bezoek aan de gemeentesecretarie van Eindhoven het Eindhovense registratuurstelsel in meerdere opzichten prees. Desondanks kon het systeem het razende ontwikkelingstempo van de gemeente niet bijbenen. De gemeente Eindhoven is per 1 januari 1934 overgegaan naar het registratuurstelsel van VNG. De gebruikte ordening De Eindhovense stelsels waren gebaseerd op dossiervorming. De dossieromslagen vervulden de functie van indicateur. Het succes van een stelsel is echter niet gelegen in de vorming van de dossiers, maar in de gelijktijdige invoering van een doordachte methode voor de ordening van de dossiers. De dossiers waren in de periode 1914-1920 opgeborgen per afdeling op volgnummer. In de periode 1921-1933 zorgde het gebruik van het registratuurplan voor het systematisch opbergen en terugvinden van de dossiers. Het systeem werd jaarlijks opnieuw aangelegd; dat wil zeggen dat de dossiers in jaarmappen opgeborgen werden. Stukken betreffende één zaak die over meerdere jaren liep, zitten in en kunnen verspreid zijn over verschillende dossier- en/of rubriek mappen. Bij het opzoeken van alle stukken van zo'n zaak moesten de dossierinventarissen van elk daarop volgend jaar geraadpleegd worden, om vast te stellen of een zaak in de Navolging Het Eindhovense registratuursysteem vond ook buiten de grenzen van de gemeente Eindhoven ingang. De gemeente Woensdrecht baseerde haar registratuursysteem erop, ook al werd het niet integraal overgenomen. Het langst was dit systeem in gebruik bij de gemeentesecretarie van Bergen op Zoom, namelijk tot het jaar 1971. Een vraag die zich hierbij aandient: in hoeverre werd het Eindhovense systeem een Noord-Brabants verschijnsel? Dit is interessant om te onderzoeken. Het belang van contextkennis hedendaagse archiefpraktijk om inzicht te krijgen in de wijze waarop mensen archieven vormen en gebruiken, aldus F.C.J. Ketelaar.4 Fouten bij het inventariseren, herordenen en vernietigen in de archieven worden zo vermeden. De archieven zijn het beste toegankelijk in hun oorspronkelijke systeem. Het is zaak om over de kennis te beschikken hoe deze stelsels functioneerden. In een digitale omgeving zijn de archieven met hun oorspronkelijke systemen makkelijker te ontsluiten en doorzoek baar te maken. Onvoldoende kennis over de context van archieven kan namelijk tot onjuiste beslissingen bij de selectie, vernietiging en inventarisatie van archiefmateriaal leiden. Het belang van deze contextkennis omschrijft Millar als "to be more accountable for our own actions and more transparent about the management of the records in our care".5 Noten 1 T. Thomassen, Het resolutiestelsel voor gebruikers (Den Haag: Rijksarchiefschool, 1997). Van Schie, H.A.J. van. Registratuur van de Nederlandse overheidsadministratie in de negentiende eeuw (Den Haag: Rijks Archiefschool, 1992). 2 F.J. de Zee, Gemeentelijke registratuur door F.J. de Zee, secretaris der gemeente Rauwerderhem. Een nieuw registratuurstelsel voor de gemeente-administratie (Grouw: Firma van der Spoel co, 1907) 7. 3 RHCe, Archief van het gemeente bestuur Eindhoven, Invoering registratuurstelsel gemeentesecretarie 1929/1933, classificatienummer 2.07.353.221. 4 F. Ketelaar, 'Levend archief' in: Waalwijk, H., Weterings, J. (red.), Spreken is goud. Oraties en colleges van hoogleraren... en de archivistiek, Jaarboek 2008 (Den Haag: Stichting Archiefpublicaties, 2008) 18. 5 L. Millar, 'The Death of the Fonds and the Resurrection of Provenance: Archival Context in Space and Time', Archivaria 53 (Spring 2002) 14. daaropvolgende jaren een vervolg had. De enige vaste registratiekenmerken zijn rubriekonderwerp en -volgnummer. De onderwerpen en de codes zijn vrij willekeurig aan de subrubrieken en dossiers toegekend, afhankelijk van de behandelde zaken. De codes van dezelfde of soortgelijke zaken kunnen dus elk jaar verschillend zijn. Als hulpmiddel werd bij de administratie een verwijzingssysteem gebruikt, dat uit aantekeningen op de rubriek- en dossieromslagen en afdelings inventarissen bestond. De kennis van de registratuursystemen met behulp waarvan de archieven gevormd werden, is essentieel voor archivarissen bij de inventarisatie en bewerking van archieven. Archiefgeschiedenis is nodig voor de Sancta Ursula, het gemeentehuis van Eindhoven in de jaren 1930 tot 1952. Miriam Lengova archivaris op projectbasis bij een onderwijsinstelling in Eindhoven auteur op het gebied van geschiedenis en archivistiek. nummer 9 2012 21

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Archievenblad | 2012 | | pagina 21