van de RHC's en het Nationaal Archief zijn verenigd in het werkprogramma; een mooi voorbeeld van landelijke samenwerking en gezamenlijk optrekken. De producten zijn in eerste instantie bedoeld voor de eigen voorbereiding maar kunnen ook van belang zijn voor andere archieforgani saties en lokale overheden. Het gaat om: - een handboek met beschrijvingen van de drie centrale bedrijfsprocessen van een RHC: verwerven, beheren en beschikbaar stellen. Om de organisatie goed te laten werken met het e-Depot zijn beschreven werkprocessen onontkoombaar; - een beschrijving van de bestaande informatie-architectuur bij de RHC's en het Nationaal Archief, een beschrijving van de noodzakelijke informatie architectuur en een plan hoe de verbinding tussen beiden gelegd kan worden; - één toepassingsprofiel voor metagegevens ten behoeve van lokale overheden. Dit bevordert een soepele uitwisseling van informatie tussen de overheidsorganisaties en een soepele aansluiting op het e-Depot. Vanuit de WVI wordt gewerkt aan een toepassingsprofiel voor het eigen werkingsgebied; - een beschrijving van de rollen, taken, verantwoordelijkheden en competentieprofielen die horen bij de centrale bedrijfsprocessen. Met het hieraan gekoppelde opleidingstraject zijn medewerkers van RHC's voorbereid op het digitale archiveren. In de WVI, stuurgroep, werkgroep en secties zijn vertegenwoordigers van alle RHC's en het Nationaal Archief actief. De werkgroep, waarin de sectievoorzitters zitten, zorgt voor de onderlinge afstem ming en informeert de stuurgroep en het convent. Het convent bestaat uit directeu ren van de RHC's en het Nationaal Archief. De stuurgroep vertegenwoordigt het convent en wordt gevormd door Saskia van Dockum (Het Utrechts Archief), Eddy de Jonge (Groninger Archieven), Hannie Kool (Zeeuws Archief), Martin Berendse (voorzitter, Nationaal Archief) en Lieuwe Zoodsma (Noord-Hollands Archief). Op hun beurt worden zij ondersteund door de werkgroep en de secties onder leiding van Klaartje Pompe, Kaj van Vliet Open! Verwachte resultaten Roadshow Haarlem (foto part. coll.). (Het Utrechts Archief), Hanneke van Aalst (Zeeuws Archief), Andrieke Ollefers (Gelders Archief) en Roland Bisscheroux (Noord-Hollands Archief). De WVI is in mei 2011 gestart vanuit een onderkennen van de noodzaak gezamenlijk op te trekken rond het duurzaam digitaal archiveren. Het is een bijzonder traject om met collega's van twaalf organisaties uit alle provincies van het land samen te werken aan één doel. Het Nationaal Archief levert kennis en ervaring aan de RHC's. De betrokke nen bij de WVI zijn de ambassadeurs van het e-Depot in de eigen organisatie. Het gaat bij de WVI maar voor een deel om de techniek van het e-Depot; het gaat om organisaties. De organisatie van het RHC is met beschreven werkprocessen rond het verwerven, beheren en beschikbaar stellen, een eenduidige informatiearchitectuur en opgeleide medewerkers, straks voorbereid voor de implementatiefase. En de organisaties van de ketenpartners zullen een toepassingsprofiel voor de metagegevens in gebruik nemen om aan te kunnen sluiten bij het e-Depot. Voor de ketenpartners biedt het e-Depot belangrijke voordelen. Het meedoen in het gezamenlijk e-Depot, en daarmee digitale informatie na het afdoen van een zaak duurzaam kunnen opslaan, betekent kostenbesparing op de ontwikkel- en beheerkosten van de eigen omgeving. Elk RHC brengt naar vermogen deze boodschap en de noodzaak voor duurzame toegankelijk heid van digitale informatie onder de aandacht van de lokale partners. De dialoog met de ketenpartners, gemeentesecretarissen en andere verantwoordelijken voor het informatie beheer bij provincie, gemeente en waterschap, vindt plaats bij roadshows, zoals al in Haarlem (10 oktober 2011: 'Informatie duurzaam digitaal toegankelijk') en Middelburg (5 maart 2012: 'Voor een duurzame overheid!') zijn gehouden. Ook de dialoog met vertegenwoordigers van VNG, IPO en de Unie van Water schappen vindt plaats, onder meer over het 'Toepassingsprofiel metagegevens'. Wellicht komt vanuit een gezamenlijke opdracht een Toepassingsprofiel metagegevens voor alle lokale overheden tot stand. Een gezamenlijke architectuur voor de RHC's heeft de potentie in zich om een referentiearchitectuur voor archief organisaties te worden. Komt zo het eind aan de spaghetti-architectuur in zicht? Los van de inhoudelijke kanten is een grote verdienste van het voorbereidings traject de samenwerking die tussen alle RHC's is ontstaan. Op alle lagen is men betrokken bij het project: van directeur tot medewerker tot zorgdrager. De resultaten zullen daarom niet alleen een product zijn van samenwerking: het zullen de voorwaarden zijn waaronder we ons verbinden. Zijn we klaar na de WVI? Wanneer is het e-Depot voor de RHC's 'af'? Wanneer zijn de RHC's aangesloten op hun eigen domein in het e-Depot? Hoe verhoudt het e-Depot van de RHC's zich tot toetsingskaders zoals ED3 2.0? Ook na 2012 zijn er genoeg vragen en uitdagingen. De WVI levert producten op waarmee de implementatiefase vanaf 2013 kan worden uitgevoerd. Een uitvoering die ook gezamenlijk opgepakt zal moeten worden. Meer weten? www.duurzaamtoegankelijk. blogspot.com of mail naar duurzaamtoegankelijk@gmail.com. 1 Definitie E-Depot: "Het geheel van organisatie, beleid, processen en procedures, financieel beheer, personeel, databeheer, databeveiliging en aanwezige hard- en software, dat het duurzaam beheren van te bewaren digitale archiefbescheiden mogelijk maakt" (ED3, 2008). 2 De resultaten van deze pilot zijn te vinden op www.duurzaamtoegankelijk. blogspot.com. Klaartje Pompe afdelingsmanager Beheer bij het Noord-Hollands Archief en voorzitter van de Werkgroep Voorbereiding Implementatie e-Depot Regionale Historische Centra. Plenaire bijeenkomst sectie Architectuur (foto part. coll.). nummer 4 2012 I 13

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Archievenblad | 2012 | | pagina 13