Het gewone leven ik heb nieuws voor hem. Hij heeft niet helemaal gelijk, er is best wat te vinden. Bij tientallen archiefinstellingen in ons land, met name degene die lokale bronnen bewaren, beheren wij die gewone informatie over het gewone leven van de gewone man. Hier vind je boedelinventarissen van windmolenaars uit de negentiende eeuw waaruit blijkt dat zij een barometer bezaten waar zij dagelijks en mogelijk zelfs meerdere keren daags op hebben gekeken. Hier vind je de lokale kranten waaruit blijkt dat men tijdens de bezetting daadwerkelijk ook probeerde het gewone leven voort te zetten, zo stelde een reguliere bezoeker van mijn studiezaal onlangs tot zijn verbazing vast. Een andere bezoeker werd laatst bijna emotioneel toen hij vertelde dat hij ontdekt had dat er op het internet gescande rekeningen uit de eerste helft van de 15e eeuw van de beheerder van de boerderij van de hertog in Hattem te vinden zijn. "Dichterbij het gewone leven van de gewone man in de 15e eeuw kun je niet komen", waren zijn terechte woorden. De Nederlandse Archieven Maarten, daar moet je het vandaan halen. L i Gerrit Kouwenhoven Column Maarten van Rossem snijdt in zijn column in het Historisch Nieuwsblad van april 2012 een interessant probleem aan. Hij noemt het "de blinde vlek van het triviale leven". Hij schetst hoe een jonge held ver van huis een monster verslaat en er een beeldschone vrouw aan overhoudt. Ze trouwen en leven nog lang en gelukkig. "Waarom wordt de rest van het verhaal niet verteld?", zo vraagt Van Rossem zich af. De jonge held heeft misschien nog wel een halve eeuw te gaan met zijn vrouw. Was hetgeen er in die halve eeuw gebeurde niet vermeldenswaard? Het leven wordt blijkbaar gewaardeerd naar en opgehangen aan zijn hoogtepunten en eventuele dieptepunten, maar niet naar de veel langere perioden waarin het rustig en tevreden is. Zelfs ons eigen geheugen werkt zo. En ook het collectieve geheugen, de geschiedenis, lijkt deze eigenaardigheid te vertonen. Aldus Van Rossem. Geschiedenis gaat over opmerkelijke en dramatische gebeurtenissen, niet over het rustige, dagelijkse leven dat verreweg de meeste mensen leiden. In de historische verbeelding zijn de jaren dertig de intens sombere jaren van de Grote Depressie en van de onafwendbaar naderende Tweede Wereldoorlog, een decennium waarin de zon zelden scheen en de merels niet zongen. Voor de overgrote meerderheid van de Nederlanders werd die periode echter gekenmerkt door de kleine zorgen van het dagelijks leven. We zijn ook altijd weer verbaasd, en misschien zelfs licht verontwaardigd, als foto's gemaakt tijdens de bezettingsjaren ons duidelijk maken dat men ook toen onbezorgd ging fietsen en picknicken op de eerste warme voorjaarsdagen. De vraag is natuurlijk - aldus nog steeds Van Rossem - of het triviale leven moet blijven rusten of dat historici moeten proberen dat kabbelende, wellicht slaapverwekkende verleden ook in beeld te brengen. Dan vraagt Van Rossem zich af: "Gesteld dat we dat zouden willen doen - al was het maar in een kadertje naast het bloedvergieten - dan is de vraag waar we de informatie over al die levens zonder drama en avontuur vandaan zouden moeten halen. Alle manifestaties van de nieuwsindustrie werken immers volgens het adagium dat goed nieuws geen nieuws is. Het grootste geheim van de geschiedenis zijn de miljarden onopmerkelijke levens waarvan we niets weten!". Van Rossem lijkt hier een sterk punt te hebben en hij brengt het ook met overtuiging, maar Gerrit Kouwenhoven i streekarchivaris Epe, Hattem en Heerde. a Tekening: Peter Vlot. nummer 6 2012 37

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Archievenblad | 2012 | | pagina 37