I Burgerlijke stand Verder wandelen en fietsen we veel door het mooie Friesland. Sinds we afgelopen juni de Slachtemarathon hebben meegemaakt - wij stonden aan de kant van de weg en zwaaiden naar 1600 hardlopers en 13.000 wandelaars - zijn we gegrepen door het wandelvirus. We wandelen om de paar weken een lange afstand (maximaal 40 kilometer). Doel is om over vier jaar ook mee te doen aan de Slachteloop: een dikke 42 kilometer wandelen van Oosterbierum naar Raerd over de Slachtedijk, een middeleeuwse slapersdijk van de oude Friese Middelsee. Ik dacht in juni dat ik met mijn waardeloze conditie er wel vier jaar voor nodig zou hebben om zo ver te komen, maar het blijkt dat je met geleidelijk opbouwen al in drie maanden zo ver kan zijn." "Sinds enkele weken heb ik een nieuwe fiets met acht versnellingen. Daarmee ga ik naar mijn werk, elke dag 43 kilometer fietsen. Dat helpt natuurlijk ook wel de conditie verbeteren. Voor mij persoonlijk is bewegen sinds tien jaar extra belangrijk. In 2002 kreeg ik namelijk suikerziekte. Ik werkte nog op het Historisch Centrum Overijssel en viel ineens in korte tijd 10 kilo af zonder dat ik aan een dieet deed. Ook had ik voortdurend enorme dorst en was vooral na het eten extreem moe. Een assistent- vrijwilliger op het werk was in zijn vorig leven huisarts geweest en herkende de verschijnselen. Hij stuurde me naar een huisartsenpost waar ik een bloedsuiker- test kreeg, en ja hoor: bingo! Ik wist niet wat het was en dacht nog dat je er wel weer vanaf kon komen. Maar diabetes heb je voor je leven, dat raak je niet meer kwijt. Dat was wel even flink schrikken en het heeft mijn leven ook veranderd. Het is namelijk elke dag weer een strijd om goed in balans te blijven. Voortdurend moet je aan de knoppen Koolhydrateninname, Bewegen en Insuline draaien. Het beste is een strak geregeld leven met tijd voor sporten, fietsen en wandelen. Hoewel ik van nature helemaal niet sportief ben, ben ik het noodgedwongen wel geworden. Gelukkig voel ik me er prima bij." "Hoewel ik geen archiefopleiding heb gehad en formeel geen archivaris ben, heb ik wel altijd in archieven (en musea) gewerkt. Wat de toekomst mij brengen zal, is nog koffiedik kijken. Wel weet ik dat er de komende jaren van alles zal gaan veranderen door de fusie van de gemeente Harlingen met andere gemeenten. Ook weet ik dat de bezuinigingen hard aankomen in de archief- en museumwereld. Er moet dus wat gebeuren. Eigen inkomsten genereren is makkelijk geroepen, maar moeilijker uit te voeren. Daarnaast is er in de afgelopen twintig jaar al enorm veel veranderd in het archiefwezen: van ivoren torens veranderden de archieven in publieksvriendelijke geschiedenis makelaars. Met de toenemende digitalisering heeft de grootste publieksgroep, de genealogen, genoeg aan internet en zijn de studiezalen leeggelopen. Je moet dus op nieuwe manieren aansluiting vinden bij de groeiende belangstelling voor geschiedenis. Net als in de museum wereld is educatie, voor jong en oud, van levensbelang. Je moet zien dat je de mensen aan je archief of museum weet te binden. Communicatie is daarbij hét middel. Niet alleen via je website, Jeanine Otten Werk: nummer 9 2012 45 Jeanine Otten (links) en gezelschap bij een rondleiding in het Historisch Centrum Overijssel; rechts collega's Piet den Otter en Vincent Sleebe, 2008 (foto part. coll.). In de weer met het oude stadsarchief van Harlingen, mei 2011 (foto part. coll.). Hoe zie je je toekomst binnen het archiefwezen? 7 april 1959 te Amsterdam gehuwd met achtereenvolgens Erik Couvee en Jan Folkerts Gezinssamenstelling 2 kinderen uit eerste huwelijk, 4 stiefkinderen eerstegraads lerarenopleiding tekenen, daarna kunstgeschiedenis medewerker inventarisatie Rijksarchief in Noord-Holland (1990); toegevoegd onderzoeker vakgroep Kunstgeschiedenis UvA (1991-1992); medewerker Stichting Provinciale Atlas Noord-Holland (1993-1995); medewerker inventarisatie en publicatie Gemeentemuseum Arnhem (1993-1994); conservator topografisch-historische atlas Gemeentearchief Zwolle (1995 2002); informatiespecialist Historisch Centrum Overijssel (2002-2008); collectieregistrator/ beheerder stadsarchief Hannemahuis, centrum voor Harlinger cultuur en historie (2008-heden) kunst, geschiedenis, koken, eten, wandelen, fietsen persberichten, (digitale) nieuwsbrieven en artikelen in tijdschriften, maar ook via Facebook en Twitter. Bezoekers komen niet alleen fysiek over de drempel; je kunt ze buiten je instelling bereiken door middel van allerlei activiteiten en via sociale media. Daarbij moet je wel de juiste toon aanslaan en je richten op beleving, persoonlijke verhalen en de menselijke maat. Tot slot is samenwerking met andere historische organisaties ook heel belangrijk voor het creëren van draagvlak." Fransien Smeets redacteur Archievenblad en collectiebeheerder Gemeentearchief Weert.

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Archievenblad | 2012 | | pagina 45