Richtlijnen voor digitalisering praktijk en ook meteen wat het gevolg ervan is: de techniek is erop gericht tekst zo plat en duidelijk mogelijk weer te geven, maar dat betekent tegelijk dat driedimensionale (authenticiteits-) kenmerken, zoals zegels met een juridische waarde, vrijwel verdwijnen in het digitale beeld. Om betrouwbare kopieën te maken, moeten alle authentieke aspecten van het object leesbaar zijn op de digitale kopie. Als zulke details niet leesbaar gedigitaliseerd worden, betekent dit dat de digitale kopie alleen een representatie van tekstuele content is en zal een bezoeker het originele object moeten raadplegen voor bewijs van de betrouwbaarheid ervan. Ons eigen Metamorfoze beschouwt geschreven en gedrukt materiaal als tweedimensionaal en betrekt een weergave van de fysieke vorm niet bij de richtlijnen voor digitalisering. Toch stelt Metamorfoze dat de digitale versie de originelen moet kunnen vervangen (Metamorfoze 2012). Ethiek nummer 9 2012 13 Eén van de eerste Turkse documenten waarin Latijns schrift is gebruikt in plaats van Arabisch, niet alleen in de tekst maar ook in het zegel. Helaas is de blinddruk op deze digitale weergave nauwelijks leesbaar (Nationaal Archief, Den Haag: ministerie van Buitenlandse Zaken, nummer toegang 2.05.02, inventarisnummer 545). van technologie en archiefvorming. Zie bijvoorbeeld het Journal of American Archivists (32:1, 2011), met een aantal essays over dit onderwerp. Samenstelling, gebruikte materialen, structuur of versiering van een archief stuk of -band kunnen mogelijk iets zeggen over de status van het archief of de archiefvormende instelling, vergelijk baar met hoe boekbanden bestudeerd kunnen worden (Foot 2006). Aan de hand van specifieke schade en gebruiks sporen kan de geschiedenis van een enkel object afgelezen worden (Rekrut 2006). Wat deze voorbeelden duidelijk maken, is dat digitalisering zonder aandacht voor de oorspronkelijke vorm, of dat nou in de beschrijving (metadata) of in het beeld is, kan betekenen dat informatie ontbreekt die nodig is om de tekst goed te kunnen interpreteren of bredere verbanden te zien - omdat de verschijningsvorm informatie geeft over de relevantie of betekenis van de inhoud. Bovendien wordt op die manier de verschijningsvorm als bron van informatie op zichzelf tekort gedaan. Om volgens vaste kwaliteitsstandaarden te kunnen werken, hebben veel instellingen de laatste jaren richtlijnen opgesteld voor het digitaliseren van archieven. Veelal ontbreken hierin echter aanwijzingen voor het digitaliseren van de fysieke kenmerken van een archief stuk. Het volgende citaat komt uit de Technical Guidelines for Digitizing Cultural Heritage Materials, in 2010 vastgesteld door de Federal Agencies Digitization Guidelines Initiative (FADGI), Still Image Working Group: Some documents have embossed seals, such as notarized documents, or wax seals that are an intrinsic Legal aspect of the documents. Most scanners are designed with lighting to minimize the three dimensional aspects of the original documents being scanned, in order to emphasize the legibility of the text or writing. In most cases, embossed seals or the imprint on a wax seal will not be visible and/or legible in digital images from these scanners, and this raises questions about the authenticity of the digital representation of the documents(FADGI 2010, 51). Dit fragment laat zien wat het uitgangs punt is van de huidige digitaliserings- Waar inmiddels, althans binnen Metamorfoze, meer aandacht voor is, is de fysieke voorbereiding van archiefstukken op digitalisering met de Richtlijnen Conservering (2011). Hierin staat nadrukkelijk dat bij aanpassing van de vorm de projectbegeleider geraad pleegd moet worden. Dit in tegen stelling tot de IFLA Unesco Guidelines voor digitalisering: Once the selection process has been finalized, a further ongoing cost is that of preparation. An estimate of staff time should take into consideration the retrieval of materials for digitization and their return to the shelf. This function should therefore include the cost of preservation and conservation required to protect integrity of source materials, including documentation, microfilming, flattening, cleaning, repair of minor tears, or the disbinding of volumes and possible subsequent rebinding or protective enclosure of source material" (IFLA Unesco 2002, 38). Opvallend in dit citaat: preservering en conservering is nodig om de integriteit van het object te beschermen. Tegelijkertijd mag datzelfde object uit de band genomen worden en hoeft niet per se weer te worden ingebonden, als het maar goed geborgen is. Dat betekent dat een deel van de (fysieke) informatie in het originele object wordt opgeofferd voor meer (tekstuele) informatie op de digitale kopie. Kennelijk is er nog geen eensluidende opvatting over wat wel en wat niet gedaan mag worden met het origineel om het te kunnen digitaliseren. De artikelen 1, 3 en 4 van de Beroeps code voor Archivarissen bevatten de volgende voorschriften met betrekking tot hoe archiefstukken behandeld dienen te worden: "De archivaris dient de integriteit van het archiefmateriaal te beschermen en

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Archievenblad | 2012 | | pagina 13