Authenticiteit authenticiteit: "A record is reliable when it can be treated as the fact of which it is evidence. By contrast, a record is authentic when it is the document that it claims to be" (Duranti 1995, 7). Een digitale kopie zal betrouwbaar zijn als het originele archiefstuk betrouwbaar is. Het is niet authentiek, tenzij er op een of andere manier een bewijs van authenticiteit aan meegegeven wordt. Op dat moment is het echter weer geen kopie maar een authentiek document op zichzelf, bestaand uit een betrouwbare kopie van het origineel met een toegevoegd bewijs van authenticiteit. Wat betekent deze definitie van authenticiteit voor de restauratie van een archiefstuk? Eind 19e, begin 20e eeuw, legde assistent keeper van het Public Record Office in Engeland, Sir Henry Cole, de basis voor de principes en ethiek van archiefreparatie. Hij "realized the value of preserving the book and its binding as a single entity, respecting the binding as an intrinsic part of an archive's documentary zo te garanderen dat het een betrouw bare getuigenis van het verleden blijft." Hij moet ook "de authenticiteit van documenten [te] beschermen gedurende het bewerken, conserveren en gebruiken daarvan. Het vervangen van originele archiefbescheiden door andere gegevensdragers dient te gebeuren met inachtname van hun wettelijke, intrinsieke en informatieve waarde". Archieven moeten geselecteerd of bewaard worden om "een essentiële getuigenis te bewaren van de activiteiten van personen of instellingen die het archief hebben gevormd of de documenten verzameld. Bij de selectie dient ook rekening te worden gehouden met veranderende onderzoeks- behoeften" (KVAN/ICA 1996). In deze artikelen wordt een aantal kernbegrippen (authenticiteit, integriteit, onderzoek, intrinsieke waarde) gebruikt die ook in richtlijnen voor digitalisering worden gebruikt. Hieruit kan worden afgeleid dat er algemeen begrip en overeenstemming is over hun betekenis. Als restaurator is de auteur zelf echter niet zo heel erg bekend met deze begrippen en daarom leek het haar goed om eens beter te kijken naar de betekenis van deze begrippen om te zien wat hun implicaties zijn voor de conservering en digitalisering van archiefstukken. Om te beginnen met het "beschermen van de authenticiteit van documenten": is het de originele vorm die beschermd moet worden of juist de tekstuele inhoud? Volgens de definitie vormen context, inhoud, structuur en uiterlijk samen een authentiek document (Den Teuling 2007). Als één eigenschap verandert, heeft dat invloed op de andere en wordt de authenticiteit aangetast. Vanuit deze definitie kan een digitale reproductie nooit een authentiek document zijn, het kan alleen een representatie zijn van het originele, authentieke document. Luciana Duranti onderscheidt betrouwbaarheid van Een brief, door een zegel verbonden met een ander document, waarschijnlijk met een bedoeling. Op deze manier is het stuk nauwelijks te digitaliseren: door het strookje los te knippen gaat de oorspronkelijke vorm van het stuk verloren (Nationaal Archief/Nationaal Archief van Suriname: Gouvernementssecretarie in Suriname, nummer toegang 1.05.10.01, inventarisnummer 437). 14 2012 nummer 9

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Archievenblad | 2012 | | pagina 14