OF THE D Een veranderend verhaal Collectieve herinneringen beïnvloeden Emma Thompson als Ms. Kenton (de huishoudster) en Anthony Hopkins als Stevens (de butler) in James Ivory's 'The Remains of the Day', de verfilming van de gelijknamige roman van Kazuo Ishiguro. over de herinnering en over het verleden. De zelf uit Litouwen afkomstige Egle Mykolaityte, een andere tutorialstudent, heeft beide sites met elkaar vergeleken. Ze stelt vast dat ze allebei door hun interpretatie van het verleden het identificatieproces van de bezoekers bevorderen, maar dat het Ondergronds Museum van het Communisme daarin nog dwingender is dan Grutas Park. De performance van het Overlevingsdrama levert, zoals Pierre Nora (Les Lieux de Mémoire) het uitdrukt, de onder scheidingstekens van het groeps- lidmaatschap in een maatschappij die individuen alleen erkent als identiek en gelijk. Het is het ritueel van een samenleving zonder ritueel. Verandering van je identiteit door verandering van het verhaal over je verleden is ook het thema van de roman The remains of the day van Kazou Ishiguro, en de gelijknamige verfilming ervan door James Ivory. De roman is het levensverhaal van butler Stevens verteld door hemzelf. Stevens denkt terug aan wat hij met name in de Tweede Wereldoorlog allemaal heeft meegemaakt in dienst van zijn lord. In de loop van het verhaal realiseert hij zich dat die lord, die altijd zijn morele voorbeeld was, een nazisympathisant is geweest. Daardoor moet hij geleidelijk aan zijn visie op zijn eigen verleden aanpassen (en moet de lezer eerdere passages herhaaldelijk herinterpreteren of recontextualiseren). Tijdens de reconstructie van zijn geschiedenis komt hij erachter dat zijn identiteit helemaal niet zo duidelijk is als hij had gedacht. Hij realiseert zich dat hij zijn identiteit altijd heeft gezocht in zijn professionaliteit en waardigheid als butler en dat dat metaverhaal zijn levensverhaal de schijn van eenduidigheid heeft gegeven. Berrie van der Molen, afgestudeerd in media en cultuur, onderzocht roman en film vanuit het perspectief van trauma en identiteit, en stelde niet alleen vast dat beide gebaseerd zijn op de aanname dat je identiteit het verhaal is dat je over jezelf vertelt, maar ook dat het medium waarmee je dat verhaal vertelt niet alleen de vorm maar ook de inhoud van het verhaal bepaalt. Bij herlezing verandert het verhaal van ons leven voortdurend omdat de context waarin we het lezen voortdurend wijzigt. Dat geldt niet alleen voor het verhaal van butler Stevens, maar voor alle teksten: hun betekenis verandert voortdurend doordat de maat schappelijke context waarin ze worden gelezen verandert. Het is daardoor niet altijd even gemakkelijk om bij de interpretatie van de tekst recht te blijven doen aan zijn ontstaanscontext. Dat geldt in hoge mate ook voor muziekstukken. Hoe kun je trouw zijn aan het werk en aan de bedoelingen van de componist tegenover een concertpubliek dat geneigd is muziek te interpreteren in de context van het hedendaagse gecanoniseerde repertoire en de uitvoeringswijze van vandaag? Bij Peter Konwitschny, tot begin dit jaar hoofdregisseur van de Opera van Leipzig, staat trouw aan het werk centraal. In authentieke uitvoeringen gelooft hij niet, maar hij denkt wel de bedoelingen van de componist door close reading van de partituur te kunnen reconstrueren, en deze bedoelingen begrijpelijk te kunnen maken aan een hedendaags publiek door het werk te vertalen naar de ervaringscontext van de eenentwintigste eeuw. Dat brengt hij in de praktijk door bijvoorbeeld de Lohengrin op te laten voeren in een klaslokaal met kinderen van de Hitlerjugend, en Aïda en Radames aan het slot van de Aïda door een open deur het operahuis uit te laten lopen. Musicoloog Wouter Captain laat in zijn analyse van de opvattingen en uitvoeringspraktijken van Konwitschny zien in welke mate deze operaregisseur door zijn aanpak de collectieve herinneringen van het publiek aan deze opera's kan beïnvloeden en het kan voorschrijven wat het over de opera's moet onthouden en wat het moet vergeten. nummer 6 2012 31

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Archievenblad | 2012 | | pagina 31