bij het gemeentemuseum en als beheerder van het oude stadsarchief. Daarnaast verzorg ik de PR en communicatie voor Het Hannemahuis. De fantastische combinatie van museum en archief is voor mij het einde! Ik zeg altijd dat de zichtbare collectie in museum Het Hannemahuis het topje van de ijsberg van de onzichtbare informatie in het stadsarchief is. Om op die manier lokale geschiedenis te bedrijven, is fantastisch." Ben je de Friese taal meester? "Toen ik de baan in Harlingen kreeg, ben ik meteen begonnen met een cursus Fries voor niet-Friestaligen. Niet vanwege Harlingen overigens, want een echte Harlinger spreekt Harlings en géén Fries: dat vindt hij iets verschrikkelijks, iets voor de boeren. 'Bargeduuts' (koeterwaals) heb ik eens door een echte Harlinger horen zeggen. Die afkeer van het Fries is een kenmerk van echte Friese stedelingen; daar spreken ze vanouds Stadsfries met allerlei varianten, zoals Liwwadders in Leeuwarden." "Ik ging Fries leren omdat ik in Friesland ging wonen. In Het Hannemahuis ben ik de enige medewerker die Fries spreekt. Natuurlijk maak ik wel eens 'flaters', maar dat geeft niets. Fries is een rijke en geestige taal. Er zijn bijvoorbeeld in het Fries veel meer woorden voor allerlei soorten regen, mist, wind en sneeuw dan in het Nederlands. Er zijn prachtige boeken geschreven in het Fries waarvan geen Nederlandse vertaling is. Je communiceert beter met Friezen als je je best doet om Fries te praten. Mijn voorbeeld is mijn man: hij spreekt en schrijft Fries sinds 2000 zó vloeiend en lenig dat Friezen het niet kunnen horen dat hij geen autochtone Fries is." Aan het werk met collega Wim Huijsmans In Historisch Centrum Overijssel, 2008 (foto part. coll.). Ben je Fries spreken eigenlijk niet een beetje verplicht wanneer je daar woont en werkt? "Fries spreken is niet verplicht; het is een keuze die iedereen elke dag kan maken. Veel Friezen 'verbreken' zich als een niet-Fries Nederlands tegen ze spreekt, ze switchen dan meteen over op Nederlands. Er zijn ook echte diep-Friezen bij, die heel bewust zoveel mogelijk Fries spreken en schrijven, juist om de taal levend te houden. Maar er zijn ook Friezen die liever Fries praten, omdat ze zich daarin beter kunnen uitdrukken. Nederlands is voor hen een tweede taal." Spreek je het ook met bezoekers van het archief? "'Wir sprechen alle Sprachen': als ik merk dat bezoekers van het museum of archief Fries zijn, schakel ik direct over. Zo spreek ik ook Engels of Duits met Engels- of Duitssprekende museum- gasten. Mijn middelbareschool-Frans is helaas helemaal weggezakt." Heb je een partner? "Sinds 1997 is Jan Folkerts mijn partner. Hij was gemeentearchivaris in Zwolle en Jeanine overhandigt vroedvrouw Sietske Krisifoe het eerste exemplaar van 'Bevallen en opstaan in Friesland', thema nummer van historisch tijdschrift Fryslan, maart 2012 (foto Joachim de Ruijter). nam mij in 1995 aan als conservator topografisch-historische atlas. In 1997 vielen we voor elkaar en sindsdien zijn we een paar, al heeft het nog wel 11 jaar geduurd voordat we gingen samenwonen. Tot september 2008 reisde ik met de trein heen en weer tussen mijn kinderen in Amsterdam, mijn werk in Zwolle en Jan in Leeuwarden. Hij was daar van 2000 tot 2008 directeur van het Historisch Centrum Leeuwarden. In september 2008 gingen mijn kinderen studeren en op zichzelf wonen en kreeg ik een baan in Harlingen. Dat was het moment dat Jan en ik konden gaan samenwonen. Jan werd gemeente secretaris in Littenseradiel met de 1 Samen met partner Jan Folkerts, 2009 (foto part. coll.). verplichting in die gemeente te wonen, en zo verhuisden we in 2009 naar het dorp waar we nu wonen." Heb je nog hobby's? "In mijn vrije tijd heb ik altijd getekend en geschilderd, maar dat komt er nu haast niet meer van. Sinds een paar jaar schrijf ik veel meer: over 'vergeten Harlingers' op mijn website www. vergetenharlingers.nl, over lokale geschiedenis in de Harlinger Courant en andere media, en over de combinatie eten, geschiedenis en Friesland in het historisch tijdschrift Fryslan. Ik twitter en houd de Facebookpagina's van Het Hannemahuis en Vergeten Harlingers bij. 44 2012 nummer 9

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Archievenblad | 2012 | | pagina 44