grafelijke en vorstelijke correspondentie hun neerslag hebben gekregen, evenals in de rekeningen. Met dit alles ligt sinds ongeveer 250 jaar een bonte en spannende mengeling van verschillende soorten schriftelijke overlevering in onze magazijnen die slechts één nadeel had: het was niet bruikbaar. Daarom wordt het bestand 170 III nu op twee niveaus ontsloten: enerzijds op de afzender van het schrijven, anderzijds op de hoofdinhoud die zich uit elk stuk laat afleiden. De bundels worden daarbij verkleind zodat de omvang beheersbaar wordt. Volgens de standaard zullen vermoedelijk een tot twee maanden een bundel opleveren. Daarmee komen we tot de vraag wat er nu eigenlijk precies te vinden is in de omvangrijke bestanden van het Dillenburgse archief. Uit de inhoud Voordat we vertellen wat er allemaal kan worden gevonden, willen we noemen wat er helaas niet meer te vinden is. Het overbrengen van archiefdocumenten naar Münster in het jaar 1816 had tot gevolg dat bestuurlijke stukken van die territoria die in de vroege negentiende eeuw bij Pruisen kwamen, dat wil zeggen het vorstendom Nassau-Siegen en het Amt Burbach, in afdeling 171 nog maar betrekkelijk zelden voorkomen. Het overbrengen van archivalia naar het Koninklijk Huisarchief te Den Haag in hetzelfde jaar leidde ertoe dat huis- en hofzaken, zoals familieaangelegenheden, even schaars voorkomen als staats verdragen en de grote diplomatie. Maar hier moeten we oppassen, want in de wirwar van de zeven banden van het repertorium van Von Erath was het destijds natuurlijk niet mogelijk goed te overzien achter welke titels van de akten zich huis- en hofzaken verborgen. Hoewel dus destijds alles dat in het repertorium de indruk wekte aan de genoemde criteria te voldoen naar Nederland werd overgebracht, moet benadrukt worden dat er nog steeds veel in Wiesbaden wordt bewaard, omdat men het toen gemist of niet herkend heeft. Daarom bevindt zich bijvoorbeeld waarschijnlijk de helft van de documenten over de vredesonderhandelingen te Münster en Osnabrück thans in Den Haag, de andere helft daarentegen in Wiesbaden. Vaak zoekt men vergeefs naar een inwendige logica. De vraag bijvoorbeeld waarom de verzamelde reeksen van correspondentie binnen de letter K als huiszaken naar Den Haag werden overgebracht, maar de omvangrijke militaire correspondentie van graaf Lodewijk Hendrik van Nassau- Dillenburg volledig in Duitsland bleef, is niet te beantwoorden. Dat de correspon dentie in afdeling 170 III in het bijzonder het diplomatisch verkeer betreft, is vanzelfsprekend. Welkom in Wiesbaden! Wat in afdeling 171 echter opvalt, is de sterke nadruk op het landsbestuur dat vanaf het midden van de zestiende eeuw tot het midden van de achttiende eeuw volledig overgeleverd is en zich boven dien duidelijk uitstrekt over het hele gebied. Bouwzaken van de kastelen, dorpen en steden, rechtszaken, belastingenheffing, kerkelijke zaken en onderwijs, mijnwezen en bosbouw enzovoorts, voor het gehele Westerwald en belangrijke plaatsen daarin. Ja, zelfs de eigenlijk door Von Erath uiteen- gehaalde overlevering van de rekeningen is nog steeds volop in afdeling 171 van het Hessische Hoofdstaatsarchief te vinden. Op het eerste gezicht zouden we de relatie met de Nederlandse geschiedenis niet leggen, maar vele van de vastgelegde gebeurtenissen vormden wel de ruggengraat van het politieke en economische kader van het handelen van de Oranje-tak van het huis. Het bestuur van het Westerwaldse territorium is zonder het Nederlandse, ja trans Atlantische perspectief van het huis Oranje-Nassau, evenmin te begrijpen als de Nederlandse politiek zonder de achtergrond van de Westerwaldse stamlanden. Er was vermoedelijk geen Europees conflict in de late zestiende en vroege zeventiende eeuw waaraan het huis Nassau-Katzenelnbogen niet over geleverd was of vrijwillig deelnam. Bekijk alleen maar de onder "buitenlandse relaties" ("Auswartige Beziehungen") voorkomende grondgebieden, van Aken tot Württemberg, van Denemarken tot Venetië. Dat is voldoende om te beseffen om wat voor ruimtelijke omvang het hierbij gaat. Het is te hopen dat de bewerking van het archief eindelijk ertoe zal leiden om een van de dynastieën van wereld historische betekenis niet alleen op basis van het Koninklijk Huisarchief te Den Haag te onderzoeken, maar ook met het gros van de Nassau-Katzeneln- bogense overlevering die tot nu toe in Wiesbaden wordt bewaard. Vooral voor Nederlandse historici zal het van groot nut zijn om nu online te kunnen zoeken welke interessante bronnen over de geschiedenis van hun land en hun dynastie in het Hessische Wiesbaden worden bewaard. En algemene informatie is nu zelfs op de homepage van het staatsarchief (http://www. hauptstaatsarchiv.hessen.de/) in het Nederlands te vinden. De materiaal rijkdom is een bezoek aan Wiesbaden waard, anders zult u wellicht iets missen! Rouven Pons medewerker van het Hauptstaatsarchiv Hessen te Wiesbaden (D), waar hij verantwoordelijk is voor de Nassause Annalen, het internetaanbod en documentmanagementsysteem. Hauptstaatsarchiv Hessen. nummer 9 2011 13

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Archievenblad | 2011 | | pagina 13