Uitgelezen
Adelsgeschiedenis 10, Werken Koninklijk
Nederlandsch Genootschap voor
Geslacht- en Wapenkunde 18, Uitgeverij
Verloren (Hilversum, 2012), ISBN
9789087043247, 360 pp., 35,00.
Onder redactie van Redmer Alma, Conrad
Gietman en Albert Mensema is de
bovenstaande bundel vorig jaar gepubli
ceerd als een hommage aan jonkheer
Arnold Gevers bij gelegenheid van de
beëindiging van zijn veeljarige loopbaan
bij het vroegere Rijksarchief, nu het
Historisch Centrum Overijssel. Vanuit die
achtergrond is het begrijpelijk dat Gevers
levensgezel Mensema in het 'Ten geleide'
diens inzet voor de archiefdienst in Zwolle
bespreekt en dat de bundel afgesloten
wordt met Arnold Gevers bibliografie over
de jaren 1974-2012. Uit het bibliografisch
overzicht kunnen we afleiden hoe
consistent Gevers, in veel gevallen samen
met Mensema, aandacht heeft gegeven
aan veelal adellijke families in Overijssel,
hun bezit en leefstijl. Van De Havezaten in
Salland en hun bewoners verscheen in
2005 zelfs de vierde druk. Het gelijksoor
tige boek over de Twentse Havezaten
beleefde in 2004 een tweede druk en in
dat jaar verscheen ook De Havezaten in
het Land van Vollenhove en hun bewoners.
Daarmee was heel Overijssel besproken.
Familie Ramp
Hollandse adellijke, vermogende en
rooms-katholiek gebleven familie Ramp
onder de goed gevonden titel 'De
stijgende koers van het adellijke wapen
van de familie Ramp'. Aan de familie Van
Twenhuysen met Zwolse wortels en
dezelfde confessie als Ramp toegedaan,
schenkt Johan Seekles aandacht. Albert
Mensema bespreekt de riddermatige
lijkstatie in Zwolle in de 17e eeuw, maar
schenkt ook aandacht aan de funeraire
uitbeelding van de Gelderse familie Van
Arnhem. De huidige secretaris van de
Hoge Raad van Adel, Egbert Wolleswinkel,
gaat heel toepasselijk in op de adeldom
en de heraldiek van het geslacht Gevers
onder de titel 'Verheffing om verdiensten
aan den Staat bewezen'. Opmerkelijk is bij
hem de passage waarin hij schrijft over de
vrije toepassing van het recht adeldom te
verlenen door koning Wilem III. Een
periode, zo zegt hij, waarin aan de
adellijke status niet langer privileges
waren verbonden en het optreden van de
koning nauwelijks meer 'maatschappelijke
schade' kon aanrichten!
Het grote belang voor de heraldische
studie van typisch funeraire uitingen van
adellijk bewustzijn, zoals grafmonumenten,
grafzerken en rouwborden, komt expliciet
aan de orde bij Redmer Alma in zijn wat
volgeladen artikel 'Postume heraldiek,
adellijke kwartieren in Stad en Lande',
alsmede bij John Töpfer in diens bijdrage
over 'Funeraire sprokkelingen uit de
familiegeschiedenis Van Rechteren'. Deze
en andere bijdragen zouden veel minder
begrijpelijk zijn wanneer de talrijke
afbeeldingen in het boek niet van hoge
kwaliteit waren. Hier past een woord van
lof voor de redactie én de uitgever.
Ridderschap
laat duidelijk zien dat de steeds hoger
opgeschroefde eisen om tot de Ridder
schappen in de afzonderlijke Gewesten
opgenomen te worden, de macht bij
steeds minder families geconcentreerd
werd. De Hollandse Ridderschap, die hij
niet noemt, is van dit verschijnsel een
sprekend voorbeeld. Demografische
ontwikkelingen, die eveneens tot
inkrimping van de adel geleid hebben,
krijgen bij Gevers weinig tot geen
aandacht.
De ruimte ontbreekt om aan de bijdragen
van Clemens Hogenstijn, Lydie van Dijk,
Jan Wigger, Norbert J.M. Biezen, Jos van
den Borne, Marieke de Natris en Yme
Kuiper aparte aandacht te schenken. Maar
de vermelding van hun namen kan alleen
maar een aansporing betekenen om deze
rijke en gevariëerde bundel zelf ter hand
te nemen.
AühL f.h' Ut KAl.nilik"
IM DkNpoeRLANDEN
Redmer Alma e.a. (red.), Adel en
Heraldiek in de Nederlanden.
Adellijke identiteit en representatie
In de nu verschenen bundel, waaraan
zestien auters hebben meegewerkt, gaat
het vaak over Overijssel, maar niet
uitsluitend. Prikkelende en informatieve
bijdragen van respectievelijk Jan T. Anema
en Redmer Alma gaan in op de middel
eeuwse geschiedenis van Friesland en
Groningen. Kees Kuiken behandelt de case
van de in 1738 uitgestorven Noord-
Arnold Gevers zelf betoont zich van zijn
sterkste kant met een omvangrijk (37
pagina's) en helder geschreven stuk over
'Voorouderbewijs in Overijssel'. Zijn opstel
Bernard Woelderink oud-directeur
Koninklijk Huisarchief.
nummer 5 2013 37