Archiveringspioniers
in Noord-Brabant
Een bijdrage aan de
archiefgeschiedenis
Ontwikkelingsprocessen
Voortgang van het onderzoek
Miriam Lengova
Onderzoek naar de aard en de context
van een archief en de onderlinge
samenhang van de archiefstukken
waaruit het archief bestaat, helpt bij
een beter begrip van het archief, bij het
toegankelijk maken ervan en geeft de
toekomstige gebruikers betere
handvatten om succesvol met het archief
aan de slag te gaan. De registratuur
stelsels, registratiemethoden en de
ordening van de archiefbescheiden
bepalen niet alleen de vorm en
structuur van het gevormde archief,
maar maken er ook deel van uit.
In de loop van de administratieve
geschiedenis zijn er verschillende
ordeningssystemen ontwikkeld, zoals
het door T. Thomassen beschreven
resolutiestelsel, of de door H. van Schie
beschreven chronologische stelsels van
de negentiende eeuw.1 Naar
registratuurstelsels, gebruikt bij de
gemeenteadministraties in de eerste
helft van de twintigste eeuw, is nog
weinig onderzoek gedaan. Er is niet
gezocht naar de motieven die ten
grondslag lagen aan de hantering van
bepaalde stelsels, evenmin naar de
mogelijke relaties tussen soortgelijke
stelsels in verschillende gemeenten. Dit
is ook terug te zien in de bestaande
toegangen tot de gemeentearchieven.
Vaak zijn deze stelsels, vooral in de
kleinere gemeenten, niet meer in de
oorspronkelijke orde behouden.
In de eerste helft van de twintigste
eeuw voltrok zich een dynamisch
ontwikkelingsproces naar een functioneel
en goed werkbaar registratuurstelsel
voor de gemeentelijke administratie.
Naast de chronologische ordening
werden nieuwe methoden van
archiefordening geïntroduceerd. Voordat
Zaalbergs decimale registratuurstelsel
algemeen aanvaard werd, merkte een
van de archiveringspioniers, F.J. de Zee,
in 1907 op: "De registratuur wordt nog
dikwijls als een noodzakelijk kwaad
beschouwd en men maakt er zich het
liefst zo spoedig mogelijk vanaf
De ingewikkeldste en vreemdste
methodes worden aangetroffen, soms
zo onpraktisch en omslachtig
samengesteld dat wij van verbazing de
handen ineenslaan."2
In de loop van de twintigste eeuw
hebben de gemeentelijke organisaties
metamorfoses ondergaan. Van kleine,
overzichtelijke lichamen zijn ze
uitgegroeid tot grote en complexe
organisaties, met bijpassende
gecompliceerde administraties. Behalve
door Zaalberg in Zaandam, werd er ook
in andere gemeenten gewerkt aan
mogelijke regelingen voor de registratie,
ordening en archivering van de
groeiende documentenstroom. Eén van
de pogingen die aandacht verdient, is in
de gemeente Eindhoven gedaan. Als
mijn afstudeerscriptie voor de opleiding
Archiefwetenschap aan de Universiteit
van Amsterdam heb ik een onderzoek
aan deze kwestie gewijd. Dit artikel is
daarop gebaseerd.
Aan het begin van het onderzoek in het
secretarieel archief van het gemeente-
Emmasingel met Philipsfabriek, Eindhoven, 1929 (alle illustraties zijn afkomstig uit de collectie van het
Regionaal Historisch Centrum Eindhoven).
nummer 9 2012 19