Particuliere Archieven niet in de kou Bij de bijeenkomst van het Platform Particuliere Archieven op 25 april stonden de Nederlandse kerkelijke archieven en die in Indië centraal. Geen wonder dat de bijeenkomst georganiseerd was onder de titel 'Kerken onder de klapperboom'. I Land- en Volkenkunde (1851) in Leiden langs te gaan. Deze instelling richt zich op onderzoek en documentatie over onze oude koloniën en de opvolgingsstaten (Indonesië, Suriname en de verschillende Antillen). Afgezien van de enorme biblio theek (zo'n 500.000 banden) beschikt het KITLV over ongeveer 200.000 foto's en vijfhonderd meter archief, vrijwel geheel ontsloten. Wat betreft de archieven: het zijn vooral particuliere archieven die hier een plaats vinden. Steeds meer vragen worden gesteld aan die archieven (en bibliotheek), bijvoorbeeld over de geschie denis van de politie in Indië, populaire muziek, veranderend straatbeeld en Javaanse migratie. Kwantiteit en kwaliteit Lichtbeelden Kerkelijke archieven zijn ook particuliere archieven. Zoals Lodewijk Winkeler (hoofd Katholiek Documentatie Centrum) in zijn praatje 'met lichtbeelden' vertelde, is het merendeel van de Nederlandse missie orden nu wel op de hoogte van het belang van archieven. Ook Kirsten Hulsker, die als promovenda van de Radboud Universiteit Nijmegen een groots onderzoek deed naar de zendings- en missiearchieven (1800-1960), kwam tot die conclusie.1 Stabilisatie De zendingsarchieven zijn voor het grootste deel in het Utrechts Archief terecht gekomen. Dat geldt ook voor die van het Hendrik Kraemer Zendingsinstituut, voorheen gevestigd in Oegstgeest. Wat betreft de archieven van klooster -en missieorden is er de keuze tussen Leiden en Sint Agatha. Leiden neemt graag het typisch Indische materiaal over. Immers, Sint Agatha richt zich op het Nederlandse kloosterleven en het KITLV doet dat voor Indische archieven. Er is in het (recente) verleden veel weggegooid. Toch lijkt de toestand zich te stabiliseren: Lodewijk en ook enkele aanwezigen van Sint Agatha hebben bijna alle kloosterorden in Nederland benaderd. De kans dat er nog belangrjke stukken worden weggegooid, is minder groot. Het gaat nu om het ontsluiten en toegankelijk maken. Noot 1 De publicatie van Hulsker is te raadplegen op: http://www.historici.nl/ Onderzoek/Projecten/ RepertoriumVanNederlandseZendings- EnMissie-archieven1800-1960. Nico van Horn Het was een goede aanleiding om eens bij het Koninklijk Instituut voor Taal-, Jan van Rosmalen (coördinator bijzondere collecties) en Nico van Horn (archivaris KITLV) besteedden in hun voordrachten aandacht aan de kwantiteit en kwaliteit van het materiaal. Van uitgezonden priesters, paters, zusters en zendelingen is het nodige materiaal bewaard. Bij de laatste groep gaat het vooral om brieven aan en van het thuisfront, terwijl de missio narissen in hun vrije tijd veel geschreven hebben over 'inheemsche' talen, gebruiken en cultuur. Juist die zendelingen en missio narissen dringen tot diep in de lokale samenlevingen binnen, wat geweldige beschrijvingen oplevert. Hoewel het aantal mensen dat 'Indië' bewust heeft meegemaakt afneemt, gaan kinderen en kleinkinderen op zoek naar hun 'roots', naar verhalen over leven en werken in een land dat feitelijk niet meer bestaat. De Indische particuliere archieven zijn een zeer belangrijke bron voor het dagelijkse leven in Indië. Ze geven informatie over sport, muziek, cultuur, eten, opvoeding, verenigingen, gezinsleven en scholen. Voor de officiëlere stukken moet je op het Nationaal Archief zijn. Is er in Nederland wel aandacht voor Indische particuliere archieven, de toestand in Indonesië is ronduit slecht. We moeten het dus vooral doen met wat hier in Nederland wordt bewaard. De paters kapucijnen in Padang hadden een jongensweeshuis. Bij dit weeshuis hoorde een boerderij met 60 a 70 koeien, waarvan de melk gebruikt werd in het weeshuis zelf. Maar een gedeelte werd ook verkocht. De paters maakten daarbij gebruik van deze vrachtauto (foto: Katholiek Documentatiecentrum). De inventarisatie van Kirsten Hulsker is daarbij een mooi hulpmiddel. Kortom, de toestand van de Nederlandse kerkelijke archieven is grotendeels goed in beeld gebracht de afgelopen tijd, maar we mogen nog niet tevreden achterover leunen. Nu museum Nusantara is gesloten, het KIT in Amsterdam feitelijk gesloten is voor aanwinsten op archief- en documen- tatiegebied, blijft het KITLV vrijwel als enige in Nederland over voor Indische particuliere archieven. Vier inleidingen, vragen en antwoorden, en een redelijke opkomst (35 man). Tijd voor een borrel na afloop. Het enige min punt was dat er geen bitterballen waren. Nico van Horn archivaris KITLV. nummer 6 2013 23

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Archievenblad | 2013 | | pagina 23