Samenwerking Waar vind je straks nog die oude Muziek Express? Het sectorinstituut MCN ontving volgens projectleider Arjen Davidse jaarlijks ruim 4 miljoen euro aan subsidie en had veertig fulltime arbeidsplaatsen, die ingevuld werden door circa zestig mensen. Muziek Centrum Nederland (MCN) ontstond op 1 januari 2008 uit een fusie van het Nationaal Pop Instituut, Donemus, Gaudeamus, De Kamervraag en de Gezamenlijke Jazzinstellingen. Janneke van der Wijk, directeur van De Kamervraag, schoof daarmee door tot directeur van het MCN. Begin maart 2011 maakte ze haar vertrek bekend naar het Conservatorium van Amsterdam. Van der Wijk zei bij haar vertrek niet te weten in hoeverre de voorgenomen bezuinigingen haar oude werkgever zouden raken. 'Dat is voor iedereen in de sector onzeker. De bezuinigingen zullen zeer waarschijnlijk alle organisaties raken.' Het MCN kwam overigens glansrijk uit die door het Ministerie van OCW ingestelde visitatie ronde, maar dat mocht uiteindelijk niet baten. Het Nationaal Pop Instituut (NPI, 1997-2007), voortgekomen uit de Stichting Popmuziek Nederland (1974 1997), was een organisatie die zich inzette voor de ontwikkeling en kwaliteit van de Nederlandse popmuziek. Hierbij ging het om alle soorten popmuziek: van pop en rock tot hiphop, urban, dance, crossover en wereldmuziek. Het werd opgericht in 1975 als Stichting Popmuziek Nederland en werd sinds 1977 gesubsidi eerd door de rijksoverheid. In 1997 veranderde de naam in Nationaal Pop Instituut. Per 1 januari 2008 ging het NPI op in Muziek Centrum Nederland. Het archief van het NPI rust bij het Nationaal Archief. Het archief bevat een verzameling affiches, documentatie en ander promotiemateriaal. Verder bevat het archief rapporten en onderzoeks verslagen, stukken met betrekking tot muziekeducatie in het onderwijs en correspondentie met diverse spelers op landelijk en regionaal niveau, variërend van het ministerie van Cultuur tot de gemeentelijk Kunstraad van Amsterdam. Bijzondere vermelding verdient de fanmail van de Nederlandse popgroepen Doe Maar en 2 Unlimited, welke in dit archief zijn ondergebracht. De muziekcollecties van de opgeheven Stichting MCN zijn in beheer genomen door de afdeling Bijzondere Collecties van de Universiteit van Amsterdam. Het betreft 1,5 kilometer archief, waarvan dus 'voorlopers' berusten bij het Nationaal Archief. De Universiteit van Amsterdam zal zorg dragen voor de instandhouding en ontsluiting van de collecties, zodat studenten, wetenschappers en liefheb bers de collecties kunnen raadplegen. Hoewel hiermee tijdelijk de problemen lijken te zijn opgelost, is een duurzame oplossing voor behoud en presentatie van muzikaal erfgoed waar de MCN- collecties onderdeel van uitmaken, nog wel noodzakelijk. De Bijzondere Collecties zullen ten behoeve van de presentatie gaan samenwerken met nieuwe initiatieven zoals het Nederlands Jazz Archief. De nieuwe Stichting Vrienden Nederlands Jazz Archief zet zich in voor de publieksfunctie van de Jazzcollectie, opdat deze niet alleen behouden maar ook actief blijft. De komende periode zal campagne worden gevoerd om vrienden te werven die de activiteiten willen ondersteunen. De UvA is overigens niet de enige universiteit die verzamelt. Leiden is natuurlijk vermaard. Inmiddels is er een website waarop maar liefst 9 universi teiten zich met hun collecties presen teren: www.academischecollecties.nl. Naast bijzondere collecties van de Universiteit Leiden betreft het verzame lingen van de Universiteit van Amsterdam, de Universiteit Utrecht, de Technische Universiteit Delft, de Technische Universiteit Eindhoven, de Universiteit Groningen, de Universiteit Maastricht, de Vrije Universiteit en de Universiteit Wageningen. Zij vormen een samenwerkingsverband onder de naam Stichting Academisch Erfgoed (SAE), welke fungeert als netwerk voor erfgoedbeheerders aan de universiteiten, subsidies werft voor gemeenschappelijke initiatieven en de belangen behartigt van het academisch erfgoed in het bestuurlijk circuit. Zo hebben zij een krachtig profiel dat navolging verdient in het archiefwezen. Versnippering van archieven en collecties verdient geen aanbeveling, maar als het niet anders kan dan is er in elk geval de mogelijkheid om langs digitale weg de samenhang te herstellen. Voor het archief van de Wereldomroep zit zelfs dat er niet in. Treurig! Redactie Archievenblad 28 2013 nummer 5

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Archievenblad | 2013 | | pagina 28