'In Dordrecht ben ik als inventarisator begonnen. Ik ben van mening dat iedere archivaris toch wel enig zicht mag hebben op ordeningsstructuren, omdat je de beginselen ervan later in je loopbaan op heel veel terreinen tegenkomt. Tegelijk is inventariseren zeker iets waarin je niet moet blijven hangen en dat is de reden waarom ik nu geen enkel archief meer wil inventari seren. Je blikveld wordt versmald tot enkel de oude, afgesloten archieven. Overigens vind ik dat dit ook een aspect is van carrière ofwel voortgang. Als ik eenmaal tien jaar verder nog steeds een archief zou inventariseren, dan heb ik toch iets verkeerd gedaan. Er moet voortgang in zitten, vind ik. Steeds iets nieuws oppakken en mij daarop ontwikkelen. Zo blijf ik fris. Niettemin ben ik dankbaar voor mijn Dordtse tijd, want daar heb ik wel mijn analyserend vermogen verder ontwikkeld. In Rotterdam kwam ik als een redelijk groentje binnen. Het wonderlijke was dat het voor mij een niet zo gezochte plek was, maar er kwam een functie vrij. Ik solliciteerde en werd aange nomen. In Rotterdam heb ik mij vooral ontwikkeld in de richting van de buitenwereld, want ik stortte mij op de verwerving van particuliere archieven. Het meest is mij bijgebleven, dat het archief van Verolme niet meer te redden was: het zat onder de dode duiven en schimmels. In 2011 uitte ik de wens dat ik mij meer wilde ontwikkelen in de richting van advisering en toezicht en zo kwam het intermezzo in Delft tot stand. Daar heb ik een vol jaar gewerkt. Nu in 2013 gaat het weer een andere kant op, omdat ik meer met de poten in de gemeentelijke modder wil staan. Daarom ben ik nu ook werkzaam voor de afdeling Concern Records Management bij het Stads archief. Dus opnieuw de buitenwereld in, maar nu die van de overheid. Uiteindelijk ambieer ik een functie als archiefinspecteur of een functie op beleidsmatig niveau, zodat het meer in 'Mijn visie op archieven is dat tot op heden nog te veel archivarissen zich richten op cultureel erfgoed. Dit is op lange termijn niet haalbaar en houdbaar en er zit ook geen toekomst in. Een meer sturende rol op het informatie beheer, dat is wel haalbaar. Daarop moeten we expertise inzetten. In de komende jaren zal ik mij hiervoor sterk maken.' onder andere met praktische hand reikingen en aandacht voor de archief vormers, de instellingen en de contexten waarbinnen zij werken. Daarnaast wordt de methodiek van acquisitie belicht. Te veel, vinden wij, ligt de nadruk op representativiteit, maar er moet in een acquisitieprofiel juist ook oog zijn voor uniciteit en bijzonderheid (opnieuw instellingen voor zich én ten opzichte van elkaar). De ondertitel van het S@P Jaarboek 2013 luidt: Fundamenten in beweging. Dat betekent niet een streep door het verleden, maar wel kritisch ermee omgaan en met visie ernaar kijken. Wie tijdens het lezen van het Jaarboek last heeft van koudwatervrees, zou dit kunnen relativeren door te bedenken dat het huidige fundament er ook ooit is neergelegd. Ook dat heeft een eerder fundament vervangen. Intussen ben ik op verzoek van het bestuur druk bezig om samen met Lodewijk Winkeler (KDC) een uitwerking te maken voor een volgend jaarboek over archieven en religie. We denken aan multidisciplinair kijken naar de rol voor de samenleving van (archieven van) religieuze groepen, bewegingen en personen (zoals missionarissen).' Wat heb je op de verschillende werkplekken geleerd? Of wat is je het meest bijgebleven? 'In een acquisitieprofiel moet oog zijn voor uniciteit en bijzonderheid. lijn is met mijn nevenfuncties. Naar een dergelijke functie ben ik, binnen of buiten Rotterdam, hard op zoek.' Wat is je visie op archieven? Caroline Leistra redacteur Archievenblad en senior medewerker collectiebeheer bij het Nationaal Archief. Dick Deuzeman redacteur Archieven blad voor Friesland. nummer 5 2013 45

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Archievenblad | 2013 | | pagina 45