Uitgelezen
BIOGRAFISCH
WOORDENBOEK
GELDERLAND
m
i
Uitgeverij Verloren (Hilversum 2011)
ISBN 978-90-8704-210-3, 144 blz., ill.,
reg., 15,00.
Het eerste deel kwam in 1998 uit en
onlangs werd het achtste deel gepubli
ceerd. Het zijn aantrekkelijk vormgegeven
boekjes. Het stramien van de omslagen
van de verschillende deeltjes is gelijk,
terwijl de gebruikte kleuren en portret
fotootjes variëren. Het geheel, een ontwerp
van grafisch bureau Het Lab in Arnhem, ziet
er na al die jaren nog zeer eigentijds uit.
Maar dat is de buitenkant. Als archivarissen
zijn we van huis uit vooral geïnteresseerd
in de inhoud. En de inhoud is weer als
vanouds gevarieerd, zij het niet wat
periode en sekse betreft. Van de 43
personen die worden beschreven, zijn er
maar vier voor 1800 geboren en slechts
acht schetsen gaan over vrouwen. Ook in
de voorgaande delen waren de vrouwen
zwaar ondervertegenwoordigd. Het blijft
behelpen.
Het zijn overigens wel interessante,
eigenzinnige dames die beschreven
worden. In chronologische volgorde gaat
het om Christina van den Brink, Maria
Stigter, Marie Bilders-van Bosse, Cornelia
van Limburg Stirum, Hans Hoogewerff,
Marga Klompé, Marie-Thérèse Bruning en
Els Tervoort. Hoe verschillend hun levens
ook waren, al deze vrouwen verwierven
status op de gebruikelijke feminiene
terreinen van godsdienst, sociaal werk
en onderwijs. In de kunst lagen ook
mogelijkheden voor vrouwen om wat te
bereiken, maar op andere werkgebieden
was het blijkbaar moeilijker om een
carrière op te bouwen. De grote uit
zondering is Marga Klompé, die in 1956 als
eerste vrouw in Nederland minister werd.
Van het ministerie van maatschappelijk
werk, dat dan weer wel.
De beroepen van de geportretteerde
mannen lopen meer uiteen. Er worden
mannen uit de wereld van kunst en cultuur
beschreven, burgemeesters, weten
schappers, journalisten, predikanten,
geografen en cartografen. Ook de vroegere
gemeentearchivaris van Arnhem, Piet van
Iddekinge, is met een levensschets
vertegenwoordigd. De wereld van handel
en industrie levert jammer genoeg niet
veel op. De interessante biografie van Gerrit
de Koningh, instrumentmaker en fabrikant,
is wat dit betreft de spreekwoordelijke
uitzondering.
Bij het schrijven van veel levens
beschrijvingen is gebruik gemaakt van
bestaande publicaties. Dikwijls ook zijn
de biografische schetsen bewerkingen van
eerder door dezelfde auteur geschreven
artikelen over de desbetreffende persoon.
Een begrijpelijke werkwijze, maar meestal
levert dit geen nieuwe informatie op.
Het interessantst zijn de bio's waarvoor
nieuw archiefonderzoek is gedaan. Het
gaat dan vaak om onderzoek naar relatief
onbekende personen, zoals naar landmeter
Petrus Johannes Ashouwer en kunstenaar
Ed van Teeseling. Voor de schetsen van hun
Verloren strijd?
a
I. Jacobs, J. Kuys e.a., Biografisch
woordenboek Gelderland. Deel 8:
Bekende en onbekende mannen en
vrouwen uit de Gelderse geschiedenis
Het is onderhand traditie geworden: zo
om de twee jaar verschijnt een nieuw
deeltje van het Biografisch Woordenboek
Gelderland. Ooit begonnen als samen
werkingsproject van de Historische
Vereniging Felua en het toenmalige
rijksarchief in Gelderland, is het initiatief
uitgegroeid tot een instituut met een
eigen stichting. De serie heeft de tijdgeest
mee, want de biografie is in de mode. Er
gebeurt veel op biografisch gebied.
Bovenal verschijnen er echter mooie
boeken en de uitgaven van de Stichting
Biografisch Woordenboek Gelderland
horen daar zeker bij.
levens hebben de auteurs zich op
oorspronkelijke documenten gestort. Dit
resulteert in kennis die er nog niet was en
dat gegeven maakt deze schetsjes extra
aantrekkelijk.
In het voorwoord van dit achtste deel gaat
de redactie in op de vraag of het Bio
grafisch Woordenboek Gelderland ook
digitaal uitgebracht zal worden. De lemma's
uit de eerste zes delen zijn al online te
raadplegen als resultaat van de mede
werking aan een biografisch digitaliserings
project van het Instituut voor Nederlandse
Geschiedenis.
De redactie zal de delen zeven en acht
echter voorlopig alleen als papieren boek
aanbieden. Zij noemt zichzelf ouderwets,
maar vindt een echt boek prettiger in het
gebruik. Hoe sympathiek deze bibliofiele
gedachte ook is, toch lijkt het een verloren
strijd om vast te houden aan papier als
enig medium. Ongetwijfeld zullen uit
eindelijk ook de lemma's van de nieuwe
delen op het internet verschijnen. Tot die
tijd moeten we het doen met deze
papieren uitgave, wat overigens bepaald
geen straf is.
Annemarie Geerts archivaris bij het
Gemeentearchief Voorst.
III QG ft AF I SC H
NV O O It D F N R O r K
htLllLk LAN h
m
nummer 6 2011 41