Wat blijft nog in de Archiefwet? Artikelen 30.1, 32.2, 35.1 en 37.2, de verplichte melding van de gemeentelijke en waterschaps- Archiefverordeningen aan GS, blijft bestaan. Ook een drietal machtigingen blijft in de wet: - artikel 13.3: de machtiging tot opschorting van overbrenging van archieven ouder dan 20 jaar door minister of GS; - artikel 15.4: de beperking van de openbaarheid van archieven ouder dan 75 jaar door minister of GS. De wetgever is van oordeel dat het bij deze drie niet gaat om goedkeuringen of vergelijkbare vormen van interbestuurlijk toezicht, maar om vergunningen of ontheffingen van de toezichthouder om in afwijking van een regel uit de Archiefwet te handelen.6 Hoe komen de provincies in het nieuwe stelsel aan hun informatie? Om goed toezicht te kunnen houden heeft de provincie natuurlijk informatie nodig: hoe doet een gemeente/ waterschap enzovoorts het op het gebied van de Archiefwet? Het uitgangspunt is dat deze informatie door de dagelijkse besturen regelmatig aan de raden en algemene besturen wordt gezonden, en dat diezelfde informatie ook voor de provincie voldoende moet zijn. Welke informatie dat op archiefterrein precies is, heeft de VNG (in samenwerking met de Sectie Inspectie van BRAIN) na overleg met het Inter Provinciaal Overleg (IPO) en de betrokken ministeries vastgelegd in de zogenaamde Key Performance Indicators of Kritische Prestatie Indicatoren. In de KPI's worden in tien hoofdstukken de eisen neergelegd, waaraan overheden op het terrein van de Archiefwet moeten voldoen. De VNG heeft deze KPI's per ledenbrief van 21 juli jongstleden aan De reality check Wanneer en hoe gaan de provincies ingrijpen? Wanneer uit de informatie met betrekking tot de Archiefwet blijkt dat een gemeente/waterschap/ Wgr- regeling niet aan de Archiefwet voldoet, zal de provincie ingrijpen. Sectoraal of, ook op grond van de Gemeentewet zal plaatsvinden!5 Artikel 7, de machtiging vervanging door GS, vervalt zoals nu voorzien pas in 2013 bij Algemene Maatregel van Bestuur, zodra er een nieuwe landelijke regeling voor vervanging is vastgesteld. - artikel 8: de machtiging tot vervreemding van archieven door de minister van OCW; alle gemeenten gestuurd, met de aanbeveling dat deze in het begin van elk jaar ingevuld en naar raad en provincie gezonden zouden moeten worden.7 De VNG adviseert haar leden hiervoor een archivaris/archiefinspecteur aan te stellen, mocht dat nog niet zijn gebeurd, of tenminste een vaste aanspreekpersoon met een passende opleiding. Het is van belang dat de gemeentelijke inspectie nadere afspraken maakt met de gemeenten over de rolverdeling bij het horizontale toezicht. Als provinciale toezichthouders hechten we uiteraard veel waarde aan de deskundige en onafhankelijke verslagen van de gemeente-, waterschaps- of regionale archivaris. Deze verslaglegging is voorgeschreven in de gemeentelijke of waterschaps- Archiefverordeningen. Het professionele oordeel en de aanbevelingen van de archivaris hebben een meerwaarde ten opzichte van een 'ja' of 'nee' in een hokje achter elke KPI. Echter, in grote delen van het land is geen archivaris benoemd, en de rapportageverplichting uit de Archiefverordeningen wordt op veel plaatsen niet of nauwelijks ingevuld.8 De bedoeling van het nieuwe toezicht is dat de provincie de KPI's en overige informatie voor alle sectoren verzamelt, zodat een totaalbeeld van een gemeente/waterschap ontstaat. Bij het nieuwe toezicht gaan we in principe uit van vertrouwen in mede overheden. Toch moet worden voorkomen dat de toezichthouder zich louter gaat baseren op een papieren/ digitale werkelijkheid, en het contact met de echte werkelijkheid verliest. Daarom is het begrip reality check geïntroduceerd in het nieuwe stelsel (gebaseerd op artikel 124E van de nieuwe Gemeentewet). Dit houdt in dat de toezichthouder - los van het informatie verstrekken door de gemeenten en waterschappen en los van de Interventieladder - "een peilstok in de werkelijkheid" kan steken. Een reality check is géén inspectie, kan zich richten op één of meer sectoren en kan bestaan uit extra informatie opvragen, een bezoek afleggen, zaken ter plekke bekijken en/of gesprekken. Het is niet de bedoeling dat de toezichthouder hierbij al te voorspelbaar wordt, dus wordt dit fenomeen niet precies ingekaderd in beleidskaders. Ook dit middel dient sober en proportioneel te worden ingezet. Voorbeeld I Een waterschap heeft geen Archiefverordening aan de provincie toegezonden. Er is wel een waterschapsarchivaris benoemd, maar deze heeft recent geen verslagen aan het dagelijks bestuur aangeboden, zoals de eigen verordening voorschrijft. Er zijn wel KPI's ingevuld en toegezonden. Daaruit blijkt dat bij het waterschap de papieren archivering aan de normen voldoet, maar de digitale archivering van vergunningen te wensen overlaat. Hiermee zouden de Taakverwaarlozingscriteria nrs. 1a, 9 en 10 gelden. De provinciale toezichthouder pakt de telefoon en verneemt dat er wel degelijk een Archiefverordening is vastgesteld. Deze wordt alsnog toegezonden. Ook vraagt de provincie bij de waterschapsarchivaris meer gegevens op over de digitale archivering. Deze heeft geconstateerd dat alle gegevens uit het digitale systeem ook nog worden bewaard in de papieren vergunningdossiers, die als het officiële archief worden beschouwd. Als het waterschap geheel overgaat op het digitale systeem, onder vernietiging van de papieren stukken, zal het een machtiging voor vervanging aanvragen. De toezichthouder verwijst naar de beleidsregel vervanging op de provinciale site en naar de rol van de archivaris daarin. Hiermee eindigt voor dit moment het contact. nummer 9 2011 15

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Archievenblad | 2011 | | pagina 15