Op dit moment is het nog te vroeg om te zeggen welke kant het op zal gaan met de Europese regels voor de verwerking van persoonsgegevens. Welke speel ruimte krijgt de Commissie uiteindelijk en welke ruimte blijft er over voor de nationale wetgever? Wordt er een principiële uitzondering gemaakt voor historisch, statistisch en (ander) weten schappelijk onderzoek, en voor de instellingen die zich daarmee bezig houden? Duidelijk is wel dat er, ook voor de archiefsector, belangrijke zaken op het spel staan. Tjeerd Schiphof universitair docent aan de Universiteit van Amsterdam (Archief- en Culturele informatiewetenschap). nummer 6 2013 27

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Archievenblad | 2013 | | pagina 27