Muller (e.a.) omschrijven oorkonden als
"geschrevene stukken, die men in den
daartoe bestemden vorm opmaakt,
opdat zij als bewijs van het daarin
vermelde kunnen dienen" 92).
En daarop volgt dan de definitie van
een charter als "de grosse van eene
oorkonde" 93). Zij stellen dus
Urkunde/oorkonde in zoverre met het
charter gelijk dat het onderscheidenlijk
element het ontwikkelingsstadium is.
Muller (e.a.) zien dus verschil tussen
oorkonden en charters, in tegenstelling
tot Bresslau.
elementen zijn in de beoordeling of een
stuk een charter is of niet. Het niet per
se aanwezig zijn van een zegel en het
niet per se op perkament vervaardigen
van het stuk in kwestie, én het feit dat
Muller (e.a.) het charter als ontwikkelings
stadium van een oorkonde zien (namelijk
als grosse), is voor Van der Gouw (e.a.)
aanleiding om de definitie in 1962 te
herschrijven.
Redactionele versus uiterlijke
vorm
Middeleeuwse toestanden
"Originele oorkonden hoe beschadigd ook of in hoe kleine brokstukken
ook overgebleven, mogen, zelfs indien er duplicaten, vidimussen of
authentieke afschriften bestaan, nimmer worden vernietigd" ('Handleiding',
par. 33).
Deze fragmenten zijn onderdeel van een akte van belening door de
Hollandse graaf Willem III uit 1325. Dat is bekend doordat de tekst ook is
opgenomen in een register (NL-HaNA, Graven van Holland, 3.01.01
inv.nr. 1013).
stukken in het Latijn gesteld, waarbij de
Duitse vertaling daarvan - meestal in
samengestelde woorden - de Urkunde
noemt. Met andere woorden: in het
Duits is een charter een Urkunde. Anders
dus dan in het Nederlands waar een
kennelijk verschil bestaat. Althans, als
we archiefterminologieën volgen.
Muller (e.a.) hebben daarnaast een
element toegevoegd aan de definitie
van het charter, namelijk dat ook al zijn
de meeste charters op perkament
geschreven, dit op zich niet altijd zo
hoeft te zijn. Bovendien hoeft een
charter lang niet altijd te zijn gezegeld.
Dat laatste is interessant want de
gegevensdrager (in dit geval perkament)
en de authenticatie (het zegel) zullen
tot 64 jaar na publicatie van de
Handleiding de onderscheidenlijke
Van der Gouw (e.a.) richten zich in de
definitie van een charter niet op de
redactionele vorm, zoals hun illustere
voorgangers wel doen, maar op de
uiterlijke vorm. Zij stellen dat een charter
"een blad perkament [is], waarop een
akte is geschreven, die ter bekrachtiging
is bezegeld" (nr. 4). Het charter bezien
vanuit de uiterlijke vorm geeft Van der
Gouw (e.a.) de mogelijkheid om deze
uiterlijke vorm te koppelen aan een
document waarvan de redactionele
vorm wordt beschreven: de akte.
Gegeven de definitie dat een akte een
geschrift is dat is "opgemaakt om als
rechtsgeldig bewijs van het daarin
vermelde te dienen" (nr. 13) en de
beschrijving van een oorkonde als "een
in plechtige vorm opgestelde akte" (nr.
14), kan een charter of als akte in
algemene zin door het leven gaan, of
als oorkonde, zijnde dan een bepaald
type akte. Vooropgesteld dat de tekst is
geschreven op perkament en het stuk is
voorzien van een zegel. Wat Van der
Gouw (e.a.) aldus een akte noemen, is
bij Muller c.s. een oorkonde en in het
Duits een Urkunde. Althans, Angelika
Menne-Haritz omschrijft Urkunden als
een "Förmliche und beglaubigte
Schriftstücke zur Bekraftigung und als
Zeugnis von rechtlich wirksamen
Verhaltnissen".
De Duitse Urkunde is daarmee net zo
plechtig als de Nederlandse oorkonde.
Maar een Akte (in de Duitse betekenis)
is het zeker niet, want een Akte is in het
huidige Duitse taalgebruik min of meer
vergelijkbaar met een dossier. Een Akte
is, wederom volgens Menne-Haritz, een
"[z]usammenstellung aller Schriftstücke
für die Erlediging einer Aufgabe
bis zum AbschluB der Aufgabe".
De relatie die Van der Gouw (e.a.) leggen
met het geschrift dat op perkament is
opgemaakt om als rechtsgeldig bewijs
van het daarin gestelde te dienen en dat
is gezegeld, betekent dat er geen
charters meer kunnen bestaan als de
componenten perkament en zegel
ontbreken. Herman Coppens heeft de
definitie van Van der Gouw (e.a.)
letterlijk overgenomen. In wezen geven
nummer 10 2012 13