Burgerlijke stand Theo Vermeer en eerlijk gezegd is mijn ontwikkeling ook een andere kant opgegaan. Ik ben begonnen met een sterke focus op geschiedenis, maar ik heb mij volledig ontwikkeld in de richting van het informatiebeheer. Ook wil ik ervoor waken om alleen maar actief te zijn binnen de archiefinstelling waar ik werkzaam ben. Aan mijn jongere collega's geef ik het advies: iedere archivaris zou er een neven functie bij moeten doen binnen het bredere veld. Anders word je een navelstaarder en ik verbaas me erover dat er mensen zijn die een gevoel van veiligheid ontwikkelen als ze maar lang op één plek blijven zitten zonder een enkele verandering. Ik krijg juist enorm veel energie van mijn nevenfuncties, al is het maar omdat ik graag om mij heen wil kijken en mij zeker niet wil binden aan een archief instelling. Je doet absoluut levenservaring op en ideeën die ik in mijn nevenfuncties opdoe, betalen zich direct terug in de uitoefening van mijn functie. Dit geldt voor de inhoud en de vorm waarin ik dat doe. Ik groei in de (gedrags)competenties doordat ik veel met andere vakgenoten en buitenstaanders omga. Tot nog toe betreft het in mijn geval nevenfuncties als de Commissie Lobby van de KVAN, de eindredactie van het Jaarboek 2013 en de uitwerking van een voorstel voor een nieuw S@P Jaarboek, waarvan ik ook weer de eindredactie ga doen. Kortom, nevenfuncties leiden tot kennisontwikkeling.' Naam: Geboren Geboorteplaats: Dordrecht Burgerlijke staat getrouwd met Corrie Vermeer-Top IDM/Archivistiek B Archiefwetenschap/Archivistiek A Werk: expert Informatiebeheer, Stadsarchief Rotterdam Nevenfuncties: lid Platform Particuliere Archieven; eindredacteur S@P Jaarboek Particuliere Archieven (2013); eindredacteur S@P Jaarboek Archief en religie; secretaris commissie Lobby van de KVAN namelijk, als ik na de lagere school naar het vwo was gegaan, een studie geschiedenis gevolgd. Daarom trok deze studie me, omdat ik dan toch nog in de buurt van de geschiedenis bleef.' Kun je een beschrijving geven van je loopbaan? 'Ik zie het zelf niet als een gezochte carrière. Het is vooral zo gelopen. Ik ben al vroeg begonnen te werken aan mijn netwerk en wie een netwerk heeft, heeft ook snelle binnenkomers. Ik begon bij Stadsarchief Dordrecht als parttime inventarisator, nadat ik daar een stage liep in het kader van mijn hbo-studie. Tegelijkertijd zond ik artikelen naar het Archievenblad. Ook heb ik bewerkte papers ingestuurd. Tijdens mijn Dordtse tijd ben ik eveneens werkzaam geweest in Breda. Daarna volgde Doxis Informatie managers en van daaruit deed ik een aantal projecten bij de centrale overheid. Vervolgens ben ik in Rotterdam gestart. Daarnaast heb ik ook geschreven voor het tijdschrift van de Historische Vereniging Oud-Dordrecht, maar daar kom ik de laatste tijd niet meer aan toe Kun je daar meer over vertellen? 'Als deelnemer vanuit Rotterdam aan het Platform Particuliere Archieven werd ik ineens eindredacteur/inhoudelijk begeleider van het S@P Jaarboek 2013 Particuliere Archieven. Dat was anders altijd een docent van de Archiefschool. Aanvankelijk met Hylke Faber van het Nationaal Archief, maar hij kreeg het te druk. Later werden Justin Klein en Petra Links de redacteuren. Zo hadden we een kundige redactieraad, waarin we scherp en goed konden overleggen. We willen out of the box. Het boek komt uit tijdens de KVAN-dagen en geeft niet zozeer antwoorden, als wel vragen vanuit diverse richtingen. De digitale netwerk samenleving noopt archiefinstellingen tot het maken van scherpe keuzes. Een digitaal netwerk maakt dat niet elke instelling alles hoeft te bewaren en we kunnen ook meer samen met burgers doen. Waarom zouden archiefinstellingen nog een abonnement hebben op algemene historische tijdschriften als ze digitaal raadpleegbaar zijn en de KB ze ook verwerft? Waarom neemt een archiefinstelling de krant van gisteren nog op, ook als het een landelijke krant betreft? Dergelijke vragen moeten, vind ik, gesteld én beantwoord worden. Te veel archiefinstellingen doen hetzelfde. Het Jaarboek heeft een vergelijkend karakter, omdat de focus niet beperkt blijft tot casussen van Nederlandse bodem. We gaan ook in op het digitale verhaal rondom particuliere archieven, 'Te veel archivarissen richten zich op cultureel 44 2013 nummer 5

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Archievenblad | 2013 | | pagina 44