De archiefervaring van Janne Kok i i V-- 1 ,V* Geograaf en cartograaf in de jaren '80, archivaris bij het Nederlands Architectuurinstituut in de jaren '90 en (even) uitvaartleider in de jaren '10: mijn archiefstuk verenigt mijn interesses en verbindt bovendien de archieven van Het Utrechts Archief met de beeldverzameling. Deze begraafplaats is ontworpen door de bekende architect J.D. Zocher (1791-1870). De aanleg is in de Engelse landschapsstijl, die de wandelaar (want de begraafplaats was nadrukkelijk bedoeld als wandelpark) in een passende (ofwel droefgeestige) stemming moest brengen. Op de tekening is dat nog in wording, maar op foto's van Soestbergen in onze beeldbank is te zien hoe dat (na restauratie, dat wel) prachtig is gelukt. In Soestbergen heeft Utrecht een unieke begraafplaats en dat komt vooral door de rotonde in het midden: een grafheuvel in 5 ringen met 170 grafkelders. Zocher had zijn opleiding gehad in de traditie van de Beaux Arts. Veel van zijn collega's hadden in die stijl ontwerpen gemaakt voor dergelijke grafheuvels, maar in West Europa is er maar één daadwerkelijk uitgevoerd: die op Soestbergen! Het theoretische karakter zien we af aan Toen ik als historisch cartograaf in 1981 bij de Kaartenafdeling van het toenmalige Algemeen Rijksarchief ging werken, werd ik vol op de negentiende-eeuwse praktijk gedrukt om kaarten en andere rariora van nette, echte archiefstukken te scheiden. Het heeft wat zendingsarbeid gekost om het aspect 'kaart' uit het veld 'uiterlijke vorm' en in het veld 'redactie' te krijgen. Veel kaarten hebben later hun archiefcontext teruggekregen, mijn archiefstuk is echter nog steeds dolende. Nou ja, dolende: hij ligt keurig in de kast maar bij de verzameling Beeld en niet in het archief van het gemeentebestuur Utrecht, waar hij ongetwijfeld uit afkomstig is. De archiefervaring die ik graag deel, is de plattegrond uit 1844 van de Eerste Algemene Begraafplaats Soestbergen in Utrecht. Rechtsonder staat: "Accordeerd met mijne Lijsten aanteekeningen van de opzigter M.J. van Dugteren opzigter der Begraafplaats." Van Dugteren was vanaf de opening in 1830 directeur van de begraafplaats. NV De plattegrond laat zich lezen als een sociale kaart uit begin 19e eeuw. Vanaf 1827 was het verboden nog in en bij de kerken te begraven. In principe hadden de algemene begraafplaatsen een nivellerend effect. De strikte scheiding tussen de rijkeren, die graven en kelders in de kerken hadden, en de armeren die anoniem op het kerkhof lagen, verdween. Maar dit beviel niemand. Begraven worden buiten de stad was een schande en men had de doden niet meer bij zich. Een graf op de begraafplaats kostte voor iedereen hetzelfde bedrag: fl. 7,-. De elite miste de tekenen des aanziens waarvoor zij in de kerk ooit had betaald. Zo ontstond deze plattegrond. De gemeente betaalde de rotonde en de kelders in de grafheuvel werden ter schadeloosstelling aan de eigenaren van de kerkengraven aan geboden, waaronder ongetwijfeld de stadsbestuurders zelf. Rechts waren de graven voor de armen, de 'bussen' en burgers, achter de heg. De zorg voor de doden is een spiegel van ons leven. Dat vertellen ons de archief stukken: geschreven én getekend. de knekelput in het midden. Deze 6 meter diepe put is nooit in gebruik geweest maar het staat er wel: "Opene ronde put tot bergplaats van beenderen. Het triggert bij rondleidingen altijd enorm. Ik veronderstel dat het usance was om zo'n put te tekenen ook al ging de opdrachtgever deze niet gebruiken. Er is nog een aanwijzing dat het ontwerpen van grafheuvels een geestes- oefening was. De grafheuvel is onmogelijk in beheer. Elke kelder heeft z'n ingang weer ergens anders en dat is nergens ingetekend. De grafdelvers moeten soms uren prikken voordat ze de afdekplaat gelokaliseerd hebben. Dat had Zocher beter moeten doen. Of ligt het aan de archiefvorming? Plattegrond van de Eerste Algemene Begraaf plaats Soestbergen In Utrecht uit 1844 (cat.nr. TA. Zr. 1). tlf rt p' Janne Kok met haar archiefervaring (foto part. coll.). Janne Kok archivaris bij Het Utrechts Archief. Daarnaast geeft zij rondleidingen over de Utrechtse begraafplaatsen Soestbergen en Kovelswade. nummer 1 2012 5

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Archievenblad | 2012 | | pagina 5