Desinfectie papieren erfgoed met gammastralen Het onderzoek en ontwikkeling van een protocol werd mogelijk gemaakt door het Ministerie van Economische Zaken, SyergyHealth (voorheen Isotron BV), Restauratie Atelier Sterken BV, Art Conservation BV, Restauratie Atelier Helmond BV, Preservation Technologies BV, Helicon- cs BV, Documentenwacht, Art Salvage, het Nationaal Archief, het Nederlands Fotomuseum, het Vredespaleis, Restauratoren Nederland en Nederlandse Normalisatie NEN. Desinfecteren met gammastralen is niets nieuws. In de farmaceutische-, gezondheids- en voedingsindustrie wordt deze techniek al vele jaren succesvol toegepast. Wat zijn de mogelijkheden voor het archiefwezen? Schimmels onder controle John Havermans Het toepassen van gammastralen op papieren erfgoed dat gedesinfecteerd moet worden, stuitte lange tijd op bezwaren. Die varieerden van indianenverhalen ("het materiaal blijft besmet en gaat licht geven") tot reële bezwaren ("ernstige degradatie van het materiaal"). Er zijn veel studies over dit onderwerp gepubliceerd, maar de uitkomsten spraken elkaar tegen. Dit was voor een klein consortium reden om een onderzoeksverzoek bij TNO neer te leggen, met als belangrijkste vraag: hoeveel schade wordt er nu werkelijk veroorzaakt door gammadoorstraling, en is er optimalisering mogelijk? TNO Technical Sciences startte het onderzoek door oudere onderzoeken te verifiëren, waarbij behandelde materialen, analysemethoden en randvoorwaarden voor het doorstralen werden bestudeerd. Uit dit eerste (deel)onderzoek werd geconcludeerd dat niet alleen de dosis gammastraling een belangrijke factor is, maar ook de wijze waarop de straling het materiaal bereikt. Dit wordt bepaald door de homogeniteit van de massa van het aangeleverde materiaal. Een tweede onderzoek, met een breder ondersteunend consortium, werd gestart met als doel het vinden van optimale doorstralingscondities. Op basis van de meest voorkomende schimmels in archieven en fotografische collecties, werden condities gevonden waarbij een minimale verandering van het materiaal plaatsvindt met een maximaal afdodingseffect voor schimmels, sporen en insecten. Ook werd de gewenste spreiding in de massa van het te doorstralen object vastgesteld. Deze onderzoeksresultaten werden besproken in een internationale werkgroep van de IAEA (International Atomic Energy Agency), die zich ook bezighoudt met de toepassing van stralingsbronnen in de erfgoedsector. De positieve reacties leidden tot de uitvoering van een breed verificatie- onderzoek door TNO. Naast het vaststellen van de mate van materiaal verandering na doorstraling, werd onderzocht wat het verschil was tussen het droog reinigen en het met gamma- stralen behandelen van ernstig geïnfecteerde collecties. Een nieuwe, niet-destructieve analysetechniek gebaseerd op Nabij Infrarood Spectroscopie - genaamd SurveNIR - werd succesvol toegepast om enkele specifieke materiaaleigenschappen vast te stellen. Analyses wezen uit dat materiaalverandering als gevolg van bestraling in het niet valt bij de schade veroorzaakt door schimmels. Uit een langetermijnonderzoek naar de veranderingen van geselecteerde kleuren bij behandelde fotografische materialen werd geconcludeerd dat er geen additionele veroudering vanwege het doorstralen plaatsvindt. Hoewel de schade minimaal is, wordt ook bij de gevonden optimale condities (8±2 kGy) een lichte verandering in de verdeling van de moleculaire structuren van cellulose waargenomen. Ook werd een lichte vorm van oxidatie geconstateerd, maar vergeleken bij de schade die actieve schimmels en insecten kunnen aanrichten, ging het om een fractie van de totale schade. Hoe noodzakelijk goed collectiebeheer is bleek uit de casus van de bibliotheek van het Vredespaleis te Den Haag. De collectie is meer dan acht kilometer lang en herbergt onder andere de meest uitgebreide Grotiuscollectie ter wereld. Helaas bleek deze volledig onder de schimmels te zitten. De schimmeluitbraak was dusdanig ernstig dat medewerkers gezondheidsklachten hadden opgelopen. Er werd gekozen voor de meest ingrijpende oplossing: nieuwbouw en totale ontsmetting van de collectie met gammastralen, waarna de inhoud van alle dozen mechanisch werd schoongemaakt. Dit laatste blijft een noodzakelijke stap om stof en andere contaminaties te verwijderen. Voor en na doorstralen en twee jaar na herplaatsing werden zowel de collectie als de binnenlucht van de ruimte onderzocht. Een verslag van dit project is onder andere gepubliceerd in het Interdisciplinair vakblad voor conservering en restauratie (2007, nr. 2). In het jongste onderzoek van TNO werd geconcludeerd dat de behandelde collectie ook in 2011 nog vrij van schimmels is, de binnenlucht vrij van contaminanten en de collectie goed raadpleegbaar. John Havermans TNO Technical Sciences, team conservation technology. 18 2012 nummer 4

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Archievenblad | 2012 | | pagina 18