w M IIII De ervaringen van het SAA Ter ondersteuning van de discussie heeft het SAA een vergelijking gemaakt tussen de NEN ISO 23081, het Toepassingsprofiel Rijksoverheid, de concept metadatastandaard (2009), onze eigen interne regelgeving genaamd de Minotaurus, en de uitkomsten van de brainstormsessies van het multi disciplinair team. Er is gekeken naar de overeenkomsten tussen de verschillende schema's met als basis de concept metadatastandaard uit 2009. De overeenkomsten werden waar nodig toegevoegd aan de concept metadata- standaard (2009) en de als overbodig beschouwde zaken werden eruit gefilterd. Onderzoek Aansluitend op deze grondige analyse heeft er nog een uitgebreid onderzoek plaatsgevonden, ditmaal in het concern zelf. Samen met een aantal concern onderdelen is gekeken naar de set van meta elementen, om te onderzoeken of deze elementen in de praktijk toepas baar zijn in, en leverbaar vanuit de systemen van de concernonderdelen. Uit dit onderzoek bleek onder meer dat de verschillende concernonderdelen niet dezelfde taal spreken. Zij hanteren verschillende hiërarchische lagen (aggregatieniveaus) binnen hun systemen, met als gevolg dat niet op elk aggregatieniveau dezelfde meta elementen worden bijgehouden. In de metadatastandaard is daarom toegelicht hoe om te gaan met het toekennen van meta elementen op verschillende aggregatieniveaus. De beslismomenten Het SAA heeft besloten een pragmatische minimale set van metadata te hanteren waarmee informatieobjecten op de langere termijn duurzaam worden bewaard en beheerd. Bij elk besluit, bijvoorbeeld bij de keuze van de meta elementen, heeft het SAA gekeken naar de haalbaarheid en toepasbaarheid in het concern. Een belangrijk leermoment achteraf voor het SAA was de noodzaak om de gevoerde discussies en met name de besluiten en beweegredenen daarvoor goed te documenteren in een logboek. Want tijdens het ontwikkelings proces werden nut en noodzaak van bepaalde meta elementen blijvend ter discussie gesteld. Op zoek naar samenwerking De metadatastandaard komt voort uit de wet- en regelgeving, normen, kennis en ervaringen van de verschillende disciplines binnen het SAA en het onderzoek bij de concernonderdelen. De praktijk moet uitwijzen of deze metadatastandaard toegepast kan worden door alle concernonderdelen en ons voldoende gegevens verschaft om een duurzaam digitaal beheer uit te voeren. Het SAA wil de bewustwording vergroten bij de concernonderdelen over de metadatastandaard. Daarnaast wil het SAA ook feedback ontvangen over de metadatastandaard en de implementatie daarvan. Om dit te bereiken organiseert het SAA een metadata seminar waarin de concernonderdelen de mogelijkheid krijgen om een inhoudelijke dialoog met het SAA aan te gaan. Hier wordt de problematiek rondom de metadata- standaard in de praktijk besproken. Soms zijn oplossingen niet direct technisch van aard, maar zijn deze eerder te vinden op het organisatorisch vlak. Het SAA zoekt daarom de oplossing in het onderling beter samenwerken en communiceren met de concern onderdelen. Ter afsluiting Als archiefinstelling is het belangrijk dat de beschikbaarheid van informatie objecten in de juiste context wordt gegarandeerd op langere termijn. Dit vraagt van elke archiefinstelling om de juiste maatregelen toe te passen in het beheerproces. Een metadatastandaard is één van de vele middelen waarmee dit moet worden bereikt. Het SAA wil met de metadatastandaard het overbrengen van archieven door concernonderdelen zo effectief mogelijk faciliteren. De metadatastandaard zorgt voor eenheid binnen de wereld van digitale informatie waarin een variëteit aan complexe dan wel niet-complexe informatieobjecten hun opwachting maken, vanaf het moment van creatie tot in het eeuwige bestaan. Noten druk die het invoeren van extra gegevens kan geven op het werkproces. De metadatastandaard is niet zonder slag of stoot tot stand gekomen. Pas na heftige discussies is interne afstemming bereikt over de keuze van de elementen en de benaming en definities van de meta elementen. Voor de ontwikkeling van de standaard werd een multi disciplinair team samengesteld, waarin de deelnemers vanuit hun eigen gezichtspunt de rol verdedigden die de metadatastandaard moest vervullen. Dit leidde tot waardevolle discussies over nut en noodzaak van ieder afzonderlijk element. De Bazel (foto Dorian Kransberg). Een speciale dank aan Sander Ujzanovitch, Sectiehoofd Digitaal Beheer, en Emmy Ferbeek, Afdelings hoofd Archief- en Collectiebeheer. 1 Een informatieobject is een aantal onderling met elkaar samenhangende gegevens/items of een enkel digitaal gegeven/item welke door een computer en mens kan/kunnen worden geïnterpreteerd, zoals een document, een dossier of digitale map, een database, een website. Orville Mac Donald medewerker Standaarden en Richtlijnen, Stadsarchief Amsterdam. nummer 9 2012 23

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Archievenblad | 2012 | | pagina 23