r Archieven in het veld V Het wetsvoorstel biedt op een aantal punten duide lijkheid, maar roept ook veel vragen op. Openbaarheidsadvies gecentraliseerd bij de algemene rijksarchivaris Advies Raad voor Cultuur over ontwerpselectielijsten vervalt Al met al blijft na lezing van de reacties het beeld hangen van een snelle, vooral vanuit praktisch rijksperspectief bedachte wetswijziging. V Hoe verder? Bronverwijzing duidelijkheid, maar roept ook veel vragen op, getuige de reacties uit het veld. De keuze om de provincies zorgdrager te maken wordt door vrijwel alle respondenten gesteund. De kritiek van de geconsulteerde organisaties richt zich enerzijds op de gevolgen voor het archieftoezicht en anderzijds op de consequenties voor de historisch gegroeide bestuurlijke structuur van het archiefwezen. Opvallend in het wetsvoorstel is dat er aan aspecten van het archieftoezicht wordt gesleuteld, terwijl er tegelijkertijd elders fundamentele wijzigingen worden voorbereid in het kader van de nieuwe archiefvisie en de voorbereiding van de wet Revitalisering Generiek Toezicht (RGT, beter bekend als de herziening van het interbestuurlijk toezicht voorgesteld door de commissie Oosting). BRAIN stelt dat er "ad hoc op het archieftoezicht wordt ingegrepen, terwijl het onderwerp 'schreeuwt' om een bredere visie". Zowel LOPAI als BRAIN vragen om uitstel en afstemming met de twee nog lopende trajecten. Concreet gaat het om de volgende consequenties voor het archieftoezicht: 1. Het toezicht op het beheer van de niet overgebrachte provinciale archieven, dat nu door een dekkend net van gediplomeerde provinciale archiefinspecteurs wordt uitgeoefend, wordt aan de provinciale archivaris toebedeeld, maar de benoeming van zo'n functionaris is niet verplicht. Dit kan leiden tot 'witte vlekken' in het toezicht. Zowel de VNG, de KVAN, BRAIN als het LOPAI vinden dit ongewenst, met name in het licht van de voorbeeldfunctie van de provincie als toezichthouder op en promotor van goed archiefbeheer bij de lagere overheden. 2. Met het verdwijnen van de functie van provinciaal archiefinspecteur zouden de colleges van GS niet meer over gekwalificeerde inspecteurs voor het toezicht op lagere overheden beschikken, terwijl de huidige plannen voor de wet RGT het provinciaal toezicht weliswaar op afstand zetten, maar niet afschaffen. Het ontbreekt kennelijk aan afstemming tussen beide wetstrajecten. 3. Tenslotte voorzien zowel BRAIN als de VNG een ongewenste bestuurlijke spagaat wanneer de provincie toezicht moet uitoefenen op de gemeentes met wie zij aan een gemeen schappelijke regeling deelneemt. Een tweede neveneffect van deze maatregel betreft de positie van de RHC's. Met name de VNG maakt zich zorgen over de continuïteit van de RHC's wanneer provincies vrijgelaten worden om een andere archiefbewaarplaats dan die van een RHC te kiezen. Het is denkbaar dat de huidige rijks-/gemeentearchivarissen binnen de RHC's tevens de titel van provinciale archivaris gaan voeren, maar ook dat er nieuwe organisatievormen rondom deze figuur ontstaan, buiten de RHC's. BRAIN wijst op het belang van het publiek om rijks- en provinciale archieven op één plek te kunnen raadplegen. De Raad voor Cultuur en prof. Ketelaar geven in hun reacties aan een fundamentele afweging te missen ten aanzien van deze ingreep in het archiefbestel. Deze maatregel lijkt ingegeven door praktische overwegingen. Je kunt je afvragen of hiervoor een wetswijziging nodig is, of dat dit in goed overleg in het consortium Nationaal Archief-RHC's opgelost zou kunnen worden. Het in de toelichting aangevoerde argument van onvoldoende capaciteit en deskundigheid bij de RHC's wordt in de reactie van de KVAN bestreden. Volgens de toelichting op het wetsvoorstel kan deze advisering vervallen als gevolg van de nieuwe selectieaanpak bij het Rijk, die tot een versnelling in het proces van waardering en selectie moet leiden. De zorgvuldigheid wordt gewaarborgd door het instellen van een strategisch informatieoverleg, dat bestaat uit een vertegenwoordiging van de betrokken minister (de Chief Information Officer), de algemene rijksarchivaris en een derde, onafhankelijk lid. Dit overleg zal zich, naast het vaststellen van selectie-documenten, ook buigen over vraag-stukken rond openbaarheid en informatiebeveiliging. Vrijwel alle respondenten plaatsen kanttekeningen bij dit voornemen. BRAIN wijst erop dat het strategisch informatieoverleg niet bij provincies, gemeenten en waterschappen is ingevoerd. BRAIN, VNG en KVAN benadrukken het belang van een onaf hankelijke toetsing van de waardering van erfgoed. Het afschaffen van de Bijzondere Commissie Archieven kan evenmin op instemming rekenen. De Raad voor Cultuur kondigt aan vóór 1 juli in een nader advies terug te komen op dit onderdeel van het wetsvoorstel. Al met al blijft na lezing van de reacties het beeld hangen van een snelle, vooral vanuit praktisch rijksperspectief bedachte wetswijziging, die onvoldoende met betrokken partijen is doorgesproken. Het wachten is op de verwerking in een definitief voorstel. Het Nationaal Archief heeft als adviseur van de staatssecretaris van OCW aangegeven de inbreng van hoge kwaliteit te vinden en te verwachten dat hiervan het nodige in de volgende versie terug te vinden zal zijn. Het wetsontwerp: www. internetconsultatie.nl/ wijzigingarchiefwet1995 met de internetreacties. Reacties van belanghebbende organisaties: - VNG: http://www.vng.nl/eCache/ DEF/1/05/246.html - KVAN: http://www.kvan.nl/files/ nieuws/Reactie_Archiefwet - BRAIN: http://www.archiefbrain.nl/ - Raad voor Cultuur: http://www.cultuur. nl/files/wetsvoorstel%20wijziging%20 Archiefwet%201996.pdf - LOPAI: www.lopai.nl Jeroen van Oss stafafdeling inspectie, Gemeentearchief Rotterdam. Dit artikel is op persoonlijke titel geschreven. nummer 4 2011 23

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Archievenblad | 2011 | | pagina 23