Reproductiekosten, auteursrecht
en dan ook nog een
'gebruiksvergoedin
a
Archieven hebben de taak uiteenlopende bronnen te beheren en
beschikbaar te stellen. Het zijn instellingen zonder winstoogmerk,
maar ze maken wel kosten. Gebaseerd op auteursrecht en/of repro
ductierecht, worden die kosten bij beschikbaarstelling in rekening
gebracht. Dat roept discussie op.
Geldklopperij?
De politiek heeft inmiddels
door dat erfgoedinstellingen
ernstig belemmerd worden.
Auteursrecht is een feit
Een week later, op 27 maart, volgt in
De Volkskrant de reactie van Sandra den
Hamer (Eye) en Jan Müller (Beeld en
Geluid): 'Je kunt wel roepen dat alle
archieven open moeten', schrijven ze,
'maar er bestaat nu eenmaal auteurs
recht. De politiek heeft inmiddels door
dat erfgoedinstellingen hierin ernstig
belemmerd worden. In de tussentijd
roeien we met de riemen die we
hebben. De duur van het auteursrecht is
70 jaar na de dood van de maker. Dat
betekent dat het gemiddeld 100 jaar
duurt voor auteursrechtelijk beschermde
werken in het publieke domein komen
en door ieder vrijelijk te gebruiken zijn.
Vele erfgoedinstellingen zijn hard
bezig om op bredere schaal aan de
wensen van Gietelink en andere
gebruikers te voldoen, namelijk zoveel
mogelijk en zo eenvoudig mogelijk
(lees: digitaal en online) beschikbaar
stellen. Zeker sinds grootschalige
digitaliseringsprojecten en de vraag van
gebruikers naar online toegang, zijn ze
gezamenlijk en in overleg met rechtheb
benden en overheid bezig te zoeken
naar een snellere manier om de
erfgoedbronnen die ze beheren
beschikbaar te maken. Opdat ook
Gietelink toegang krijgt tot creatief
materiaal en/of hergebruik daarvan,
Redactie Archievenblad
Foto: Sjoerd Knibbeier.
Ab Gietelink is theaterkunstenaar,
publicist en filosoof, geen archivaris.
In De Volkskrant van 21 maart 2013
schreef hij een verontwaardigd artikel.
'Gesubsidieerde instellingen zoals het
Eye Filmmuseum zitten in hun ivoren
torens angstvallig bovenop het archief
materiaal. Wil je iets gebruiken, dan
moet je veel geld neerleggen', merkte
Gietelink op. 'Wat gaat er mis bij deze
gesubsidieerde cultuurinstellingen in de
moderne YouTube-internetwereld? Het
leeuwendeel van kunstsubsidies gaat
niet naar kunstenaars en kunstprojecten,
maar naar instellingen en apparaten.
Veel publieke cultuurinstellingen,
zoals de grote audiovisuele archieven,
blijven angstvallig op de hun toever
trouwde schatten zitten. Zij misbruiken
hun forse subsidie om het beheerde
filmmateriaal tegen hoge prijs te
verkopen. "Auteursrecht" is vaak het
valse excuus voor die geslotenheid en
geldklopperij.'
Gietelink wil een filmtheatervoorstelling
over de bekende vliegenier Anthony
Fokker maken met gebruik van materiaal
van het Eye Filminstituut. 'Voor de
gedigitaliseerde bestanden met oude
Fokker-beelden op een dvd'tje, wilden
ze ons een onduidelijke nota sturen die
zou oplopen tot ca. 3000 euro. Ze gaven
daarbij toe zelf geen rechthebbende te
zijn maar wel een bedrag per voorstel
ling te willen rekenen.'
En: 'Wat kan het positieve gevolg zijn
wanneer de grote audiovisuele
gesubsidieerde instituten als film
museum Eye en omroeparchief Beeld en
Geluid hun archieven voor makers en
publiek gratis zouden maken? Het
aanwezige filmmateriaal vormt een
enorm potentieel om de historische
verbeelding aan te zwengelen en het
collectief gebruik van Nederlands
erfgoed te vermenigvuldigen. Instel
lingen, scholen, bedrijven en publiek
zouden gratis historisch filmmateriaal
kunnen downloaden en vertonen.
Goedkope dvd's kunnen massaal
verspreid worden. Filmers, omroepen en
kunstenaars krijgen de gelegenheid om
gratis historische beelden en perspec
tieven in hun werk te verwerken.'
10 2013 nummer 6