Burgerlijke stand
met de bestelwagen mee naar de
klanten om te sjouwen. Toen ik 18 was
en op een herfstige dag slaagde voor
mijn rijexamen, moest ik 's middags al
een partijtje kaas afleveren in
Amersfoort. Het rijbewijs zat nog niet in
mijn portemonnee."
gebeurtenissen hebben afgespeeld. Zou
daar mijn belangstelling voor
geschiedenis zijn begonnen? De plek
waar Romeinen liepen, Willibrord het
evangelie bracht, stukjes van Duitse
keizers begraven zijn, Voetius zijn
Academie stichtte, ik zondags naar de
Domkerk ging, Chris Bos op het carillon
van de Domtoren speelde en juffrouw
Meijer dan de ramen open zette. Een
historische plek, ja. Doemde daar een
carrière in het archiefwezen op? Nee."
"Ook op de Mulo aan de Van Meursstraat
wees nog niets in die richting. Toen ik
daar in 1966 vanaf kwam, vond mijn
vader dat ik ook maar in de kaashandel
moest en daarom leek hem de
Middelbare Handelsdagschool wel wat.
Verkeerd gegokt. Het was daar heel erg.
Bovendien greep het jaren zestig-virus
om zich heen, en dat terwijl ik toch al
twijfelde aan alle gezag. Geen junior
kaashandelaar dus. Ordenen en
beschrijven? Ook niet! Ik ging werken in
de uitleen bij de juridische bibliotheek
van de VU en vervolgens ging ik naar de
Sociale Academie De Nijenburgh in
Baarn. Daar werd ik ook niet wijzer van.
Ik heb het gevoel in vier jaar helemaal
niets geleerd te hebben. Er werd wel veel
democratisch vergaderd, bijvoorbeeld of
er sowieso cijfers gegeven mochten
worden. Een klasgenoot van mij noemde
zich beroepsrevolutionair. Ik ben nog een
jaar maatschappelijk werker geweest.
Een ramp. Voor de cliënt (denk ik), maar
zeker ook voor mijzelf, die als 25-jarige
advies moest gaan geven bij
opvoedingsproblemen in moeilijke
gezinnen. Maar wat ik dan wel wilde,
wist ik niet."
"Er moest wel brood op de plank komen
dus ik zocht baantjes in de administratie
en als telefonist. Mijn belangstelling ging
uit naar lezen, heel veel lezen. Vooral
over vreemde werelden. Zo kijk ik nog
steeds naar geschiedenis. Die andere
wereld ging open toen ik in 1977 naast
het werken in de avonduren geschiedenis
ging studeren aan de VU in Amsterdam.
Ik was inmiddels getrouwd met Ina, die
toen ze vier was al wist dat ze
verpleegkundige wilde worden en dat
ook werkelijk was toen ik haar
ontmoette. Op vrijdagavonden en op
zaterdag ging ik naar de VU, waar ik
gelukkig was, zeker wanneer we college
hadden van de onvergetelijke professor
A. van Deursen. Dat wilde ik ook worden:
historicus. Reizen in een andere, verre
wereld en proberen de mensen van toen,
onze voorgangers, te begrijpen. Inzien
hoe onze huidige wereld zo gegroeid is.
Aart Vos
Geboren:
"Ik had een heerlijke schooljeugd op de
HBS: de (lagere) Hervormde
Burgerschool. Dat wij gereformeerd
waren was geen obstakel. Psalmen leren
deed ik gelijk op met mijn klasgenoten.
Alleen voor de wekelijkse hervormde
gezangen moest een creatieve uitweg
worden gezocht: wanneer de anderen
gezang 140 leerden, leerde ik psalm 140
nog maar weer een keer. Enige
probleem: er waren 306 hervormde
gezangen en maar 150 psalmen..."
"De school stond aan het Domplein, het
plein waar zich in mijn leven belangrijke
Met vrouw Ina in 1973.
Hoe ben je uiteindelijk in de
archiefwereld beland?
In 1960 met de familie op een duintop op Walcheren. Aart zit als derde van links.
Naam:
29 september 1949 te Utrecht
Burgerlijke staat:
gehuwd met Lesina Berber
Landstra, twee dochters (Eva en
Judith), één schoonzoon (Thomas)
Studie(s):
HBS (Hervormde Burgerschool)
(1955-1961); Chr. HBS (1961
1962); Mulo (1962-1966);
Handelsdagschool (1966-1969);
Sociale Academie (1971-1975);
MO-A geschiedenis (VU
Amsterdam, 1976-1981);
Rijksarchiefschool (1980-1981),
doctoraal geschiedenis
(Rijksuniversiteit Utrecht,
1986-1990) en promotie
(Universiteit Utrecht, 2000-2007)
Werk:
van studiezaal tot
wetenschappelijk medewerker
Hobby's:
geschiedbeoefening, lezen,
luisteren naar Schubert, Bach en
Mozart, Vlieland en naar buiten
waar de vogeltjes fluiten
42 2012 nummer 6