Realtime online digitale dienstverlening sf H M -Si 3 n Het afgelopen jaar hebben drie verschillende interim-directeuren onze gelederen versterkt. Bij ieder van hen borrelden dezelfde vragen op: waarheen, waarvoor? Richting bepalen voor de toekomst in de wetenschap dat de gemeente op zoek is naar geld om te bezuinigen. Dat vraagt om inventiviteit en toekomstvisie om het beschikbare geld op de juiste manier te besteden en investeren. Het dwong mij om drie keer in relatief korte tijd gedachten op papier te zetten over de toekomst van Regionaal Archief Tilburg. Niet mijn favoriete bezigheid. Ik laat ideeën liever rondzwerven in mijn hoofd en daar allerlei vormen aannemen. Op papier ligt het meteen zo vast. Het wordt zo definitief. Het blijkt toch nuttig om ruwe vormen aan het papier toe te vertrouwen zodat de scherpslijper, die de geest toch is, de kans krijgt om er een steeds vastere vorm aan te geven. Zo ontstond de titel van deze column. Als ik nu een naam moet verzinnen voor de toekomst die ons als archieven te wachten staat, dan is het 'realtime online digitale dienstverlening'. Een hele mondvol, in meerderlei opzicht. Eén ding is duidelijk: het moet radicaal anders. Iedereen met een computer/ tablet/smartphone en een internet verbinding gaat digitaal op zoek naar antwoorden op vragen. Wij, de informatieprofessionals, schamperen nog vaak over de gebrekkige zoekmethoden en zoektechnieken van de online bevolking. Dat moet beter kunnen. Maar zijn we ervan overtuigd dat onze bezoeker beter de weg wist (en weet) in onze papieren wereld? Haalt hij daarin wel de onderste steen boven? Willen we deze mensen met een digitale zoekvraag opnieuw gaan leren om naar ons toe te komen? Nee. De medewerkers van archiefdiensten moeten veel meer op zoek naar de vragen die er zijn. Dat is in de afgelopen jaren stukken eenvoudiger geworden door de digitalisering en de online aanwezigheid van veel Nederlanders met vragen. De taak van archieven is dan om aanwezig te zijn op de digitale plekken waar mensen een vraag hebben die ze met de informatie in onze archieven kunnen beantwoorden. In plaats van veel tijd en geld steken in het leiden van de vraag naar onze websites en balies, is het noodzakelijk om de andere kant op te gaan werken: twitterstreams op onderwerp afstruinen, fora doorlichten, nieuwsgroepen monitoren, alerts activeren, browsen en surfen; kijken wie waarnaar zoekt, waar dan ook, en dan hulp bieden. We moeten af van de balie waar medewerkers wachten tot er iemand komt met een vraag. De digitale pendant straalt hetzelfde uit: wachten op een vraag per e-mail, wachten tot er iemand op de chatknop drukt. Eropuit, op zoek, vind de vragen! ■érzr -x SI Om dit te realiseren moet er nog heel veel veranderen. Het vereist een andere houding van de archiefmedewerker. Het vraagt om andere competenties. Het biedt ook een prachtige kans voor de financiële positie van archiefdiensten. Deze manier van werken levert op termijn een bezuiniging op. Deze nieuwe vorm van klantbenadering kan met minder ruimte toe. De studiezaal kan een stuk kleiner. Dat scheelt kubieke meters huurpenningen en inrichtings kosten. Realtime online digitale dienstverlening kun je namelijk vanuit elke plaats op de wereld realiseren. Ook vanuit thuis. Daar scoren we dan meteen op het gebied van duurzaamheid. Minder verkeer, geen pc thuis én op het werk. Vergaderen doe je ergens in een huurunit, bij een station, of bij een bedrijf dat regelmatig ruimtes leeg heeft staan. Of je doet het roulerend bij een van de collega's thuis. Eigenlijk zijn er alleen maar voordelen. Er is wel een belangrijke voorwaarde: loskomen van het idee dat archief iets fysieks is, dat informatie alleen op papier of in PDF bestaat en uitsluitend in een ruimte geraadpleegd kan worden. Luud de Brouwer Column Tot mijn genoegen zag ik een blogpost van Fred van Kan waarin hij een tipje van zijn sluier, en die van het Gelders Archief, oplicht. Hij voorziet een virtuele studiezaal en een fysiek bezoek waarvoor betaald moet worden. Fred, we moeten eens gaan praten. Tekening: Peter Vlot. nummer 9 2011 27

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Archievenblad | 2011 | | pagina 27