'Als ik zeg dat dat de digitalisering is, dan trap ik een open deur in. Laat ik een paar veranderingen noemen. Op de eerste plaats de betere fysieke berging van archiefstukken. De vroegere archiefdepots van het rijksarchief lagen op de eerste verdieping en waren van vele ramen voorzien. In de zomer was het er warm en rook het heerlijk naar archieven, maar de voortdurende temperatuurwisseling was natuurlijk funest voor het behoud. Opvallend is ook het grote aantal jonge medewerkers van in de twintig in de jaren zeventig; nu tref je nauwelijks een collega onder de veertig aan. Waren de rijksarchieven in 1970 nog autonome instellingen, nadien sloeg de centralisatie en de sturing vanuit het Algemeen Rijks archief toe, totdat deze door de opheffing van de Rijksarchiefdienst en de vorming van regionale historische centra weer ten dele ongedaan werden gemaakt. Over digitalisering ben ik altijd sceptisch geweest. Het vergemakkelijkt in ieder geval tal van routinematige werk processen en het historisch onderzoek, maar kan het historische handwerk niet vervangen. Te betreuren is dan ook de algehele teloorgang van de oude archief- functioneren, het takenpakket, de archiefvorming, dat leer je al doende. Die opgedane kennis moet natuurlijk verwerkt worden in een uitvoerige inleiding. Als je nieuwsgierig bent, vallen je tijdens de ordening ook de stukken over andere interessante onderwerpen op. Het is dan ook mooi dat ik altijd twintig procent van mijn diensttijd heb kunnen besteden aan archiefgerelateerd historisch onderzoek en het schrijven van artikelen. Het zou toch jammer zijn om al die mooie vondsten weer te laten verdwijnen. Hoe leuk inventariseren ook is, als je het de hele dag doet, wordt het mede door de routine ook saai. Afwisseling en nieuwe probleemstellingen houden het werk sprankelend. Dat betekent natuurlijk ook dat historisch onderzoek niet tot het werk beperkt is. Werk en privéleven c.q. hobby lopen in elkaar over. De beste oplossingen van problemen vallen je op de fiets naar huis in.' U heeft uw 40-jarig jubileum in dienst van het Rijksarchief Limburg - het tegenwoordige RHCL gevierd. Wat is naar uw mening de grootste veran dering binnen het archiefwezen in deze 40 jaar? Wat de beste? Welke verandering betreurt u? 36 2013 nummer 2 Spontane voordracht na de uitreiking van de 'Rheiniandtaier' aan Rien van den Brand te Bourglinster (Luxemburg, 1990). daartoe uitgekozen reimeid. Een dorp als Eijsden heeft veel tradities en onge schreven regels. Je kunt niet zomaar in de processie een functie vervullen. Zo moeten de jongetjes die de vlag van de gemeente Eijsden dragen, geboren en getogen Eijsdenaren zijn. Andere functies als het dragen van een boekrol zijn in principe voor het leven en vererven van vader op (schoon)zoon. We zijn op een feest geweest van iemand die herdacht dat hij veertig jaar lang drager van de processie-hemel was. Echter, voor deelnemers die over een zeker talent moeten beschikken, zingen bijvoorbeeld, gelden zulke regels niet.' Uiteindelijk komen we toch weer uit bij uw werk als grote hobby. Of hobby geïntegreerd in werk? Hoe ziet u dat zelf? 'Ik ben archivaris geworden omdat ik regionale en lokale geschiedenis in combi natie met archiefonderzoek zo interessant vond. De eerste voorwaarde is wel het ontsluiten van archieven. Zonder ont sluiting wordt onderzoek zeer bemoeilijkt. Je kunt dus zeggen dat historisch onder zoek mijn hobby is en inventariseren mijn werk. De belangrijkste taak van de archivaris is voor mij dus het inventa riseren van ongeordende archieven, met name die van het ancien régime. Ik heb het geluk gehad dat ik de archieven van de centrale overheidsinstellingen van het Overkwartier van Gelder mocht ordenen (Staten van het Overkwartier, Hof van Gelder te Roermond, Hof van Gelder te Venlo, hoofdgerecht Roermond), alle belangrijke archieven voor het verleden van Midden- en Noord-Limburg en het aangrenzende Duitse gebied. Elk archief vormt een uitdaging. Je moet bij nul beginnen. Er is weinig bekend over het De leden, voornamelijk Duitse en Nederlandse archivarissen, van de Stichting Historie Peel-Maas-Niersgebied (1991). opleiding, met vakken als oorkondenleer en (Latijnse) paleografie. Als aan een klassiek archivaris in de verdere toekomst geen behoefte is, zou het toch nuttig zijn dat tenminste enkelen nog historische vakken en paleografie beheersen. Anders wordt ook voor de professionele archivaris het oud archief onbegrijpelijk, een apocalyptisch boek gesloten met zeven zegels.' Bent u een 2.0 archivaris? 'Dat ben ik niet. Ik onderhoud mijn contacten op traditionele manier. Historische belangstelling is het leukst als die met anderen kan worden gedeeld. Omdat de geschiedenis van Limburg dan wel het Overkwartier van Gelder in principe altijd grensoverschrijdend is Optreden met liederen uit de Carmina Burana tijdens het Caeciliafeest van de Cappella Sancti Servatii (1990).

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Archievenblad | 2013 | | pagina 36