"Mijn ouders waren heel verschillend. Mijn vader was vooral piloot: vliegen was zijn lust en zijn leven. Hij was ook wel eens maanden weg vanwege zijn werk. Moeder stond er dan alleen voor. Ze was en is heel creatief. In die tijd gaf ze tekenen en handarbeid op een mavo in Oldenzaal. We hadden een gastvrij huis met altijd veel mee-eters en logees. Ik denk nog vaak aan die tijd als wij thuis veel gasten hebben en ik voor twintig man eten sta te koken." "Direct na mijn afstuderen in 1988 heb ik, met onderbrekingen, een aantal jaren in het Rijksarchief Noord-Holland gewerkt op de topografisch-historische atlas. Ik maakte daar een bestands catalogus van 5700 topografische prenten en tekeningen in de Provinciale Atlas Noord-Holland. Mijn oom Frank Otten was toen rijksarchivaris en aarzelde om mij aan te nemen, omdat hij niet van nepotisme beschuldigd wilde worden. De kennis die ik daar had opgedaan, kon ik in 1993-1994 goed gebruiken bij het Gemeentemuseum Arnhem waar ik een catalogus van de getekende stads- en dorpsgezichten van het Gelders rivierengebied mocht maken. Vanaf 1995 tot 2000 werkte ik bij het Gemeentearchief Zwolle als conservator topografisch-historische atlas, en daarna tot september 2008 bij het Historisch Centrum Overijssel (fusie Gemeente archief Zwolle en het Rijksarchief Overijssel) als beheerder beeld verzameling en coördinator publieks diensten. In die tijd, van 1995 tot 2008, was ik bestuurslid van de Vereniging Topografisch-Historische Atlas en maakte ik vier keer per jaar de nieuwsbrief." "Sinds september 2008 heb ik een droombaan. Ik werk in Harlingen in Het Hannemahuis, centrum voor Harlinger cultuur en historie, als collectieregistrator "We hadden een grote moestuin en een halve kinderboerderij aan beesten, bakten ons eigen brood, karnden onze eigen boter en maakten jam van de bramen die mijn vader met emmers tegelijk binnenbracht. We liepen in zelfgebreide vesten van wol die mijn moeder gesponnen had van onze eigen schapen. Er kwamen veel logees die zomers door mijn moeder aan het werk werden gezet, en moesten helpen met het oogsten. Na afloop was er 's avonds een barbecue en maakte mijn vader een groot kampvuur. Natuurlijk vielen we daar wel wat uit de toon bij de Twentse boeren om ons heen. Wat grote indruk op me maakte toen we daar kwamen wonen, was de 'noaberplicht'. Om ingeburgerd te raken, moesten we een noabermaal houden. Onze naaste buren vertelden precies hoe. De noabers, mannen en vrouwen van een aantal nabijgelegen boerderijen, kwamen op een avond aan een lange tafel eten en drinken (de mannen jenever met suiker, de vrouwen bessenwijn, en het glaasje mocht niet leeg op de tafel staan), vlak voor 12 uur 's nachts nog eens broodjes en koffie en dan om middernacht als één man opstaan en naar huis. Bij bruiloften hadden we ook noaberplicht, de mannen gingen dan op een wagen met flessen jenever het bos in om groen te halen voor een poort; de vrouwen zaten bij elkaar en maakten onder het genot van bessenwijn 'reuskes' (roosjes) van crêpepapier om de poort te versieren. Na verloop van tijd werd dat door de drank een vrolijke bende." Wat voor mensen waren je ouders? Hoe verliep je middelbareschooltijd? "Die tijd bracht ik door in Oldenzaal, op het Twents Carmellyceum. Ik begon op het gymnasium en zakte daarna af naar het atheneum. Omdat ik een uitgesproken alpha met dyscalculie ben, werd ik pas gelukkig toen ik in de vierde klas geen wiskunde, scheikunde en natuurkunde meer had. Ik beklaag mijn jongere lotgenoten voor wie nu wiskunde als eindexamenvak verplicht is. Het is voor hen een ramp! Klasgenoten uit die periode zie ik niet meer. Na de middelbare school ging iedereen een andere kant op. Veel gingen in Groningen studeren, maar ik ging als één van de weinigen naar Amsterdam. Daar volgde ik de eerstegraads lerarenopleiding tekenen aan de Amsterdamse Academie voor Beeldende Vorming, en daarna kunstgeschiedenis aan de Universiteit van Amsterdam." Familiegroepsfoto bij het afscheid van het Historisch Centrum Overijssel in 2008 (foto part. coll.). Lezing over ontwikkelingen in de portret fotografie tijdens de viering van het 150-jarig bestaan van Koninklijk Nederlandsch Genoot schap voor Geslacht- en Wapenkunde in de Lutherse Kerk, Amsterdam 2008 (foto part. coll.). Hoe is je carrière verlopen? nummer 9 2012 43

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Archievenblad | 2012 | | pagina 43